Blog #27

Stadsreus

Anna van Beek

’t Is wat stilletjes in de tuin: de gierzwaluwen zijn al weg, de meeste andere vogels hebben de kinderen uit de luiers en houden zich ruiend koest, of zijn ook al vertrokken naar het Zuiden. Des te meer valt mijn oog nu op ander vliegend materieel, zeker nu we zo’n goed vlinderjaar hebben: daar zijn gelukkig de Kleine Vosjes en Gehakkelde Aurelia’s weer, die vorig jaar zo ontbraken… Als de zon maar even doorbreekt, gonst het in de Cosmea en de vlinderstruiken dat het een lieve lust is.

Maar wat zit daar nu toch voor enorm beest in de Kogeldistels? Tussen tientallen hommels zie ik een dik glanzend lijf ter grootte van ongeveer een Hoornaar… geel met zwart gestreept, het type waarvan kinderen gillend en meppend op de vlucht slaan…
Maar het is zeker geen wesp of hoornaar; de kenmerkende taille ontbreekt. En het teddy-vachtje van een hommel of bij heeft ie ook niet. Gelukkig laat hij/zij zich makkelijk fotograferen, en de steeds beter wordende ObsIdentify-app levert direct uitslag: dit is een Stadsreus, 99% zeker! Nog nooit gezien, ook al heb ik reeds 62 zomers meegemaakt…

Ik licht het doopceel van de Stadsreus uit diverse internetbronnen en ontdek dat dit een zweefvlieg is, in het Latijn Volucella zonaria geheten, die met het warmer worden van onze zomers steeds vaker hier gezien wordt, vooral als er langere tijd zuidoostelijke wind staat. Behalve Stadsreus, vanwege zijn voorkeur voor een stedelijke omgeving, wordt hij ook wel Hoornaarzweefvlieg genoemd, dus zó gek was die eerste indruk nog niet. Maar een angel, zoals de hoornaar, heeft hij niet, en wel de voor zweefvliegen zo typerende rukkerige manier van vliegen: steeds even ‘hoverend’ stilhangend, om dan weer als een haas haken te slaan in de lucht.

Heel bijzonder is de jeugd van de Stadsreus: die speelt zich namelijk af op de bodem van een bewoond wespennest. Hier voedt de larve zich met dode wespenlarven en stervende wespen. Hij is dus geen parasiet, maar eerder een soort vuilnismannetje.
Hoe het mogelijk is dat het zijn zweefvliegmoeder, zonder enig mogelijk verweer, gelukt is om in dat wespennest binnen te dringen en eitjes te leggen zonder herkend en gedood te worden, is (nog) niet bekend. (Het zou mij niet verbazen als dat met geur te maken had, zoals bij andere nest’krakende’ insecten het geval is gebleken.)
De larven overwinteren in het door de wespen in het najaar verlaten nest en verpoppen zich in de zomer tot volwassen insecten, die zich voeden met nectar en stuifmeel. Aha, dat verklaart hun aanwezigheid in mijn (half stadse) tuin wel: de vele meters bloeiend Koninginnekruid hier achter moeten hun Luilekkerland zijn…

stadsreus,zweefvieg,Sytske Dijksen

Dit jaar heb ik voor het eerst de obligate (tuincentrum-)éénjarigen vervangen door planten uit zelf opgekweekt inheems biologisch zaad van de Bolster: dat scheelt de wereld in insectenbezoek! Het is wel een extra werkje om je tere zaailingetjes uit de muilen van slakken te houden, maar smikkelende insecten kijken in je tuin is minstens zo leuk als vogels kijken!
(Antislak-tip: zaai bijen/vlinder-aantrekkend bloemzaad buiten in potten op een tuintafel en plaats die potten pas als de planten groot en sterk zijn tussen je borderplanten, of op een rekje of vuurkorf-onderstel.)


Foto boven: © Ingeborg Luiken, onder: © Saxifraga|Fitis-Sytske Dijksen