1000 soorten tuin

Het 1000-soorten-tuin project. 

Het hele jaar 2024 gaat een groep Groei&Bloei-ers en IVN-ers met het 1000-soorten-tuin project aan de slag. Ze gaan in hun eigen Apeldoornse tuinen uitzoeken wat er allemaal vliegt, kruipt, spontaan groeit, zwemt, ritselt, kwettert, springt, fladdert, zoemt en zingt. Dit doen ze om meer te weten te komen over de natuurwaarde van hun eigen grote of kleine tuin. In een jaar tijd leren ze spelenderwijs meer diersoorten aan te trekken, vangtechnieken (en weer vrij laten natuurlijk), manieren van determineren, mooie natuurfoto’s maken en inzichten in tuinecologie.

Ze krijgen de kneepjes van het vak aangereikt door ecoloog Luc Hoogenstein die dit al eerder in zijn eigen stadstuin deed en daar het boek ‘Mijn 1000 soorten tuin’ over schreef. Hij verzorgt vier excursies in de eigen tuinen en een lezing (is geweest op 10 april)

>> LEES HIERONDER elke maand een update over het project 

September: Tuinexcursie over bodemdieren

14 september 2024. Een mooie zaterdagochtend. Dit jaar, de vierde tuinexcursie door bioloog Luc Hoogenstein. Locatie: moestuin Havenpark. Thema: bodemdieren. Zoals daar zijn: duizendpoten, miljoenpoten, pissebedden, springstaarten, wormen, mieren, spinnen, oorwormen, bodemwantsen en kevers. Kortom, die hele vele lopende en kruipende kleine beestjes.
De meeste bodemdieren zijn nachtdieren die zich voor ons verstoppen onder tegels, in de composthoop, in het strooisel en in de grond. Daar hebben we dan ook overal gezocht. En gevonden! Om er een paar te noemen: een slangmiljoenpoot, een platrug (duizendpoot), oprolpissebedden, een veldtrechterspin, een mierenspringstaart, een gewone zwartschild (kever), een kelderpissebed en een knotskronkel (worm).
Bodemdieren zijn niet altijd makkelijk op naam te brengen. Ook de herkenningssoftware van Obsidentify heeft er moeite mee. Bijvoorbeeld, de wormen. Daarvoor heeft Luc Hoogenstein dan ook een gidsje meegebracht: de Nederlandse regenwormen van Anne Krediet. Handig, maar niet makkelijk. Ze lijken allemaal op elkaar.
Niet alleen het determineren maar ook het fotograferen van bodemdieren is een vak apart. Het helpt soms om het beestje even in een buisje of doorzichtig doosje te stoppen voordat het zich alweer verstopt heeft. Omdat het hier om macrofotografie gaat, is het ook handig om het trillen van je hand te voorkomen. En dan nog moet je vaak 10 foto’s maken om er eentje scherp te krijgen. Het is ook allemaal zo klein!
Interessante excursie over een groep tuindieren die al te gemakkelijk over het hoofd worden gezien. Genoeg tips om er in de eigen tuinen mee verder te gaan.
(Wim Vanhees)

Augustus: Nachtvlindervangst

De deelnemers van het 1000 soorten project hadden zaterdagavond 10 augustus een nachtvlindervangst onder begeleiding van Luc Hoogenstein. Deze activiteit vond plaats in de tuin van een van de leden. Deze tuin heeft een grote variatie aan wilde planten en tuinplanten, diverse bomen en struiken en grasperkjes. Dit zou meerdere soorten nachtvlinders aan kunnen trekken. Rond 21.30 uur werd een wit laken gespannen tussen 2 palen, een lamp, die fel wit licht verspreidt hing hiervoor. En dan, wachten maar. Het was een geschikte avond om nachtvlinders te lokken. Er was geen volle maan, de lucht was half bewolkt en de temperatuur was rond de 20 graden. Als eerste verscheen de hagedoorn, een mooie gele vlinder, zo groot als een koolwitje. Daarna kwamen andere soorten: de sikkeluil, de hyena en de haarbos.
Tja, ze hebben wel bijzondere namen, deze insecten. Er werd heel wat gefotografeerd. Luc legde bij sommige soorten uit wat de waardplanten zijn, waar de eitjes op afgezet worden.
Er zaten ook een aantal nachtvlinders bij, die 20 jaar geleden zeldzaam waren. Door het opwarmen van het klimaat zijn deze Zuid Europese soorten nu algemeen in Nederland.
Met verbazing werd naar de kleinste nachtvlinders gekeken, de micro’s. Wanneer je deze van dichtbij bekeek, hadden ze een prachtige, fijne tekening. Een van deze micro’s was de heidepistoolmot. De naam zegt het al, hij komt normaal gesproken op de hei voor.
Heel bijzonder dat hij in deze tuin te zien was. We hebben een kleine 40 soorten gezien.
Het was een geslaagde, leuke avond. We hebben onze kennis over nachtvlinders een stukje uitgebreid.
(Carolien Londerman)

