

Excursie 19 februari 2022 door Miep Münninghof
Een rondje om het Bezoekerscentrum De Veenweiden met Jenny Heemskerk
Jenny heeft een lijst met deelnemers en als de groep compleet is stelt ze zichzelf voor. Jenny is al 11 jaar gids en heeft ook de natuurgidsen opleiding gevolgd. Jenny vermeldt het thema van de excursie: lente, eetbare planten en vooral genieten. Ze heeft een boekje meegenomen: eetbare en giftige wilde planten, van Bruno Kremer. Dit is een heel handige en compacte veldgids.
Tijdens haar introductie komt het gesprek op het onderwerp halsbandparkiet. Jenny vertelt dat aan de Burgemeester Bruins Slotsingel drie bomen staan waar elke avond ongeveer 400 halsbandparkieten samenkomen. Tijdens de avondles was daar ook al over gesproken. Ik vond het markant dat Jenny de samenkomst van de halsbandparkieten een fantastisch gezicht vindt. Zij geniet er echt van, terwijl veel mensen het ervaren als overlast.
De excursie begint in de moestuin van de Fladderaars. Jenny laat zien dat de kruiden, zoals de munt, al uit beginnen te lopen. Ook de bollen komen al op, sommige kinderen hebben er stokjes bij geplaatst om hun eigen bollen later terug te vinden. In een van de bakken staat palmkool naast boerenkool. Van palmkool had ik nog nooit gehoord. Jenny vertelt dat de palmkool al knoppen krijgt, er komen gele bloemen uit die veel bijen aantrekken. De bladeren van de palmkool zijn lekker om te wokken. Jenny zegt dat bladeren het lekkerst zijn als je ze eet voordat de plant gaat bloeien, dan zijn de bladeren nog jong en zitten ze vol vitamines.
Dan laat Jenny ons het wormenhotel zien. Wie had nou verwacht dat die kliko bak eigenlijk een hotel is? De jeugd, die regelmatig rondhangt bij het bezoekerscentrum, in ieder geval niet. Zij gebruiken de bak regelmatig als afvalbak. Goed dat ze het afval niet laten slingeren, maar het wormenhotel is daar toch echt niet voor bedoeld. Waar dan wel voor? De wormen eten het afval van groenten en fruit, koffiedik, bladeren, plantenresten en eier-dozen en verwerken het tot compost. In de kliko zitten luchtgaatjes en onderin is een sleuf waar de compost uitgehaald kan worden. In het hotel zijn 1000 tijgerwormen geplaatst. Als je de klep opent en een beetje roert in het afval zie je de wormen bewegen.
Dan lopen we naar de achterkant van het bezoekerscentrum. Jenny wijst naar een struik en vraagt ons de bloemen te zoeken. Dit kan ik me nog goed herinneren van twee jaar geleden, dat is een van de eerste dingen die ik geleerd heb van de opleiding (en nooit meer ben vergeten). De struik is de hazelaar, de mannelijke bloemen zijn goed zichtbaar maar de vrouwelijke bloemen moet je goed zoeken. Een loep kan helpen. Hieronder zie je links de mannelijke bloem en rechtsboven de vrouwelijke bloem. Daaronder uitgedroogde mannelijke bloemen van vorig jaar. Helaas is het scherpstellen op de uitgedroogde mannen niet helemaal gelukt…
Onder de struik vinden we de vruchten: hazelnoten! Deze mag je nooit plukken maar moet je rapen, dan zijn ze rijp. Soms zit er een gaatje in, dan is de hazelnootboorder actief geweest. Deze kever legt eitjes in de hazelnoot en de larve eet de hazelnoot op.
We lopen nog een klein stukje verder en komen langs een struik waarvan Jenny de naam niet weet. Een eerste bloemetje is al open, en we proberen via een app de naam te achterhalen. Helaas komen we er niet uit en we lopen snel verder naar een plek waar allemaal jonge plantjes opkomen. Jenny plukt een blaadje en laat ons ruiken: we ruiken een ui-achtige geur. Het is daslook, het komt net op en zit vol vitamines. Jenny vraagt ons altijd maar één blad per plant te plukken, zodat de planten onze vraatzucht overleven. Een stukje verder zien we opkomend fluitenkruid, ook daar proeven we van. Het smaakt een beetje zurig. Iets verderop laat Jenny ons speenkruid zien. Die bedekt, samen met hondsdraf, de hele bodem. De plantjes lijken op elkaar, maar het blad van speenkruid is gladder. Met een lepel haalt Jenny een plantje los en ze laat ons zien waar de naam van de plant vandaan komt: de knolletjes lijken op speentjes (bij deze plant zijn ze nog te klein om er speentjes in te herkennen). Tijdens de vorige excursie (wilgenknotten) heeft Gerda dat ons ook al laten zien. Speenkruid is een van de eerste voorjaarsbloeiers, echter waar wij staan bloeit het nog niet.
Het gesprek gaat nog even over de in de boom hangende nestkastjes en de vleermuiskast. Jenny vertelt dat er nu waarschijnlijk geen vleermuizen in zitten omdat deze elders overwinteren, zoals in de bunkers in de duinen.
Dan is het alweer tijd om terug te gaan voor de koffie. Onderweg wijst Jenny ons nog op een stinzeplant, de primula of sleutelbloem. Die staat al lekker te pronken met zijn mooie gele bloemen.
Het viel mij op dat Jenny de excursie goed heeft voorbereid, ze ging doelbewust op pad. Jenny wist heel veel te vertellen, ondanks dat we maar een heel klein stukje van de tuin hebben verkend. Wel was het merkbaar dat er enige tijdsdruk was, vooral toen we te lang bleven hangen bij de struik waarvan we de naam wilden opzoeken in apps. Toch was er voldoende ruimte voor vragen en door ons ingebrachte onderwerpen. Ik heb de excursie als heel prettig en leerzaam ervaren. Echt genieten dus!!