Hoevenlandschap

Hoevenlandschap:

Aan de oostkant van Nijkerk bevindt zich een hessen- of hoevenlandschap, wat inzicht geeft in de agrarische activiteiten door de eeuwen heen. Het is een kleinschalig landschap, met bochtige wegen en onregelmatig gevormde perceelsgrenzen. Her en der staat een oude boederij, hoge essen worden afgewisseld met lager liggende weilanden. Langs de beken vindt u de belangrijkste natuurwaarden, maar ook de houtwallen langs de akkers hebben een rijke flora en fauna. De oude agrarische cultuur rondom Nijkerk is te herkennen aan een vijftal elementen, die meestal hand in hand gaan.

Kenmerken agrarische cultuurhistorie Hoevenlandschap Nijkerk:

Een zestiende, zeventiende of achttiende- eeuwse boerderij, met potstallen. Deze herkent u aan de lage deurtjes en luiken aan de zijkanten van de stallen. Gelegen in de buurt van een beekje, waar het vee kon drinken. Verhoogde akkers, essen geheten, omringd door houtwallen.In de directe omgeving heide. Voor het bemesten van één hectare bouwland, was tien hectare heide nodig. De aanwezigheid van een schaapskooi.

Bemesting: van plaggen tot potstal:

De boeren brachten vanaf de zeventiende eeuw heide- of grasplaggen in de schaapskooi. De meeste boeren hadden wel een kudde schapen, allereerst voor de wol en het vlees, maar ook om de heidevelden te begrazen. De plaggen in de stal hielden de schapen droger en de wol schoner. Bovendien waren de bemeste plaggen bruikbaar als mest voor het land.
Het potstalsysteem was een andere wijze waarop de boeren te werk gingen. De verlaagde potstal werd opgehoogd met heideplaggen, waar het vee op verbleef. Zo werden de plaggen bemest, waarna ze door de deurtjes naar buiten werden geschept. De boer ploegde de plaggen door de akker.

Es of Enk:

Veel gewassen hebben een lage waterstand nodig. De boeren maakten gebruik van de hoger gelegen dekzandruggen voor hun akkers. Hoewel de plaggen verteerden op het land, kwam er altijd wat zand mee de akkers op, waardoor na eeuwen bemesten de akkers zichtbaar hoger liggen dan de omgeving. Zo’n verhoogde akker op een dekzandrug wordt in deze omgeving Es of Enk genoemd.

De houtwal; van ecologische waarde:

Een houtwal is een door mensenhanden opgeworpen wal langs een akker, vaak met een sloot er langs en beplant met bomen en struikgewas. De houtwal diende als begrenzing, als bescherming tegen vee, wild en stuifzand. Hogere struiken zaagde men gedeeltelijk door en vlocht men door elkaar. Zo ontstond een ondoordringbare barrière, waar wilde zwijnen, herten, reeën en vee niet doorheen konden dringen om de oogst op te eten.
Toen rond 1900 prikkeldraad in opkomst was, raakten de houtwallen hun functie kwijt. Deze verdwenen dan ook rap uit het landschap. Rondom Nijkerk zijn veel houtwallen bewaard gebleven, daar de grootgrondbezitters ze graag gebruikten voor de jacht. Klein wild hield zich er schuil en kon gemakkelijk worden opgejaagd en geschoten. Nog steeds treft u een bijzondere soortenrijkdom in deze doornachtige wallen van meidoorn en sleedoorn. Dieren als de das, vlinder, haas en ree gebruiken de houtwal als corridor en deze fungeert dan ook als belangrijke ecologische verbindingszone tussen verschillende natuurgebieden