Vogels
2025 10 Mastjaar 2025, ook voor de berkensmalsnuit, Ton Zijp
De fietsers in Amstelveen zullen het wel gemerkt hebben als ze onderdoor een eik reden. Knisperend, knetterend onder de banden, soms zelfs spetterend wegspuitend deden de vele eikels van zich horen. Het feest voor beuk, hazelaar, kastanje en eik dus ook, heeft zich met woeste pogingen tot grootscheepse voortplanting aangekondigd afgelopen tijd. ‘Pogingen’, ja. Want lang niet elke noot of eikel wordt vanzelfsprekend een volgende boom. Desalniettemin vierde de rest van de bewoners van het bos, het park of anders de bomen in de straat, het feestje ijverig mee.
Er is dit jaar weer genoeg voer voor iedereen. Waardoor een grotere kans bestaat om het winterseizoen te overleven en er grotere voedselvoorraden aangelegd kunnen worden. Neem de gaai: ijverig verstopt deze vogel grote voorraden beuken- en hazelnoten. Regelmatig vraagt de mens zich dan af of de vogel al die plekken wel kan onthouden. Dezelfde vraag stellen mensen zich elk (vooral elk mast-)jaar weer met betrekking tot muizen. Zo’n klein beestje, zo’n klein hersenpannetje, maar hij wint de memoryvariant van beukennootjesverstopplekken herkennen.
En als die beesten een plekje zijn vergeten, dan investeren ze in de toekomst. Laat een boom groeien voor de komende generaties, lijkt hun motto.
En dan: dikke muizen met meer kinders betekent meer voer voor bijvoorbeeld marters, slangen en zwijnen. Die laatste denkt dan een beukennootjesvoorraad uit de bosgrond open te wroeten, maar zal vast opportunistisch genoeg zijn het aangetroffen nestje bosmuisjes daarvoor in de plaats te verorberen.
Maar waarom wordt de berk niet genoemd in dit feest van overvloed in boomzadenland? De berk in míjn achtertuin maakt zijn aanwezigheid dit jaar duidelijk kenbaar. Dit exemplaar staat hier al 26 jaar, maar heeft nog niet eerder op niet mis te verstane wijze laten merken dat er voortgeplant moet worden. Ik kan de deur niet open laten staan of een zuchtje wind is er al toe in staat om een vlucht berkenzaad mijn vloerbedekking te doen sieren. Ga ik de was van de lijn halen, zorgen mijn schoenzolen voor
eenzelfde soort resultaat. Stofzuiger maakt overuren.
Je zal de berkensmalsnuit niet horen klagen. Een piepklein wantsje dat in groten getale geniet van de berkenzaden. Soms zie ik ze in de ondergroei; dan hebben de beestjes zich laten wegwaaien tijdens een poging volgend jaar met nog grotere aantallen hier aanwezig te zijn. Ze hebben in ieder geval genoeg voer daarvoor: hun toekomst gloort.
‘Het was een fijn mastjaar, vorig jaar,’ vertellen ze dan hun kroost.
Ton Zijp
Natuurgids IVN Amstelveen
Het is verboden deze column te dupliceren of te gebruiken zonder uitdrukkelijke toestemming van de schrijver/fotograaf/tekenaar.