Vogels
Nestkasten en het broedseizoen
Het broedseizoen is in volle gang: een prachtige periode als de nestkasten bewoond zijn!
We gaan in de praktijk mooie momenten beleven tijdens deze periode zoals de kasten controleren op eieren en jongen. De zelfgemaakte nestkasten, klein en groot, hangend en vrijstaand, bieden nestgelegenheid aan allerlei vogels.
Soorten nestkasten
Nestkasten hebben een belangrijke waarde voor elke vogel. Ze geven beschutting, slaap- en broedgelegenheid.
Er zijn veel soorten nestkasten; om er maar enkele op te noemen:
* klein voor kool- en pimpelmezen, of het winterkoninkje.
* groot voor steen- en kerkuilen en torenvalken.
* hangend, (zoals wandtillen) voor huiszwaluw en boerenzwaluw.
* vrijstaande tillen voor huiszwaluw.
Waarom al deze nestkasten?
* er zijn te weinig natuurlijke nestplekken, bijvoorbeeld te jonge beplanting waar ze geen beschutting in vinden en door het gebruik van onnatuurlijke materialen aan huizen en gebouwen.
* geen juist biotoop waar ze water, voldoende insecten, voedsel, nestmaterialen en beschutting kunnen vinden.
Wanneer?
Elk voorjaar, in februari/ maart zijn in ons werkgebied de nestkasten al klaargemaakt om weer als broedplek te dienen voor het nieuwe broedseizoen. Met ons werkgebied bedoelen we:
*het open veld, dorpen, laagstamfruitboomgaarden, hoogstamfruitbomen, zolders van boerenschuren en kerken/ kerktorens.
Overal functioneren de bezette kasten als natuurlijke bestrijding tegen schadelijke organismen.
Nestkasten klaargemaakt?
Zeker niet vergeten:
De nestkasten staan het hele jaar door in weer en wind. Daarom worden alle kasten gecontroleerd op tocht, vocht en stabiliteit (goede bevestiging).
Bij het maken van de kasten staat kwaliteit voorop en door de jaarlijkse controle gaan de kasten zo’n 10 tot 15 jaar mee.
Belangrijk: bij het plaatsen van nestkasten:
* zorg dat de opening van de kast oost- zuidoost gericht is.
* zorg dat de kasten niet te hoog hangen; liefst tussen 2,20 -2,50 m
* bestrooi de kasten voor uilen en valken met beukensnippers of vlas.
Activiteiten in de broedtijd:
Kastcontrole op ei en jongen, afhankelijk van de soort vogel.
Het mooiste moment is, als de kast weer wordt geopend met de vraag:
* hoeveel eieren?
* hoeveel jongen?
Het aantal muizen (prooien/ voedsel) bepaalt het aantal eieren/ jongen.
Bijvoorbeeld bij roofvogels (steenuil en torenvalk) geven legsels van 5-6 eieren/jongen een goed muizenjaar aan.
Jongen ringen: eind mei, juni en juli.
De jongen van de steen- en kerkuil en torenvalk.
Als de jongen tussen de 12-15 dagen oud zijn, gaan we ringen. De vogels worden dan ook gewogen en de vleugels worden opgemeten.
Meedoen?
Een hele belevenis om dit eens mee te maken.
Aanmelden om mee te beleven kan via Jan de Veen, lid van de Vogelwerkgroep van IVN Meerssen:
Op de website en in de nieuwsflitsen van IVN Meerssen wordt aangegeven als er een activiteit plaatsvindt.
