Vogels

IJsvogels

De IJsvogel, wát een prachtig vogeltje. Je ziet hem meestal als een blauwe schicht voorbijkomen, waarbij je moet volstaan met een enthousiast of verbaasd ‘Hé dat was een ijsvogeltje’. Maar soms gaat hij op een tak zitten, of zoals op de foto op een brugleuning. Dan kan je hem in al zijn pracht bekijken. 

De IJsvogel kan, in tegenstelling tot wat zijn naam veronderstelt, niet tegen sneeuw en ijs. Vooral ijs op het water vindt hij niet fijn, want zijn voedsel zit dan onder het ijs en dus kan hij er niet meer bij. In strenge winters gaan dan ook heel veel ijsvogels dood van de honger.
Na zo’n winter zijn er een stuk minder IJsvogels. Maar de populatie kan zich weer heel snel herstellen. IJsvogels krijgen namelijk heel veel jongen. Ze kunnen wel drie broedsels per jaar hebben en kunnen tot 8 jongen per legsel grootbrengen.

Ze broeden in steile wanden waarin ze gaten kunnen graven of in stronken van omgevallen bomen.

Mannetjes en vrouwtjes zien er ongeveer hetzelfde uit. Alleen heeft het vrouwtje een oranjerode ondersnavel. Het mannetje heeft dat niet of soms een heel klein beetje.
De vogel op de foto heeft een klein beetje oranjerood aan de onderkant van de snavel, dus ja: is het een mannetje of een dit jaar geboren vrouwtje waarvan de ondersnavel nog verder kleur moet krijgen?

Foto’s Frans Kromme, tekst Hiltje Kamminga.

Ontdek meer over

Deel deze pagina