Biodiversiteit

1000 soorten tuin

Apeldoorn 19 september 2024

‘Je gaat het pas zien als je het doorhebt’

Het 1000-soorten-tuin-project is een gezamenlijk project van IVN en Groei&Bloei Apeldoorn. Dit bericht is van een Groei&Bloei-er.
Natuurlijk had ik als rasechte Groei & Bloeier wel vernomen dat dit project van start was gegaan, maar ik dacht dat ik het daarvoor te druk zou hebben met andere zaken. Totdat ik de door IVN, afdeling Apeldoorn georganiseerde lezing van Luc Hoogenstein bijwoonde op 10 april. Ik was òm en máák er nu tijd voor!

Ik sluip sinds begin april regelmatig met de telefoon in de hand door mijn tuin, met of zonder macrolens, om foto’s te maken van wat ik tegenkom. Van de ontdekkingen die ik tot nu toe deed, wil ik graag e.e.a. met u delen.
Behalve wat aangewaaide wilde (stoep-)plantjes, hebben vooral de insecten mijn aandacht. Als een beestje niet te snel beweegt, het niet teveel waait, ik geduld heb èn geen kramp krijgt door te lang in een rare houding te staan, lukt het heel aardig om wat beestjes vast te leggen. Hierna probeer ik met de App Obsidentify hun naam tevoorschijn te toveren.
Behalve de insecten zelf, zijn ook hun namen prachtig, zowel de wetenschappelijke als de Nederlandse.
Enkele voorbeelden: Ik vond zowel een Schaakbordlieveheersbeestje als een Dambordvlieg. Ik vond de Roestbruine kromlijf, de Rechte waterzweefvlieg en het Langlijfje. En dan bijvoorbeeld nog het Gewoon knuppeltje en een heuse Geisha. En wat te denken van een Stadsreus in mijn tuin!

Er valt zoveel te zien en te leren.

Wist u dat de Wolfspin haar cocon met eieren bij zich draagt? En dat zij als deze eitjes zijn uitgekomen, haar jongen op haar lijf draagt? Als dat niet getuigt van zorgzaamheid. Ook de Witbandkogelspin zag ik haar ei cocon meetorsen. En dat terwijl deze net zo groot was als zijzelf!
De Gewone zakdrager is een verhaal apart: Het enige wat ik zag was een rechtop staand bosje kleine takjes op een blad. Bij toeval kwam ik er met behulp van internet achter, dat hierin een beestje woonde. De rups van deze micronachtvlinder plakt als het ware materiaal zoals bijvoorbeeld gras, steentjes of kleine takjes om het lijf. Hierdoor is hij of zij minder kwetsbaar.
Eitjes van insecten zag ik eerder niet. Nu heb ik op een blaadje van de Kamperfoelie eitjes van het Lieveheersbeestje gezien. En op de Look-zonder-Look zag ik piepkleine gouden eitjes van een Wants.
Wat dit mooie project mij tot nu toe vooral opleverde: Grote verwondering over dat wat ik nooit eerder ontdekt heb in mijn eigen tuin. Hoe kan het toch dat ik eerder vrijwel niets zag van wat zich nu laat zien?
Johan Cruijff had gelijk: “Je gaat het pas zien als je het doorhebt.”
Margriet

>> LEES MEER OVER DE 1000 SOORTEN TUIN

 

Ontdek meer over

Deel deze pagina