Ringslangen zijn ongevaarlijk

In diverse weekbladen stonden foto’s van ringslangen, al of niet vergezeld met tekst waaruit een ongegronde angst voor de ringslang blijkt. Deze angst is echt niet nodig. Deze slangensoort is namelijk volstrekt ongevaarlijk!

De Ringslang
In De Ronde Venen komt maar één slang van nature voor, de ringslang.
De ringslang is een ongevaarlijke waterslang. In Nederland worden de mannetjes ringslangen maximaal één meter, de vrouwtjes kunnen maximaal één meter dertig worden. De slang kan ongeveer twintig jaar oud worden.

Rond deze tijd (begin juli) worden er veel ringslangen gezien. Dit zullen voornamelijk vrouwtjes zijn die op zoek zijn naar een geschikte plek om eieren af te zetten, zoals de broeihopen. Slangen zijn koudbloedige dieren. De ringslang moet in de zon gaan liggen om warm te worden. Als de slang warm is, gaat hij jagen of kan hij zijn voedsel verteren.

IVN DRVU - Werkgroep Amfibieën, reptielen en vissen
Broeihoop en eieren van de ringslang

Leefwijze
In maart ontwaakt de ringslang uit de winterslaap en in april wordt er gepaard. Het vrouwtje legt in juni/juli tussen de 10 en 40 eieren in een broeihoop, afhankelijk van de grootte en leeftijd van het vrouwtje. Na acht tot tien weken komen de slangetjes uit het ei. Ze zijn dan ongeveer 16 centimeter lang, wegen 5 gram en lijken op grote regenwormen. Om te groeien moeten de slangen vervellen. Na een week vervellen de jongen voor de eerste keer.

IVN DRVU - Werkgroep Amfibieën, reptielen en vissen
Een jonge ringslang en de bouw van de slang

Voedsel
Een volwassen ringslang eet voornamelijk kikkers, padden en salamanders maar soms ook visjes, muizen en hagedissen. Jonge ringslangen eten slakken, wormen en insecten. Ringslangen staan zelf op het menu van veel dieren. Een kat kan een ringslang doden maar een ringslang valt nooit een hond of kat aan!

Gevaren
De ringslang wordt in Nederland gegeten door de rat, egel, bunzing, vos, kat, kip, blauwe reiger, buizerd en nog veel andere (roof)dieren.
Het grootste gevaar voor de ringslang is de mens. Door angst voor slangen worden soms slangen gedood. Op asfalt heeft een slang geen grip, waardoor het oversteken van een fietspad of weg veel tijd kost. Daardoor worden veel ringslangen overreden.

Afweermechanismen
Als een ringslang wordt bedreigd zal hij hard gaan sissen, dreigen om vijanden af te schrikken. Soms voert de slang een schijnaanval uit. Hierbij is de bek gesloten. Daarna zal hij proberen te ontsnappen. Wanneer een slang door heeft dat dreigen geen succes heeft, zal hij gaan doen of hij dood is. Hij leegt zijn anaalklier wat een enorme stank afgeeft en hij zal op zijn rug gaan liggen met zijn bek open en zijn gevorkte tong uit de bek stekend.

Soms laat de slang zelfs een bloeddruppel uit zijn mondhoek ontsnappen. Dit allemaal alleen maar om zijn vijand te misleiden. Door de stank denkt de vijand dat de slang al heel lang dood is, wat niet heel erg aantrekkelijk is om de slang op te eten. Zo hoopt de slang dat de aanval stopt en dat hij weer met rust gelaten wordt.

IVN DRVU - Werkgroep Amfibieën, reptielen en vissenAndere slangen in Nederland
In Nederland komen drie soorten slangen voor. De ringslang, de adder en de gladde slang. De gladde slang is een zeldzame, schuwe, moeilijk te ontdekken slang. Ook deze slang is niet giftig en ongevaarlijk. De adder komt nog op enkele plekken in Nederland voor, denk aan de Veluwe, Drenthe en Oost-Nederland. De adder is wel giftig. De kans om aan een adderbeet te overlijden, is echter heel klein.

Bescherming
Alle reptielen en amfibieën in Nederland zijn beschermd. Het verstoren, vastpakken, verplaatsen, vangen of doden is dan ook strafbaar en verboden!

IVN De Ronde Venen en Uithoorn (WARV) en De Groen Venen
Vereniging voor milieu- en natuurbescherming Vinkeveen en Waverveen, zetten zich in voor de bescherming van de Ringslang.
Neem bij vragen contact op met Patrick Heijne (IVN), 06-21867929.

Digitale artikelversie www.0297-online.nl, 2015-29, 150715
Digitale krantversie De Groene Venen 2015-29, 170715
Digitale krantversie Nieuwe Meerbode 2015-30, 220715, p3

Naar WARV Publicaties