Links: Hagedoorn (foto Carolien Londerman) Rechts: Heidepistoolmot (foto Luc Hoogenstein)

Juli: De blinde bij

De blinde bij is geen bij en ook niet blind en de getijgerde lijmspuiter is een tijger van 4 mm.😊
Ooit geprobeerd om met je fototoestel een bij op de bloemen van de Gele ganzenbloemen te volgen? Click. Click. Waar is die nu weer? Oh ja, daar. Click. En nu zit ie daar. Click. Bleek het helemaal geen bij te zijn maar vier verschillende vliegen, allemaal sprekend gelijkend op een bij: de Kleine bijvlieg, de Citroenpendelvlieg, de Menuetzweefvlieg en de Puntbijvlieg! Oh wacht… Click. Gelukkig. Toch nog een foto van een bij kunnen maken: de Blinde bij. Wat blijkt… Het is geen bij en is ook niet blind!
Zo zit het soorten zoeken in eigen huis en tuin vol verrassingen! Ooit gehoord van de Getijgerde lijmspuiter? Maar 4 mm groot. En de enige spin die grote papiervisjes in huis de baas is. Hoe ze dat doet? De naam verraadt het al! Nog een andere: de Valse wolfsspin. Ook deze heeft het jasje aan van een soort waartoe die niet behoord. Met een bijna 2 cm lengte zie je deze dan weer niet zo makkelijk over het hoofd. Deze Zuid-Europese spin heeft sinds 30 jaar de alpen overgestoken en weet zich ondertussen door klimaatverandering goed uit te breiden. Het aantal Valse wolfsspinnen is in Nederland de voorbije vier jaar vertienvoudigd!
Zo vallen wij van de ene in de andere verrassing! En die kleine en grote verrassingen willen we je niet onthouden. Op maandagavond 23 september organiseert IVN een ledencafé waar we met onze foto’s erbij nog veel meer van deze ‘huis- en tuinverrassingen’ zullen onthullen! Belangrijk om te weten: het zit vermoedelijk ook allemaal in jouw huis en tuin!
(Wim Vanhees)

Juni: Excursie 1000 soorten tuin

Na een week uitstel vanwege verwachte regen was het dan zover. De deelnemers aan de 1000 soorten tuin gaan op excursie in de tuin van Peter Kapel. Helaas zat het weer met een lichte miezerregen niet mee en Luc schakelde dan ook snel over van de geplande libellen en vliegen naar bladluizen, mineerders en ander klein spul. Eigenlijk bestaat er geen slecht weer en is er altijd wat te zien. De tuin van Peter leent zich daar uitermate voor met een mooie mix van inheemse planten en tropische bijzonderheden.
Gedreven en enthousiast werden er blaadjes omgedraaid, takjes afgespeurd en in kieren en gaten gekregen. We weten nu dat wanneer je bladluizen en bladmineerders ziet je voor de identificatie altijd de naam van de gastheerplant moet aangegeven. Deze beestjes zijn nogal gehecht aan een vertrouwde omgeving.
Met een man/vrouw of tien staan we ademloos te luisteren naar het verhaal van de mieren en de bladluizen. Wie zegt er nog dat de natuur lief is wanneer je hoort dat mieren bladluizen in kamertjes in hun kolonie houden. De luizen leven van de bladwortels in deze kamertjes en scheiden een zoetige substantie af. Gaan de mieren op stap dan gaan ze eerst even ‘ tanken’ bij de bladluizen. Intensieve veehouderij in een nieuw perspectief.
Maar ook de rups van het oranjetipje is niet zo vriendelijk. Die houdt de waardplant (pinksterbloem en look zonder look) graag voor zich alleen en eet daarom al zijn soortgenoten op de plant op.
Midden in een enthousiast verhaal stopt Luc ineens, wijst omhoog en zegt: daar vliegt een witte kwikstaart over. Even later hoort hij een appelvink en een gierzwaluw. Hoe doet hij het toch.
Nu zal je denken dat iemand die al meer dan 2000 soorten in zijn eigen tuin heeft gezien wel een beetje blase is geworden. Maar niets is minder waar. Wordt Luc al enthousiast van een landwier bij de vijver van Peter, helemaal gelukkig wordt hij wanneer wij de fraaie schijnboktor tegenkomen. Die had hij nog nooit eerder gezien.
Een mooier bewijs voor het gegeven dat er altijd te beleven is in een tuin. Hoe diverser in hoogte en beplanting hoe meer verschillende soorten je tegen zal komen. Het was weer een inspirerende ochtend. Met dank aan Luc en Peter.
(Ingrid Canter Cremers)

