Vogels
2025 05 Zangers in het riet, Henk Breij
De vogel die het best bij de titel van deze column past is natuurlijk de rietzanger. Half april komt deze vogel terug van het overwinteringsgebied in Afrika om onze rietkragen op te vrolijken met zijn gezang. In het Schinkelbos is de rietzanger een talrijke broedvogel evenals langs de Grote Poel. Merkwaardig genoeg broedt deze vogel niet langs de Kleine Poel. De rietzanger is met de markante wenkbrauwstreep makkelijk te onderscheiden van andere rietbewoners. De bosrietzanger, die pas in de tweede helft van mei uit tropisch Afrika terugkeert, heeft wat mij betreft de mooiste zang. Ik zou het diertje zelfs het predicaat “eloquent” mee willen geven. Heel gevarieerd en vaak andere vogels imiterend. In het Schinkelbos is de bosrietzanger een redelijk talrijke broedvogel, die als twee druppels water lijkt op de kleine karekiet, die een wat monotone zang heeft. Langs de boorden van zowel de Grote als de Kleine Poel is deze karekiet een algemene broedvogel. De rietgors is ook algemeen aanwezig binnen onze gemeentegrenzen. Zijn zang, of is het meer zijn roep, is erg markant. Als ik op de Kippenbrug bij de Bovenkerkse ingang van het Amsterdamse Bos sta en ik kijk richting Aalsmeer, dan hoor ik de gors bijna altijd wel zing-roepen. Met zijn kenmerkende zwarte kop is het een makkelijk herkenbare rietbewoner.
De sprinkhaanzanger, een aantal decennia geleden nog Sprinkhaanrietzanger genoemd, is wat minder algemeen. In het Schinkelbos kom ik wel eens een exemplaar tegen en een enkele keer was er een broedgeval langs de Kleine Poel. Zijn rateltje is makkelijk herkenbaar. De sprinkhaanzanger draait zijn kop voortdurend tijdens het zingen om zijn zang, die wel doet denken aan een aflopend wekkertje, zo ver mogelijk te verspreiden.
In de Middelpolder kun je ’s winters de baardman horen en met een beetje geluk zelfs visueel waarnemen. Deze vogel is net als de rietgors geen trekvogel.
De afsluitende alinea is bestemd voor de meest bijzondere van alle rietvocalisten, Cetti’s zanger. Zijn prachtige roep is de laatste jaren steeds vaker te horen, zelfs binnen de bebouwde kom. De Italiaanse ornitholoog Cetti noemde deze vogel wel de rietnachtegaal.
De Nederlandse bioloog Temminck beschreef de vogel wetenschappelijk en noemde deze zuidelijke zanger naar Cetti. Vanwege de Italiaanse uitspraak moet de naam eigenlijk als Tsjétti uitgesproken worden, hetgeen helemaal past bij deze van origine mediterrane rietbewoner die de laatste decennia steeds meer naar het noorden oprukt.
Zoek op YOUTUBE naar rietzangers in Amstelveen.
Henk Breij
Natuurgids IVN Amstelveen
Het is verboden deze column te dupliceren of te gebruiken zonder uitdrukkelijke toestemming van de schrijver/fotograaf/tekenaar.