Vogels
Het gaat goed met de kerkuilen
Het lijkt dit jaar een goed kerkuilenjaar te worden, vrijwel alle kasten in Groningen zijn bezet. Rond 1970 was de kerkuil bijna uitgestorven in Nederland door DDT-gebruik in de landbouw en verdwijnen van nestplekken. Maar door het verbod op DDT, gastvrije boeren en de inzet van veel vrijwilligers die nestkasten plaatsen, zijn de aantallen toegenomen. In 2017 kon de kerkuil van de Rode Lijst en de aantallen vertonen nog steeds een stijgende lijn. Afgelopen jaren waren er rond de 3000 broedparen.
Wel fluctueren de aantallen jaarlijks, het hangt af van het weer en het aantal veldmuizen. In strenge winters sterven veel vogels door gebrek aan voedsel. In een slecht muizenjaar vliegen er weinig jongen uit.
Jonge kerkuilen zijn normaal gesproken niet zichtbaar. André Eijkenaar, coördinator van de Kerkuilenwerkgroep Groningen, is op pad voor nestkastcontroles. Ik heb het geluk om daarbij aanwezig te zijn.
De kerkuilenkast hangt hoog in de nok van een schuur. Via twee ladders klimt André er naar toe.
De jongen worden uit de kast gehaald en in een emmer gestopt. We horen ze sissen om hem af te schrikken.
Er zijn drie jongen, ruim zes weken oud, die wat in grootte verschillen. De eieren worden om de dag gelegd en na het leggen van het eerste ei begint het vrouwtje direct te broeden. Vandaar het verschil in grootte.
Gemiddeld legt een vrouwtje 4-7 eieren, in een jaar met veel veldmuizen soms nog meer. Een tweede of derde broedsel per jaar is geen uitzondering. Als de ouders voldoende muizen vangen gaan ze het allemaal redden. Maar in een jaar met weinig voedsel, is de jongste vaak de klos. Die krijgt niet genoeg, en wordt uiteindelijk zelf opgegeten.
Edda Kammenga (tekst en foto’s)

De jongen sissen nog een poosje maar dan worden ze rustig en laten zich zonder protest oppakken en bekijken.
Ondertussen gaat André terug om de kast schoon te maken, deze is overvol met braakballen en uitwerpselen. Dit kan de reden zijn dat er maar drie eieren zijn gelegd. In een natuurlijke nestplaats krabt een kerkuil het nest zelf schoon, maar in de kast met de opstaande rand lukt dat niet. Deze stoffige klus is dus voor de vrijwilligers.
De klus is snel geklaard en de jonge uiltjes gaan weer de kast in. Nog een paar weken groeien en ze kunnen zelf de wereld gaan verkennen.