Mei: de bioblitz

Wie aandacht heeft voor alles wat er vliegt, kruipt, zingt, fladdert, zwemt enzovoort in de eigen tuin, komt erachter dat de micronatuur van de tuin een eigen ritme heeft.
De vogels hebben hun rondje langs de voederplekken al gedaan voordat we uit bed komen. Dat kon ik feilloos vastleggen door de wildcamera een paar dagen op het voederhuisje te zetten. En rond half zeven ’s avonds komen de pimpelmeesjes nog snel even routineus wat zaden pikken uit het voederhuisje. Die weten precies waar ze moeten zijn en vliegen dan meteen weer door naar de volgende pitstop.
De bruine kikkers weten elk jaar precies wanneer en waar ze moeten zijn om te paren. De ‘recreatiedruk’ in mijn kleine vijver was anderhalve week torenhoog. Met als resultaat, grote hompen kikkerdril. En daarna, geen kikker meer te zien!
Eenjarige wilde plantjes zoals vroegeling en kleine veldkers zijn er altijd vroeg bij in het jaar. Die bezetten de voortuin nog voor de andere planten uit komen. En ook het zevenstippelig lieveheersbeestje weet dat. Die is er dan ook meteen bij. Vooral de kleine veldkers neemt met een matje van wortels veel ruimte in. En als je die selectief wil wieden, springen al zijn zaden een meter in het rond. Die heeft al gezaaid voordat andere planten eens wakker worden.
En als je eenmaal een blauwe reiger tegen zonsondergang voorbij het huis hebt zien vliegen, gaat het opvallen dat hij dat vaker doet rond die tijd. Die zal ook wel een routine rondje hebben.
(Projectteam 1000 soorten tuin – Wim Vanhees)

April: De brochure Groen Natuurlijk is verschenen.

Een groen Apeldoorn begint in onze eigen tuin. Dit handige boekje, gepubliceerd door IVN Apeldoorn, motiveert bewoners van nieuwbouwwoningen om een tuin vol biodiversiteit te ontwikkelen. Een tuin vol planten en bloemen helpt om regenwater beter op te vangen, zorgt voor verkoeling in de zomer en brengt meer dierenleven, zoals bijen en vogels, naar Apeldoorn. Bovendien draagt zo’n tuin bij aan onze inspanningen om de gevolgen van klimaatverandering te beperken. Belangrijk om Apeldoorn leefbaar en gezond te houden voor de toekomst. Dit boekje leidt je op inspirerende wijze naar een tuin waarin het elke dag genieten is. Ik nodig iedereen uit om met dit boekje aan de slag te gaan en zo mee te werken aan een tuin die bijdraagt aan jouw gezondheid, levenskwaliteit en het klimaat.
Download de Brochure Groen Natuurlijk

