2016 09 Een rups op vleugels, Aleid Offerhaus
Er lijkt maar weinig van wat ik weet gebaseerd op mijn eigen waarneming. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit – vroeger – vol verbazing iets waargenomen heb en daar zelf conclusies uit getrokken heb. Wat niet wil zeggen dat het niet gebeurd is. In ieder geval die ene keer dat ik als klein meisje niet naar buiten durfde omdat iemand zei dat de Grote beer te zien was en ik naderhand zelf kon vaststellen dat het niet om een beer ging maar om een sterrenbeeld.
Mijn waarnemingen zijn nu gekaderd door de kennis die ik heb opgedaan. Niet dat dat erg is, hoor: de wereld blijft wonderbaarlijk. Wie gaat je bij voorbeeld vertellen dat er in het Amsterdamse bos 736 soorten vlinders voorkomen. Dat lukt je niet aan de hand van je eigen waarneming. Daar heb je entomologen voor en onderzoeksbureau’s die die mensen inhuren. En ik ben noch het één, noch in dienst van het ander.
Niet gehinderd door enige kennis kan ík me nog verbazen over rupsen met vleugels. Al bladerend in mijn vlindergidsje kom ik meerdere vlinders tegen, die als rups door het leven gaan. Denk eens aan de Wilgenhoutrups, de Ringelrups, de Eikenprocessierups en de Merianborstel. Natuurlijk gaat het hier om vlinders, maar omdat een ‘vlinder’ maar één verschijningsvorm van de soort is (de zogeheten imago, de vorm waarin de soort zich voortplant), doe je de rups tekort door hem vlinder te noemen en in de bovenstaande gevallen de vlinder te kort door hem rups te noemen. Daarom kan je zomaar ergens lezen dat ‘de vlinder van de Wilgenhoutrups lichtgrijze vleugels heeft met een kaneelkleurige marmerachtige tekening’.
Je hoeft dus niet in gorgonen of satyrs te geloven om een rups met vleugels te zien vliegen.
Het verhaal van de Wilgenhoutrups(vlinder) is hoe dan ook magisch: de rups zelf leeft 2 tot 4 jaar lang in de schors en het hout van een zieke of dode boom, die als gevolg daarvan naar azijn gaat ruiken. Pas na 2-4 jaar verhuist de rups – aan het begin van de herfst (nu dus) – naar de grond, waar hij zich verstopt en verpopt. In het voorjaar vindt de metamorfose naar vlinder plaats. De vlinder – met vleugels waarvan het dessin gebaseerd is op de subtiele schoonheid van een wilgenbast – heeft geen roltong om mee te eten en sterft in het gunstigste geval kort na paring en ei-afzetting. Ik heb de rups één keer gezien. Hij is 10 cm lang, rood en vrij algemeen in Nederland: er is dus een redelijke kans dat u met deze kennis in huis de rups ooit tegenkomt en herkent.
Nog geen week terug zag ik – getriggerd door een mededeling op Nature Today – Atalanta’s voorbij trekken. Deze vlinder heeft zijn naam te danken aan de Daphne Schippers van de Griekse mythologie, Atalanta, die alleen met list en bedrog verslagen kon worden. Ze trekken dan ook op een hoogte van 2 kilometer (en vaak nog wel hoger) zo’n kloeke 3000 kilometer ver om op de Costa del Sol te kunnen overwinteren. Mocht u er nog één zien, neem dan in gedachten uw pet af voor deze prachtige vlinder.
Aleid Offerhaus
Natuurgids IVN Amstelveen
Het is verboden deze column te dupliceren of te gebruiken zonder uitdrukkelijke toestemming van de schrijver/fotograaf/tekena(a)res.