Vijf verschillende insecten op bladeren en bloemen, elk in close-up, verdeeld over verticale stroken. Insecten en bodemdieren

Wantsen in vorm, maat en kleur

Wantsen zijn er in vele vormen, maten en kleuren. Je vindt ze op het land, in of op het water, in huis, en als ze volwassen zijn ook in de lucht. Sommige eten planten, andere zijn carnivoor. Ze hebben een slechte naam, want ze kunnen stinken of plagen. Maar die slechte naam is niet terecht, de meeste van de 600 soorten in Nederland zijn onschadelijk. Wat hebben al die wantsen gemeen?

Wantsen lijken wat op kevers maar zijn meestal iets platter. Bij wantsen is een deel van het dekschild niet verhard, maar doorzichtig en vliesachtig. Je ziet vaak een driehoekig schildje op de rug, waarvan de punt naar achteren wijst.
Het zijn insecten die geleidelijk van uiterlijk veranderen. Onvolwassen worden ze nimf genoemd. Tijdens de groei vervelt de nimf een paar keer waarbij het exoskelet wordt afgeworpen. Ze gaan steeds meer op de volwassen wants lijken. Pas na de laatste vervelling werken de vleugels en geslachtsorganen. Hoera, het volwassen leven is begonnen.

Ze kunnen niet kauwen, maar hebben een uitklapbare zuigsnuit. Plantensap is makkelijk op te zuigen, maar dieren moeten eerst vloeibaar worden. Ze prikken met de snuit een oplosmiddel in hun prooi en kunnen dan de binnenkant leegslobberen.

Veel wantsen stinken. Als ze in gevaar zijn scheiden ze een stinkende en irriterende stof uit hun achterlijf.

Vergeet dus de slechte naam van de wants, bekijk ze eens goed en geniet van de veelzijdigheid.

Foto’s Frans Kromme, tekst Edda Kammenga.

Ontdek meer over

Deel deze pagina