Milieu-impact van verpakkingen

Bijdrage van de werkgroep duurzaamheid. Lydia de Waard-Levöleger

De milieu-impact van verpakkingen hangt van veel dingen af. Bijvoorbeeld van het materiaal zelf, waar je het voor gebruikt, en of je het goed kunt recyclen of hergebruiken (bij statiegeld)Voor het maken van verpakkingen zijn grondstoffen en energie nodig. Dat belast het milieu. Ook het vervoer en recyclen van verpakkingen kost energie. Toch zijn veel verpakkingen nuttig: ze voorkomen dat voedsel bederft en dat producten beschadigen.

Milieuvriendelijke verpakking kiezen
Bier in blik of in een statiegeldflesje? Een papieren zakje voor je appels of toch liever plastic? Welke verpakking kies jij als je in de winkel staat? Een product in de winkel kan in allerlei verpakkingen zitten. Sinaasappelsap kan bijvoorbeeld in een kartonnen pak, glazen fles of plastic fles zitten. Veel mensen vragen zich af welke verpakking het milieuvriendelijkst is. Dat is helaas niet goed te zeggen: er spelen heel veel factoren mee. En vaak zijn er te weinig gegevens om een goede vergelijking te maken. In het algemeen geldt dat de impact van de verpakking meestal laag is, zeker als hij na gebruik goed gerecycled wordt. Kies dus het product dat jij het liefste gebruikt en gooi de verpakking in de juiste bak.

Een paar afwegingen die je kunt maken
Voor een paar verpakkingen en producten geeft Milieu Centraal enkele vuistregels. Statiegeld wint van eenmalige verpakkingen en plastic wint vaak van glas, omdat het materiaal veel lichter is.

Papier of plastic?
Papier lijkt een milieuvriendelijker verpakkingsmateriaal dan plastic. Een kilo papier veroorzaakt minder broeikasgassen dan een kilo plastic en de grondstof (hout) is bovendien hernieuwbaar. Maar voor papier heb je wel productiebossen nodig en die nemen veel ruimte in. Bovendien verschillen de eigenschappen van papier en plastic. Papier is bijvoorbeeld minder sterk dan plastic. Voor een papieren tas is dus meer materiaal nodig dan voor een plastic tas waar hetzelfde gewicht in kan. Allebei de materialen kunnen goed gerecycled worden. Plastic heeft wel één groot nadeel: als het als zwerfafval in zee belandt, draagt het bij aan de ‘plastic soep’.

Verder hangt de materiaalkeuze vaak af van het product dat erin zit: vloeistof kun je bijvoorbeeld niet in papier verpakken. En koekjes blijven langer vers in luchtdicht afgesloten plastic dan in papier.

Drinken thuis en onderweg
Onderweg even een flesje water of blikje fris drinken kopen: we doen het allemaal wel eens. Voor het milieu kun je er beter een gewoonte van maken om zelf een hervulbaar flesje drinken mee te nemen. Als we dat allemaal doen, scheelt dat alleen al bij water 1 miljoen flesjes per dag! En wist je dat je je eigen koffie- of theebeker kunt meenemen naar het koffietentje op het station?

Liever kraanwater dan bronwater
Kraanwater is beter voor het milieu dan bronwater, en bijna 200 keer goedkoper. Het is bovendien net zo veilig en lekker.

Liever groot dan klein
Eén grote verpakking is vaak milieuvriendelijker dan meerdere kleine verpakkingen. Maar dat geldt alleen als je de hele inhoud opmaakt. Moet je een deel weggooien omdat de prik eruit is, je er geen zin meer in hebt, of het bedorven of niet meer lekker is, dan doe je het voordeel vaak weer teniet.

Bier in blik of flesje?
Een glazen statiegeldflesje is de meest milieuvriendelijke verpakking voor bier. Een statiegeldflesje kan wel 40 keer gevuld worden: dat spaart nieuwe grondstoffen, energie en afval. Voor onderweg kun je een blikje kiezen: staal is dan beter dan aluminium. Eenmalige glazen flesjes scoren het slechtst.

Statiegeld wint van wegwerp
Flessen met statiegeld – zoals plastic PET-flessen en bierflesjes – zijn milieuvriendelijker dan flessen zonder statiegeld. Dat komt vooral omdat bijna 100% van de flessen weer ingeleverd worden. Doordat de ingeleverde PET-flessen allemaal uit hetzelfde materiaal bestaan, is sorteren niet nodig en kunnen ze makkelijk gerecycled worden. De PET-flessen worden versnipperd en omgesmolten tot nieuw flessen.

Eenmalige PET-fles of glazen fles?
Eenmalig PET (plastic) is in veel gevallen beter voor het klimaat dan eenmalig glas. Of dat zo is, hangt af van het gewichtsverschil tussen de verpakkingen: als de PET-verpakking minstens 6 keer lichter is dan glas, is PET beter voor het klimaat. Dat blijkt in veel gevallen zo te zijn. Verpakkingen waar je dan aan kunt denken zijn die van olie, pindakaas, soep en mayonaise.

Gewoon plastic of bioplastic?
Bioplastic is gemaakt van planten zoals aardappels, maïs of rietsuiker. Dat zijn hernieuwbare grondstoffen: je kunt ze steeds opnieuw aanplanten. Dat is het voordeel ten opzichte van gewoon plastic: dat is gemaakt van aardolie, een grondstof die opraakt. Sommige bioplastics hebben dan ook een lagere CO2-uitstoot dan gewoon plastic. Maar gerecycled plastic scoort ook niet slecht op grondstofgebruik en energiegebruik. En bioplastic wordt op dit moment nog niet apart gerecycled, gewoon plastic wel. Een nadeel van bioplastic is dat er (kunst)mest, bestrijdingsmiddelen en landbouwgrond nodig zijn voor de productie. Het maken van kunstmest en bestrijdingsmiddelen kost energie en deze producten vervuilen de bodem en het water. Wereldwijd is er steeds minder goede landbouwgrond, en die is ook nodig voor andere dingen zoals voedsel, hout, katoen, veevoer en biobrandstoffen.

Geen oplossing voor zwerfafval
Vaak wordt als voordeel van bioplastic genoemd dat het composteerbaar is. Maar inmiddels is de doorlooptijd in speciale composteer-machines zo kort (1 tot 2 weken) dat het daar te langzaam vergaat, laat staan in de natuur of op straat. Bioplastic is daarom geen oplossing voor het zwerfafvalprobleem. Bovendien: áls het vergaat in een composteermachine, levert het geen compost op maar valt uiteen in water en CO2. Het levert hooguit een beetje energie op als het eerst vergist wordt.

Bron: https://www.milieucentraal.nl