Tijdelijke natuur; Havennatuur groeit en bloeit!

Tijdelijke natuur; Havennatuur groeit en bloeit!

Delft 12 oktober 2017

door Aleida van den Akker

Verslag lezing Jan Putters, Havenbedrijf Rotterdam op 12 oktober 2017 in De Papaver in Delft.

35 mensen luisterden geboeid naar Jan Putters. Hij vertelde dat het Havenbedrijf ca. 12.500 ha grond in bezit heeft (Rotterdamse en Dordrechtse haven) en dat daarvan 78 ha natuurlijk wordt beheerd. 840 ha ligt nog te wachten op een huurder, de rest is al verhuurd aan bedrijven.

Braakliggende terreinen

Als een klant zich meldt wil het Havenbedrijf hem natuurlijk gelijk een kavel kunnen aanbieden. Het zou daarom belemmerend werken als de uitgifte daarvan wordt verhinderd door de eventuele beschermde natuur daar. Een methode om dat te voorkomen is het voortdurend verhinderen dat beschermde soorten zich op die plekken gaan vestigen. Bijvoorbeeld door het gebied met bulldozers kaal te houden. Daar heeft het Havenbedrijf gelukkig niet voor gekozen. Samen met de overheid is een methode ontwikkeld dat de natuur zich mag vestigen, maar dat deze verplaatst wordt als dat nodig is. Met een ontheffing in het kader van de natuurwetgeving.

Rugstreeppad

Een voorbeeld is de rugstreeppad. Als een kavel aan een bedrijf verhuurd gaat worden, wordt eerst nauwkeurig nagegaan wat er zit, en worden de rugstreeppadden gevangen en overgezet naar één van de 18 betonnen poelen die daar speciaal voor zijn aangelegd. Inmiddels zijn er 300 rugstreeppadden in het gebied aanwezig, een behoorlijke stijging, in het begin waren er ‘maar’ 200 aanwezig. Inmiddels zijn de poelen zo’n 10 jaar oud en beginnen scheuren te vertonen, waardoor ze gaan lekken. Daar moet nog wel iets op verzonnen worden. Overigens zijn 3 van de poelen, nl. die in het Geuzenbos, voor het publiek bereikbaar.

Wegbermen, kades en leidingstroken

De natuur krijgt verder vooral een kans op de wegbermen, kades en muren en ook de leidingstroken van soms wel 30 meter breed. Die leidingstroken zijn streng verboden voor publiek, het zijn de stroken waaronder de transportleidingen liggen waardoor producten en grondstoffen vervoerd worden. Dit is een belangrijke vervoersmethode voor de haven, naast het transport met de auto of het schip. Regelmatig wordt er gewerkt aan deze leidingen, de grond wordt dan omgewoeld en dat geeft weer een explosie aan orchideeën.

Groenknolorchis

Er komen in het gebied 40 exemplaren van dit plantje voor. De precieze locatie wordt niet bekend gemaakt omdat het blijkt dat mensen ze willen meenemen. Verplaatsen mag van de overheid, maar het heeft nooit tot een goed resultaat geleid. Het blijkt dat deze groenknolorchis genetisch tot dezelfde populatie hoort als de 1000 exemplaren die in Oostvoorne groeien. Eigenlijk wil het Havenbedrijf voor het geld dat ze besteden aan ‘hun’ 40 exemplaren de groenknolorchissen van Oostvoorne helpen. Maar dat staat de natuurwetgeving niet toe.

Vleermuizen

In het gebied komen aardig wat vleermuizen voor. Zoals de rosse vleermuis, de ruige dwergvleermuis, de gewone dwergvleermuis en de watervleermuis. Toen het Havenbedrijf het gebouw van hotel de Beer opkocht en het wilde slopen, bleken daar ook vleermuizen in te huizen. Daarom zijn voorafgaande aan de sloop eerst vleermuiskasten in de buurt geplaatst.

