Blog #35

Wat sluipt daar door het struikgewas?

Anna van Beek

In de zomer worden wij regelmatig verrast door bedoelde of onbedoelde dierenbezoekjes in huis: een mussenjong, vers uit het nest naar binnen gedwarreld, een zwartkopje idem dito, of een door kater Bram levend meegebracht kikkertje. Of een veldmuis, die door hem vakkundig wordt ontdaan van zijn niet eetbare onderdelen, te weten vel, skelet en galblaas,  en vervolgens verorberd. Toch netjes van hem. Spitsmuizen lust hij niet; die zijn om de vaardigheden bij te houden. Gelukkig blijft hij van vogels af.

Tot zover binnenshuis. Maar nu buiten: het begon met een gat in de grond in de tuin: veel te groot voor een muis… Wie woont daar? Poes en ik besteden respectievelijk vele uren en minuten starend naar de ingang, maar betrappen de bewoner niet. En wat zag ik daar door het weiland achter de tuin golven…een roodbruin slank streepje… wezeltje… hermelijn?? … Een bunzing is veel donkerder bruin toch? En dan dat verhaal van de  buurman: iemand had bij hem een joekel van een dode rat op z’n oprit gelegd; “wie doet nou zo iets?!” Nog meer puzzelstukjes: het stonk deze zomer opeens fiks in de schuur. Als we de houtstapels uit elkaar trekken komt er een nest met keutels en pis tevoorschijn. Niet lang daarna vinden we op ons terras een dood zoogdiertje, klein, en dat ziet er echt niet uit als een rat: licht bont met wat langere donkere haren… is dit een jong Muskusratje? De vondst van een knus holletje in het stro in de tuin, het bepoept en beplast vinden van een oud dekbed in de schuur… Totdat ik, hè hè, op het briljante idee kom om die keutels eens te vergelijken met wat ik op internet aan afbeeldingen en beschrijvingen van poep vind. En dan begint het te dagen: dit moet afkomstig zijn van een woelrat! Of een hele familie woelrat? (dat nest, dat dode jong?)

woelrat,waterrat,roodbruinWikimedia,Peter Trimming

Opeens vallen alle puzzelstukjes op z’n plek: de achtertuin wordt inderdaad van het weiland gescheiden door een sloot, waar woelratten zich graag blijken op te houden; en kleine marterachtigen komen op die voedselbron af. En opeens begrijp ik waar die bulten zand vandaan komen die al jaren regelmatig in de (ongefundeerde) bodem van de schuur oprijzen: woelratten blijken verwoede tunnelgravers volgens de beschrijving!
Alle waarnemingen bij elkaar opgeteld kan ik er waarschijnlijk nu wel vanuit gaan dat onze achtertuin en schuur bewoond worden door één en waarschijnlijk meerdere woelratten. Nadat we het (kraam?)nest hadden opgeruimd vonden we de meest recente poepsporen opeens op de fauteuil die voor de houtkachel in de schuur staat. Wel ja! Maar eigenlijk ook wel best: met een paar kranten erop heb ik ze liever daar dan tussen het textiel. Wat mij betreft blijven het onze Tuindieren. Die marterachtige zorgt er wel voor dat de bevolking niet explodeert.

Reageren? ivngroningen.redactiegroeningen@gmail.com


Foto ‘s: © Wikipedia|Peter Trimming