Column week 34, Lekker langzaam lopen langs de spoordijk
Op een mooie vrijdagmiddag wandel ik weer eens op de spoordijk in Vinkeveen richting de A2. Het einde van de zomer nadert, de vogels doen er het zwijgen toe want met de jongen het nest uit is de territoriumdrift aardig getemperd. De planten daarentegen groeien en bloeien dat het een lieve lust is. Vooral reuzenbalsemien tiert welig langs de rand van het pad. Vroeger als ik kind al kon ik niet langs een plant met springzaad lopen zonder de op springen staande vruchten een zetje te geven, en nog steeds kan ik het niet laten. Dat zal de Europese Unie geen goed idee vinden, want de soort wordt beschouwd als een invasieve exoot. Een ongewenste vreemdeling dus, ingevoerd midden 19e eeuw vanuit de Himalaya. De plant woekert behoorlijk, maar sterft in de herfst volledig af en laat dan een woestenij (en heel veel zaden) achter. Net als de Japanse duizendknoop een bedreiging voor de inheemse natuur. Desondanks is het een mooie plant. De bloemen zijn één grote verleiding voor insecten, compleet met een kleine landingsbaan, ingebouwde nectarklieren en een geheimzinnige tunnel , precies groot genoeg voor een flinke hommel. Als de insecten hun werk gedaan hebben, vallen de bloemen uit en groeit het vruchtbeginsel uit tot het ongewenste zadenlanceerplatform dat ik nu dus een handje sta te helpen. Vergeef me, Europese Unie, ik wist het niet, totdat ik deze column schreef…. Even verderop ga ik linksaf het weiland in, richting het vogelkijkscherm. Als ik daar aankom vliegt kwetterend een zwerm puttertjes op. Al gauw zie ik waarom ze er graag zitten want het scherm is bijna dichtgegroeid met akkerdistel, vol met de zaadjes waar deze prachtige geel –rood-zwarte vogeltjes gek op zijn. Niet voor niets worden ze ook wel distelvink genoemd. Naast de distels groeit er ook volop koninginnekruid waar veel vlinders op af komen. Niet dat ik al deze planten uit mijn hoofd ken, maar met de apps plantnet en obsidentify op mijn mobiel heeft de natuur nog maar weinig geheimen. Boven het weiland schommelt een bruine kiekendief laag door de lucht op zoek naar prooi, terwijl even verderop een torenvalk stil in de lucht hangt te turen of er voor hem nog iets te eten valt. Plotseling zie ik uit mijn ooghoek een reiger opvliegen, waar iets vreemds mee is. De ‘gewone’ blauwe reiger heeft nogal harde kleuren, maar om dit exemplaar hangt een pastel-achtige waas. En inderdaad, met de kijker erbij zie ik dat het een purperreiger is! Een stijlvol gekleurde vogel die ik hier langs de spoordijk nog nooit heb gezien. Op de terugweg zie ik nog een schicht over het water gaan die achtereenvolgens oranje, groen en kobaltblauw kleurt in het zonlicht: een ijsvogel! Ach, als je geen haast hebt en je ogen goed de kost geeft is er genoeg te zien in de natuur dichtbij huis.
Sep Van de Voort,
IVN Natuurgids
Digitale krantversie Column 2020-34, 25 augustus 2021, pagina ?
Naar columns 2021
Vind je dit leuk? Steun ons en word lid!