2017 02 De grutto, Henk Breij

We lopen langzaam achter Modou en Karafa aan in de richting van een grote groep witte vogels. Op een teken van Modou blijven we staan en kijken door onze verrekijkers naar de vogels. We zien pelikanen, ooievaars en lepelaars. Als een groepje van de vogels opvliegt zien we duidelijk de silhouetten van lepelaars. Jammer genoeg hebben deze rode poten, Afrikaanse lepelaars, zodat we nog steeds onze missie niet geslaagd kunnen noemen. Dan zien we ook een exemplaar met zwarte poten en zijn we halverwege ons eindresultaat. Nu alleen nog de grutto en we kunnen met een gerust hart huiswaarts gaan. We lopen door een gebied dat ons doet denken aan de Oostvaardersplassen, maar zijn zesduizend kilometer van Nederland verwijderd. We brengen de feestdagen door in Gambia om net als veel van “onze” broedvogels de winter in een aangenaam klimaat door te brengen. Het moerasgebied waar we door lopen ligt aan de boorden van de grote Gambiarivier en geniet sinds enige tijd een beschermde status. In de regentijd (juni tot september) worden de meertjes en poelen gebruikt om garnalen te kweken, maar in de droge tijd kunnen overwinterende vogels volop gebruik maken van dit gebied. Karafa is een soort gebiedsbeheerder en Modou de vogelgids die ons hier gebracht heeft. We zien vier soorten strandlopers, tureluurs, groenpootruiters en wulpen, maar vooralsnog geen grutto’s, die hier wel overwinteren. Een groep bijeneters vliegt over en even verderop zitten twee bonte ijsvogels in een boom, wat een vogelrijkdom. Dan roept Modou opeens: “Limosa limosa!”, de Latijnse nam voor grutto. Eindelijk zien we de grutto in zijn overwinteringsgebied, hier in West Afrika.IVN Amstelveen grutto

Senegal, Gambia, Mauritanië en Guinee Bissau behoren tot de belangrijkste overwinteringsgebieden van onze nationale vogel, een titel die deze fraaie weidevogel sinds enige tijd mag voeren. Andere overwinteringsgebieden liggen in het zuiden van Spanje en Portugal. In januari verzamelen bijna al deze overwinteraars zich in enkele rijstvelden ten noordoosten van Lissabon om al in de eerste helft van februari terug te keren naar hun broedgebieden in Noord-West Europa.

Nederland is verreweg het belangrijkste land voor broedende grutto’s. Ons land herbergt ruim de helft van alle broedende grutto’s in dit deel van Europa. Maar de laatste decennia is het aantal broedparen dramatisch gekelderd als gevolg van vermesting, verdroging en verkaveling. Het allergrootste probleem is de “verwoestijning“ van de weilanden. Door het ontbreken van bloemen zijn er nauwelijks nog insecten te vinden voor de gruttokuikens en is het broedsucces veel te laag. Slechts op een aantal plekken in Nederland weet de grutto nog voldoende kuikens groot te brengen door gerichte maatregelen als grondwaterstandverhoging, later maaien en het inzaaien van slootranden met bloemen. Eén van die plekken is de Bovenkerker polder, waar boeren in samenwerking met Natuurorganisaties de gouden sleutel in handen hebben om het de weidevogels naar de zin te maken. Als U naar Het Landje van Geijsel gaat, dan kunt U de teruggekeerde grutto’s in al hun schoonheid aanschouwen.

Henk Breij
Natuurgids IVN Amstelveen

Het is verboden deze column te dupliceren of te gebruiken zonder uitdrukkelijke toestemming van de schrijver/fotograaf/tekena(a)res.