Landschap met groene velden, boompjes en een weg bij zonsopgang, met een bewolkte hemel. Bloemen en planten

Uiterwaarden: Havikerwaard en Velperwaarden

Havikerwaard bij zonsopgang. Links de toren van Doesburg.

Het zuidelijke deel van ons gebied kent een reeks ‘waarden’, rivieruiterwaarden die gekenmerkt worden of werden door periodieke overstroming door de IJssel, waardoor de bodem in de loop van de eeuwen is opgebouwd uit door water afgezette, lichte tot zware rivierklei. Een voedselrijke, sterk waterhoudende bodem. Kenmerkend voor het gebied zijn: grote open ruimte met veelal éénvormige groene vegetatie, afgewisseld met hagen en bomenrijen. Enkele percelen zijn sinds begin 1970 met Populier beplant. In dit gebied kun je best een paar typen levensgemeenschap onderscheiden, maar we beschouwen toch het grote geheel “uiterwaard”, omdat al die elementen sterk onder directe invloed staan van de rivier, waarbij periodieke overstromingen het meest kenmerkend zijn.

De hagen herbergen een wisselende samenstelling van Zwarte Els, Spaanse Aak, Schietwilg, Meidoorn, Sleedoorn en Liguster als belangrijkste haagvormers. De meeste open ruimte wordt in de Havikerwaard gevuld met eenvormige akkers van Engels Raaigras of Maïs. De Velperwaarden kennen meer afwisseling van (half)natuurlijke begroeiing en ontwikkelend moerasbos.

Bij niet-bemesten kunnen we bloemrijke graslanden verwachten: Goudhaver, Kropaar, Timotheegras, Grote Vossenstaart, Zachte Haver, Margriet, Gele Morgenster, div. soorten Boterbloem, Knoopkruid, Wilde Peen, Hopklaver, Echte Koekoeksbloem, Veldgerst, Gewone Rolklaver en Aardaker. Denk dan vooral aan de wegbermen. Bermen zijn vrijwel altijd een mini-gradiënt tussen hoog en laag, droog en nat en overgangsgebiedjes zijn altijd een reden alert te zijn op interessante ontmoetingen.

Dit gebied leende zich voor extensieve landbouw. Veehouderij, hier en daar wat graanverbouw. Later, sinds de jaren zeventig, vergezeld van de eeuwige maïsvelden en enkele populierenbossen.

De zware rivierklei werd tot voor enkele decennia ook verwerkt tot baksteen in een reeks steenfabrieken die direct aan de rivier waren gevestigd. Met de introductie van gewapend beton begon de neergang, afgemaakt door de schaalvergrotingen in de tweede helft van de afgelopen eeuw. De Meteoor in Rheden (betonbouw) en K3  in de Havikerwaard Delta (zand- en grindwinning) liggen daar echter niet bij louter toeval, net zo min als de rotte kies tussen Velp en Rheden, genaamd Riverstone – de oude steenfabriek.

Sleedoorn in de Havikerwaard

Heggen waren in deze lage gebieden uitgebreid aanwezig als afscheiding van percelen. De heggen worden gekenmerkt door een grote rijkdom aan kleine zangers, jagers en insectensoorten. De uitvinding van het prikkeldraad maakte deze hagen overbodig en vaak zelfs hinderlijk (schaduwwerking, oppervlak!). In de uiterwaard onder Dieren (Hof te Dieren, nabij de wijngaard) is door het actief vlechten van heggen op ouderwetse boerenwijze weer prachtig te zien hoe de situatie in de Havikerwaard tot begin jaren zeventig is geweest.

Echte koekoeksbloem in rivier begeleidend nat grasland

Tot de vogelsoorten die in dit gebied  broedend worden aangetroffen behoren de IJsvogel, Torenvalk en ook wel de Bruine Kiekendief. Braamsluiper, Rietgors, Zwartkop, Grasmus, Heggemus, het Bokje en de Wulp zijn hier als broedvogel thuis. Zomertaling, Wilde Eend, Scholekster en Kievit behoren tot de broedende soorten, evenals de Ooievaar. Het moerasbos in de Velperwaarden is een rustplek voor een wisselend aantal Grote Zilverreigers en een enkele Lepelaar. Vooral de Buizerd voelt zich in winter in de waarden thuis, op zoek naar mollen, muizen, wormen, een konijn of ander klein wild.

Overstroming van de uiterwaarden bij hoge IJsselstand

Het gebied is verder vooral bijzonder interessant als doorreisroute tijdens de vogeltrek. Met een beetje geluk tref je hier dan foeragerende of overvliegende Kraanvogels. Het zijn echte praters en ze vliegen ook ‘s nachts, soms in groepen van honderd of meer. Daarnaast treffen we met honderden tegelijk de Grauwe Gans, inmiddels al jaren een vertrouwd beeld. Let op mogelijke Kol- Rot- en Brandganzen. En met wat geluk tref  je de Visarend op jacht. Wie weet maakt de Zeearend definitief een entree in het gebied. Smienten en Wintertaling zijn doortrekkers. Ook Kramsvogels, Koperwieken en wisselend per jaar de Pestvogels trekken in grote groepen het gebied in de winter binnen. In de loop van 50 jaar trof ik Slobeenden, Kuifeenden, de Krakeend, Watersnippen, Pijlstaarten, Grutto’s (helaas steeds minder), Oeverlopertjes en Kleine Plevier aan.

In de zuidflank van de Havikerwaard vindt zand- en grindwinning plaats. Met deze vorm van industrie wordt zeer ingegrepen in de biodiversiteit van het gebied. Deze activiteiten zullen zich richting de zgn. “Lamme IJssel” voortzetten tot de weg Dieren – Doesburg. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat na winning het gebied zo wordt vormgegeven dat zich natuurlijke zacht- en hardhoutooibossen naast natuurlijke moerassen kunnen ontwikkelen. Op die manier wordt een vorm van natuurbouw toegepast die op de langere termijn winst voor de biodiversiteit zal opleveren.

 

 

Ontdek meer over

Deel deze pagina