Kruiderie Hartwig

In het zuiden van het land, ergens diep verscholen tussen de nauwe straatjes van middeleeuws Maastricht, ligt een klooster. Bij de achteringang van dat klooster staat Karin Hartwig op mij te wachten. Met Limburgse gastvrijheid heet ze me welkom en even later sta ik met verwondering te kijken naar haar project: De kruidentuin van het Ursulinenklooster.

“Toen ik vanuit het klooster op de binnenplaats keek, begon het te kriebelen”

Bijna alles bloeit. In het midden van deze groene zee staat een tafeltje met twee stoelen. Karin gaat zitten en schenkt thee in. Alhoewel, het ziet eruit als thee, maar dat is het niet. Karin maakt ‘tisanes’, kruidenmengsels zonder theebladeren. Het ruikt heerlijk, en terwijl ik voorzichtig mijn eerste tisane probeer, begint Karin te vertellen. “Dit klooster werd vroeger bewoond door de ‘Zusters Ursulinen’, die zich hier bezighielden met het opvoeden en onderwijzen van meisjes. Een aantal jaar geleden zijn de laatste zusters hier vertrokken. De zorgstichting waar ik nu werk heeft zich toen in dit gebouw gevestigd. Toen ik vanuit het klooster op dit deel van de binnenplaats keek, duurde het eigenlijk niet lang voordat het ‘begon te kriebelen’.”

Ondertussen geniet ik met volle teugen van mijn tisane. “Deze is gemaakt met citroenmelisse, wilde marjolein en rozenblaadjes”, legt Karin uit. “Als klein meisje was ik al graag met plantjes bezig. Vaak dwaalde ik in mijn eentje door het bos. Ook toen al maakte ik mengsels van allerlei bloemen en kruiden. Een paar jaar geleden ben ik begonnen met de opleiding tot ‘herboriste’. Twee jaar lang heb ik de beginselen van de kruidenkunde geleerd. Nu ben ik bezig met een specialisatie aan de Europese Academie. En na drie jaar studie heb ik vooral geleerd dat ik nog heel weinig weet, dit is nog maar het begin. Er zijn zóveel kruiden die allemaal hun eigen geur, smaak en werking hebben, daar kun je je leven lang over leren.”

“Soms lijkt het alsof bewoners hun zorgen in de aarde stoppen”

Mijn tisane is helaas op. We lopen samen een rondje door de tuin en Karin vertelt waar ik naar kijk. “Ik heb twee lange rijen met kruidenbedjes. Daar staan kruiden als goudsbloem, citroenmelisse en kamille. De bovenste rij is van een bewoner. Hij vindt het heerlijk om hier bezig te zijn met zijn plantjes en komt echt tot rust. Ook andere bewoners komen hier graag, ze kunnen hier even lekker hun hoofd leeg maken en bezig zijn met de natuur. Soms lijkt het alsof ze hun zorgen in de aarde stoppen, dat vind ik mooi om te zien. Stichting Philadelphia, waar ik werk, speelt in dit proces ook een belangrijke rol. Ze hebben me heel vrij gelaten en de mogelijkheid gegeven om deze tuin te gebruiken. Iedereen mag hier zijn of haar talenten gebruiken, iedereen is welkom. Op die manier wordt het ook een verbindingstuin voor medewerkers, bewoners, familie en de buurt.”

Tegenover de kruidenbedden ligt een kruidenspiraal. “Dat is een experiment van dit jaar, ik heb er veel bijzondere kruiden geplant die ik niet goed ken. Op deze manier leer ik een beetje hoe ze groeien en bloeien. Hier staan bijvoorbeeld mierikswortel, wasabi en cichorei, echt planten waar ik bezoekers van deze tuin iets leuks over kan vertellen. Wist je bijvoorbeeld dat soldaten in oorlogstijd koffie trokken van de cichoreiwortel?” Ik wist het niet.

“Het heeft tijd nodig”

Een klein veldje in de tuin wordt gebruikt door kinderen van de montessorischool, die tegenover het klooster ligt. “De kinderen komen hier maar één keer per week. Ik zou liever zien dat ze vaker kwamen, iedereen is welkom in de tuin! Ook de mensen uit de buurt zou ik hier graag vaker zien. Het is een mooie plek om elkaar te ontmoeten of even de handen uit de mouwen te steken. Maar het heeft gewoon wat tijd nodig denk ik, deze tuin bestaat pas sinds eind 2014. Ik probeer wel actief mee te draaien in deze buurt. Hoe beter je de mensen leert kennen en andersom, hoe sneller ze dan naar de tuin zullen komen. Elke eerste zaterdag van de maand organiseer ik een soort ‘Open tuin-dag’, dan zorg ik dat het hier extra gezellig is. Er zijn dan kraampjes waar je iets kunt kopen, eten en drinken en laatst was er ook een valkenier. Op die dagen is het hier echt een feestje!” Helemaal stress-vrij, dankzij de citroenmelisse, verlaat ik het klooster. Volgens mij is het daar élke dag een feestje.