

Barneveldse vogelaars tellen 95 soorten tijdens ‘BigDay’
Vijfennegentig vogelsoorten leverde een dag lang vogelen op in de gemeente Barneveld. Vijf fanatieke vogelaars van IVN Barneveld hielden vrijdag hun jaarlijkse ‘Big Day’ met als doel binnen 24 uur zoveel mogelijk soorten te scoren.
Kees van Reenen
Een kwartier voor middernacht ontmoeten ze elkaar op parkeerplaats De Vetkamp. Drie oudgedienden: André, Robert Jan en Ina en twee jonge vogelaars: Rowin en Herman. Laatstgenoemden doen voor de tweede keer mee. Voor de andere drie is dit de vierde ‘grote dag’.
André, één van de initiatiefnemers: ,,Op verschillende plekken in Nederland worden Big Days gehouden; die van Texel is bijvoorbeeld heel groot. Het is een leuke bezigheid en een mooie manier om op één heel veel vogelsoorten te zien.”
Klokslag twaalf noteren ze in ‘het Paradijs’ de eerste vogelsoort: een bosuil. In de daaropvolgende uren duisternis volgen steen-, rans- en kerkuil – vrij bijzonder, alle vier de uilensoorten. Een overtrekkende regenwulp wordt herkend aan zijn roep en de vogelaars horen ook een zingende nachtegaal. Vóór het aanbreken van de dag staan er zo al twaalf soorten op de lijst.
De nacht is meteen ook het ‘spannendste’ qua vogels, blijkt later. Door de noordwestenwind en de vrij lage temperatuur is er overdag namelijk weinig trek en moeten de vogeljagers het hebben van broedvogels of ‘pleisterende’ trekvogels, zoals de tapuit. Die vogel is in deze regio namelijk uitgestorven als broedvogel. De trek is één van de redenen om de telling in mei te organiseren, al hangt de uitkomst dan nog deels af van de weersomstandigheden en de precieze datum. Robert Jan: ,,Vorig jaar was het een week later en hadden we de spotvogel vrij massaal, nu helemaal niet.”
André vult aan: ,,Boomvalk en wespendief beginnen nu net binnen te komen; als het warmer was, hadden we die misschien gehad.” Ook met een dag zoeken in mei mis je zo enkele zeldzame of erg laat terugkerende broedvogelsoorten. André schat het totaal aantal broedvogels in de gemeente op rond de honderd. Het is elk jaar spannend of dat getal wordt gehaald. ,,In 2017 is het gelukt”, vertelt André. ,,Toen was er goede trek en hadden we wat mazzel.” Er komt behalve goede terrein- en soortenkennis ook een geluksfactor aan te pas. Robert Jan: ,,Overdag is het een kwestie van meters maken: de bossen in, zoveel mogelijk biotooptypen aandoen.” De ene na de andere vogelsoort kan worden binnengetikt.
Hoe houd je het vol, zo’n lange dag? Unaniem: actief blijven. Robert Jan: ,,’s Middags stonden we tien minuten te posten bij een ijsvogelnest en begonnen we in te kakken.” De ijsvogel verschijnt niet, maar kan gelukkig later nog worden opgepikt. De laatste soort, ‘s avonds, is een slechtvalk.
Tevergeefs zoeken ze naar de braamsluiper. Robert Jan: ,,De gemeente heeft heel wat bosjes waar die in kan zitten om zeep geholpen.” Ook de grutto laat het afweten. André: ,,Grutto’s zijn aan het verdwijnen. Het is de vraag of ze nog broeden in de gemeente en áls ze het nog proberen, kunnen ze geen jongen meer grootbrengen. Te droog en vroeg gemaaid grasland is niet geschikt voor grutto’s.”
https://barneveldsekrant.nl/lokaal/barneveldse-vogelaars-tellen-95-soort…