Aan de Burgemeester Boersweg, ten noorden van de A9, staat de enige echte Amstelveense oeverzwaluwwal. Deze wal is het resultaat van de samenwerking tussen de Gemeente Amstelveen en IVN Amstelveen.
De gemeente heeft de wal aangelegd. De Vogelwerkgroep van IVN Amstelveen heeft de gemeente geadviseerd. Nu de wal is aangelegd is de vogelwerkgroep verantwoordelijk voor het onderhoud.
In 2007 werd er nog druk gebouwd rond de A9. Marleen Andriessen, coördinator van de vogelwerkgroep van het IVN, zag dat oeverzwaluwen een hoop zand als hun broedplaats in gebruik namen. Er werden, op het hoogtepunt, tussen de 20 en 25 regelmatig door oeverzwaluwen bezochte invlieggaten geteld. Verheugd als zij was over deze spontane actie van de vogels was ze ook bezorgd. Er waren nog bouw activiteiten en de dreiging van verstoring was groot. Overleg met de gemeente had een positief resultaat. De hoop zand werd tot na het broedseizoen ongemoeid gelaten. En het bracht de gemeente op het idee van een permanente oeverzwaluwwal.
De oeverzwaluwwal bestaat uit een heuvel met grof zand. Om instortingsgevaar te voorkomen moeten de zandkorrels hoekig zijn. Voor deze wal zijn 5 betonnen platen geplaatst met in totaal 60 invlieggaten. In 2009 was de oeverzwaluwwal gereed.
De berg zand achter de wand werd door de gemeente van planten voorzien. De wal is wel aan onderhoud onderhevig. Elk jaar in februari/maart gaan leden van de vogelwerkgroep met een van de gemeente geleend bootje naar de wal. De gaten worden schoon gemaakt. In achterblijvend nestmateriaal zitten vaak vogel eigen parasieten. Als er daar teveel van zijn zoeken de oeverzwaluwen een andere plek. Daarna worden de gaten weer gevuld met lemig zand. Zo is de wand klaar voor een nieuw broedseizoen.
Het eerste jaar is er niet in gebroed. Wel werd de wal met graffiti bespoten door ene Carlos. Dit werd gelukkig ook weer door de gemeente overgeschilderd. Op 14 mei 2010 werden de eerste oeverzwaluwen gespot. Er werden ca. 30 gaten opengekrabd waarvan er 25 regelmatig werden aangevlogen en waar in ook jonge vogels zijn gezien. Alle jaren daarna is er flink gebruik van gemaakt. Wat niet verwacht werd is toch gebeurd. Ook de in de omgeving broedende ijsvogel heeft in 2016 haar intrek genomen in de wand.
De vogel is ongeveer 13 cm en weegt tussen de 11 en 20 gram en heeft een bruine borstband. Bovenzijde is egaal bruin.Hij heeft een witte buik en een licht gevorkte staart. De snavel is klein en puntig.
Om het nest te graven gebruikt de oeverzwaluw zijn snavel en poten. Met de snavel en de scherpe nagels begint het een kuiltje in de wand te maken. Dit kuiltje bereidt zich uit tot een kommetje. Hierin kan de oeverzwaluw zitten. Nu komt de volgende fase. De zwaluwen gaan zijwaarts krabben. Om het evenwicht te bewaren steunen ze hierbij op een vleugel en de snavel. Nu kunnen ze de pootjes gebruiken voor het graven. Mannetje en vrouwtje werken hierbij samen. In deze periode vindt ook de paarvorming plaats, er is regelmatig fysiek contact. Na z’n tien minuten graven nemen ze de tijd om het verenkleed in orde te maken. Het graven van het nest kost 1 tot 1,5 week. De nestingang is dan tussen de 70 en 100 cm lang. Na ongeveer 20 centimeter is er een ruimte waarin de vogels elkaar kunnen passeren en waar, als de jongen groter zijn, ze gevoerd worden. Aan het einde van de nestgang zit de eigenlijke nestruimte. Als de nestgang gereed is gaan ze op zoek naar veertjes en grasjes om de nestkamer aan het einde van de nest gang te stofferen.
Er komen 4 -6 eieren. Beide ouders broeden (13-14 dagen) en verzorgen de jongen. Na drie weken vliegen de jongen uit. Een tweede broedsel is geen uitzondering. Jongen verspreiden zich op zoek naar nieuwe voedselgebieden. Deze kunnen honderden kilometers verderop liggen.
De aanwezigheid van de vogel hangt af van de beschikbaarheid van broedgelegenheid. De voorwaarden die hij hieraan stelt zijn steile oevers, afgravingen of dijklichamen waarin zij hun nest kunnen graven.Tegenwoordig worden, net als in Amstelveen, landelijk veel oeverzwaluwwallen aangelegd. Deze menselijke steun is belangrijk voor het voorbestaan.De oeverzwaluw is een echte koloniebroeder. In de kolonie vindt de paarvorming plaats. Voor voedsel is de oeverzwaluw afhankelijk van insecten. De combinatie van steile wanden en insecten maakt dat de vogel altijd in de buurt van water te vinden is.
De oeverzwaluw is een echte zomergast. Hij komt zo rond half april en trekt van eind augustus tot oktober weer weg naar zijn overwintering gebied in Afrika.
De omgeving van de oeverzwaluwwal is, ondanks dat het gelegen ligt tussen druk bereden wegen, een interessant vogelgebied.Vogels die je kan spotten zijn o.a.: ijsvogel, boerenzwaluw, blauwe reiger, krakeend, meerkoet, knobbelzwaan, kleine karekiet, tafeleend, meerkoet, scholekster, buizerd, lepelaar, kokmeeuw, visdief, kluut, bontbekplevier.
“Dan de oeverzwaluwen die in een grote vlucht aan komen scheren en zo weer met z'n allen hoog in de lucht vliegen en geleidelijk zakken en zich op de wand storten.”
“Ik word rustig als ik bij de wal zit”.
“Wat zien jullie daar?” Antwoord:“dit is een oeverzwaluwwal en de vogels zijn net uit Afrika teruggekeerd”. “Ooh, ik loop hier elke dag, hoor ze wel maar heb nooit geweten welke vogels het waren, leuk!”.
“Mooi, hoe ze in vlucht van kleur lijken te veranderen".