Wandeling door historisch poldergebied
Op zaterdagochtend 4 juni om 10 uur vertrokken wij vanaf camping Polderflora aan het Rietveldsepad voor een mooie natuurwandeling onder begeleiding van Hans van Dam, IVN gids.
Allereerst wandelden wij naar het Bedelaarsbos, een lang schelpenpad dat over een smalle strook grond loopt. Vroeger liep hier de grens van twee heerlijkheden en daardoor voelden bedelaars en zwervers zich hier een soort van veilig, want was je eenmaal over de grens dan kon degene van wie het land was, niets meer tegen je ondernemen. Voor de gewone burgers was dit vroeger een kerkenpad. Een pad dat liep van Alphen aan den Rijn naar Boskoop.
Voorheen was hier een moerasbos en waren er veenpolders. Dit alles lag in het overstromingsgebied van de Oude Rijn en de Gouwe. Het veen werd afgegraven, gedroogd en verkocht als turf. Turf werd als brandstof gebruikt. Om de turf af te voeren, kapte men het moerasbos om doorvaart te krijgen. Het hout van het bos werd ook verkocht voor brandstof maar ook voor de bouw van huizen.
Tegenwoordig stroomt dit gebied niet meer over doordat er dijken en sluisjes zijn aangelegd.
Het Bedelaarsbos gaat over in de Spijkerboorsekade.
Een pad dat tussen twee verschillende werelden ligt: links de boomkwekerijen van Boskoop en rechts het veenweidegebied.Daarna ging de wandeling verder over de Compierekade waar we een duidelijke verhoging in het landschap zagen.
De verhoging is een oude stroomrug van klei die ooit vanuit de Oude Rijn hier terecht kwam. Doordat klei niet inklinkt zoals veen, bleef dat gedeelte hoger.
Onze wandeling ging verder over het Rietveldsepad langs oude boerderijen en mooie bermbegroeiing. Ook nog even een kort bezoek gebracht aan het IJsvogelpad: een nieuw aangelegd stukje natuur op initiatief van Stichting Landschapsfonds Alpen en gefinancierd door Avifauna. Het project is sinds 2 jaar voltooid.
Onderweg hebben we helaas niet zo veel soorten vogels horen fluiten. Dat kwam waarschijnlijk door de wind en het wolkendek. Wel hebben we kikkers gehoord die onrustig werden door het lawaai van de vliegtuigen en door trillingen in de grond.
Bij het Bedelaarsbos zaten prachtige blauwe libellen: de variabele waterjuffer en het lantaarntje. De rups van de rietvink, een middelgrote nachtvlinder. En er stonden vele grassoorten zoals de kruipertjes en zilverhaar.
We kwamen de prachtig bloeiende valeriaan tegen. Valeriaan is rustgevend. De ridderzuring met honderden gaatjes in het blad, veroorzaakt door de zuring kever. De dag koekoeksbloem, klaprozen, herik en heel veel meer bermplanten.
Weegbree zien we heel vaak op of direct langs wandelpaden. Zij kunnen er goed tegen als je op hen loopt en zo verspreiden ze zich ook want het zaad van de weegbree plakt en blijft aan onze schoenen zitten. En zo verspreiden wij zelf de weegbree. Kleefkruid werd vroeger wel gebruikt om bloedingen te stoppen dus als een soort verband: het buigt makkelijk, is sterk en het kleeft aan elkaar.
Als kers op de taart zagen wij bovenin de hooiberg van de camping een nest van de torenvalk met drie jongen.
Het was weer een schitterende wandeling en heel leerzaam. Hans van Dam heel hartelijk dank voor de inzet en uitleg.
Jacinta van Staverden-Meijer