Maart: De Bioblitz

De deelnemers aan het 1000soorten-projekt komen 1 keer per maand bij elkaar. In februari was dat bij ons in parkflat de Arendsburght, aan de Soerenseweg in Apeldoorn. De grote gemeenschappelijke tuin heb ik opgegeven voor de Bioblitz, zoals het 1000 soorten project ook wel genoemd wordt.
Ondanks dat ik gewend ben om secuur naar de natuur om mij heen te kijken, loop ik nu toch anders door de tuin. Op een beukenhaag van 60 jaar oud, heb ik een bijzonder korstmos ontdekt: het verborgen schriftmos. Tientallen keren ben ik langs deze beukenhaag gelopen, zonder dat mij iets opviel. Nu, vanwege de deelname aan de Bioblitz, kijk je toch weer anders. Om het aantal waarnemingen op te laten lopen kijk ik nu ook naar hele kleine beestjes.
Een manier om dit te doen is je paraplu onder een struik houden en met een stok voorzichtig op de struik kloppen. Dit leverde aardig wat op: de Groene krabspin,  de huis-zebraspin, de renspin en een boskakkerlak. En ook nog iets wat verdacht veel op een vuurwants leek, maar toch net even anders was. Obsidentify gaf uitslag: de kaneelglasvleugelwants, wat een leuke vondst!
Alle kleine spinnetjes, pissebedden en springstaarten kunnen mij eigenlijk gestolen worden, maar kevers, torren en wantsen hebben mijn interesse. Als ik niet aan de Bioblitz had meegedaan, had ik deze kaneelglasvleugelwants waarschijnlijk nooit gevonden in de tuin. Dus toch even een extra leuk momentje voor mij.
(Carolien Londerman. foto: kaneelglasvleugelwants)

Februari: Verwondering

De eerste twee maanden ging het overleg ook deels over digitale hobbels. Je moet wel gezamenlijk dezelfde wijze van registreren hebben. Niet iedereen was vertrouwd met waarnemingen.nl en een kon een eigen bioblitz aanmaken. Maar we komen er met hulp van elkaar uit.
In februari gingen we voor het eerst samen naar buiten in de moestuin Havenpark. We ontdekten in de vijver een bolle witte buik van een kikker die de vorst niet had overleefd. Maar onze verwondering was groot toen er een levende soortgenoot langs kwam zwemmen, die de vorst wel overleefd had en die dus meetelde. In zo’n versteende omgeving maken 40 huismussen je echt blij. Maar zo’n groep telt helaas voor één want het gaat om de soorten, niet om aantallen. Dankzij de warmte in de composthoop vinden we de imposante larve van de gifgroene neushoornkever.
(Yvonne Zwikker)

1 Januari 2024: We zijn van start!

We zijn begonnen met 10 deelnemers. Allemaal lid van IVN, Groei&Bloei en KNNV in Apeldoorn. De eerste bijeenkomst hebben we elkaar geholpen om op de website waarneming.nl van onze tuinen een gebiedslocatie en vervolgens een bioblitz te maken. Dat is een soortenonderzoek binnen een vastgesteld gebied binnen een vastgestelde tijd. Wij zullen tussen 1 januari en 31 december 2024 in onze eigen Apeldoornse tuinen naar zoveel mogelijk soorten gaan zoeken.

Ik heb me de eerste weken van een koud en nat januari bezig gehouden met vogels, wilde plantjes en mossen op tegels en takken. Enkele bekende tuinvogels kwamen op de vogelzaden af en waren gemakkelijk te fotograferen. En ook enkele kleine wilde plantjes waren al snel gedetermineerd aan de hand van de App Obsidentify. Meer onbekend waren de mossen. Nooit geweten dat er zoveel verschillende mossen in een kleine tuin voorkomen. Een kwartiertje zoeken leverde op: Gewoon purperschaaltje, Kapjesvingermos, Rond dambordje, Groot dooiermos en Gewone haarmuts.

In de eerste twee weken van januari doe ik 18 goedgekeurde waarnemingen. Ook in de andere tuinen worden gemiddeld 20 soorten gescoord. En daarmee zijn we definitief van start!
(Wim Vanhees)

December 2023: Even ‘warm lopen’

Peter Oosterkamp heeft in de moestuin Havenpark in september, oktober en november 2023 één uur per week foto’s gemaakt en verzamelde daarmee al 88 verschillende soorten.

 

Over Vriendelijk groen

In 2023 werkten we in Bedrijvenpark Apeldoorn-Noord samen met ondernemers en vastgoedbeheerders door een aantal Vriendelijk Groenperken aan te leggen op eigen kavel. Het perk is zo samengesteld dat het jaarrond groen is, zomers in bloei staat en het de lokale biodiversiteit ondersteunt. Voor meer informatie over het initiatief raadpleeg de brochure. Het initiatief werd georganiseerd door IVN Apeldoorn en ondersteund door Bedrijvenvereniging OBAN en de gemeente Apeldoorn.
Het project is weliswaar afgerond, maar de tips en plantenlijsten zijn nog goed bruikbaar. om je eigen omgeving te vergroenen.
>> Lees HIER meer