Blog #17

Het haasje…

Ina Velthuis

Vorig jaar kwam ineens het bericht: ‘De haas staat op de rode lijst van bedreigde dieren in Nederland’. Die had ik niet zien aankomen. Hazen, zo normaal voor het Groningen boerenland, bedreigd?

Ik zie ze regelmatig als ik mijn vogeltelrondje doe. Gedrukt, plat op de grond, helemaal vertrouwend op hun schutkleur. Maar ik zie ze toch. Af en toe een foto maken. Als je goed kijkt zie je pas hoe mooi ze zijn en vooral dat ze zulke mooie ogen hebben.
Hoe zit het dan in mijn gebiedje? Gaat de hazenstand daar ook achteruit? Er is maar één manier om daar achter te komen… tellen, tellen, tellen. Want meten is weten.
Dus behalve de vogels tel ik nu ook de hazen.

Geen peil op te trekken, die hazen. De ene keer nul en de volgende keer 45. Ik merk dat ze zich toch goed kunnen verstoppen en als je goed wilt tellen, je heel goed moet turen. Elk hobbeltje in het weiland kan een haasje zijn. Ik heb er vast heel veel gemist.

haas,rode lijst,drukken,ogen,zoogdier

Het seizoen maakt natuurlijk veel uit. In het voorjaar komen ze te voorschijn. Niet voor niets dat de haas het symbool van de lente is. Op bepaalde stukken zitten er soms tien bij elkaar in vergadering. Dat is dus het rammelen, het paringsgedoe van hazen. Mannetjes aan het boksen met elkaar en achter de vrouwtjes aan rennen. Het mannetje heet een rammelaar, het vrouwtje de moer en het jonkie gewoon een haasje. O nee, dat heet een pulsterling, volgens Wikipedia.
Gericht tellen, dan zie je ook waar ze zitten en vooral waar niet. Wat hogere grond, met schuilmogelijkheden en meerdere soorten gras, dat zijn de stukken waar de hazen zitten.

Gelukkig genoeg hazen in mijn gebiedje. Voor volgend jaar weet ik waar ik op moet letten en hoe ik beter kan tellen (avondschemering is de beste tijd). Wel vraag ik me nog af hoe de zoogdierenvereniging de hazenpopulaties telt.
Die rammelaars, moeren en pulsterlingen, met hun mooie ogen wil ik nog niet kwijt.

Advies aan iedereen die vogels telt: neem de hazen ook mee!

Foto’s: Ina Velthuis