Kleine mantelmeeuwen

Eén derde van de Europese populatie kleine mantelmeeuwen zit in het havengebied van Rotterdam! Er zijn Maasvlakte-meeuwen, die op zee vissen, en er zijn Europoort-meeuwen die hun eten zoeken in het achterland, de grasweides. Daarnaast zijn er ‘VanGansewinkel-meeuwen’ die houden van de restjes pindakaas in de ingezamelde lege potjes die in stukjes op de glasbergen van de glasinzamelaar liggen. De glasstukjes worden later weer uitgebraakt. Zo doen ze het tenslotte ook met mosselen en hun schelpen. Als bekend is dat een kavel in de zomer uitgegeven gaat worden, gaat het Havenbedrijf in februari al beginnen met het verjagen van de meeuwen. Dan immers zijn de verkenners aan het werk, de meeuwen die op zoek zijn naar een mooi plekje om te broeden. Daar worden allerlei methoden voor ingezet, bijv. Pointerhoden, groene laserstralen in de nacht of valkeniers.

Maar het blijft moeilijk omdat meeuwen heel plaats trouw zijn. Ze willen graag op hetzelfde plekje als vorig jaar. Het is zelfs eens voorgekomen dat een meeuw broedde op een pas aangelegde asfaltweg, omdat die over zijn plekje van vorig jaar ging. Naast het verjagen van de meeuwen die willen gaan broeden moet een alternatieve broedplek worden aangeboden, met zoet water in de buurt. Uiteindelijk zal dat het gebied van de Slufter, met aangelegde eilandjes, worden. Maar ook dat zal niet zo makkelijk gaan omdat meeuwen zich als eerste aan zullen sluiten bij bestaande kolonies. Het blijkt trouwens dat de meeuwen van de haven van Rotterdam, verbonden zijn met de meeuwen uit Vlissingen, Zeebrugge en Antwerpen.

De meeuwenkolonies in het Havengebied die wel op de goede plekken zitten worden geholpen door het Havenbedrijf. Zo wordt een eventuele rattenplaag bestreden. Het mes snijdt in dit geval aan twee kanten: de meeuwen varen er wel bij en daarom blijven ze zitten waar ze zitten en wijken niet uit naar de gronden van de bedrijven die in het gebied aanwezig zijn, zodat die geen last van de meeuwen krijgen.

Ecologische stapstenen

Het Havenbedrijf heeft de grootste ‘Ontheffing Tijdelijke Natuur’ van Nederland. Deze ontheffing geldt als op een terrein dat een andere bestemming heeft, de natuur minimaal 1 groeiseizoen een kans gegeven wordt. Om de natuur die zo verschijnt een kans op voortbestaan te geven worden door het Havenbedrijf ecologische stapstenen aangelegd, zo wordt de uitwisseling tussen de soorten vergemakkelijkt. Zulke natuurlijke terreinen zijn o.a.: Geuzenbos, Distripark Eemhaven, Botlekbos, Vogelvallei en Landtong Rozenburg.

Duizendknopen

Deze grote plant met wortels die meer dan 4 meter diep kunnen zitten (tot wel 7 meter) is een zgn. invasieve exoot. Hij kwam via tuincentra naar Nederland. Deze kan enorme schade aanrichten, aan bijvoorbeeld funderingen, en verdringt andere soorten. Ook het Havenbedrijf heeft er last van en bestrijdt de soort. Vanwege de diepe worteling is dat niet zo makkelijk. 2 weken geleden is bespuiting met heet water beproefd. Het effect daarvan is natuurlijk nog niet bekend. Maar zowel Jan Putters als de Delftse stadsecologe Diny Tubbing, die ook aanwezig was, riepen ons op om als we de soort tegen komen deze te bestrijden. Beginnen met telkens weghalen om zo de plant uit te putten is al een goede eerste stap.

Monitoring natuurwaarden

is weten’ geldt ook hier. Als het Havenbedrijf steeds over actuele informatie kan beschikken kan het ook snel en adequaat handelen als dat nodig is, bijv. als een bedrijf te kennen heeft gegeven dat het zich in het gebied wil vestigen. Maar ook ingrijpen als er iets mis gaat met de natuur. Daarom zijn jaarlijks een man of 25 (inclusief vrijwilligers) bezig met monitoring. Jan Putters heeft daarover de regie, bijgestaan door 2 ecologen. Er is jaarlijks zo’n 200.000 euro voor nodig.

Tot slot

Het was een zeer interessante lezing met soms verassende feiten. Het Havenbedrijf wil graag bekendheid geven aan deze ‘andere kant’ van het Havengebied. Daarom ook worden bijvoorbeeld excursies georganiseerd en lezingen gegeven. Op de site van het Havenbedrijf is hier meer informatie over te vinden.

Deel deze pagina