Een smal pad langs een kanaal met bomen en gras, onder een bewolkte, grijze hemel.

2025 01 Silhouetten, Aleid Offerhaus

 

Taal is minstens zo leuk als natuur. Fietsend door Amstelveen geniet ik van de prachtige silhouetten van bomen, die zich nu overal aftekenen tegen de grijze hemel, maar van het woord ‘silhouet’ word ik ook al blij. Etienne de Silhouette groef als minister van financiën onder Lodewijk XV zijn eigen politieke graf door hogere belastingen voor de rijken in te voeren en de uitgaven van het Franse hof tegen het licht te houden. Als dank werd hij uit zijn ambt gezet en taalkundig belachelijk gemaakt door te suggereren dat belastingbetalers onder zijn nieuwe belastingsysteem net zo armoedig zouden zijn als de schaduwportretten, die De Silhouette zelf gewoon was te maken. Het doet me deugd dat de negatieve bijklank van ‘silhouet’ volledig verdwenen is. Nu verwijst het woord grosso modo naar een beeld van de omtrek van een voorwerp of een persoon. De silhouetten van de bomen laten zien dat de natuur haar adem inhoudt. Alle voorbereidingen op een koude, donkere, maar vooral droge winter hebben zich uitbetaald: het blad is gevallen en alle waardevolle stoffen, zoals suiker en groenkorrels, zijn naar de stam, de takken en de wortels getransporteerd. Binnen in die ‘silhouetten’ is nu een proces op gang gekomen, dat er straks voor zal zorgen dat – zodra de temperatuur en de daglengte het toelaten  – bomen massaal twijgjes met straks ontelbare knoppen zullen produceren. Voordat de bladeren tevoorschijn komen zullen de meeste inheemse bomen gebloeid hebben, zodat het stuifmeel en de nectar, nog vindbaar zijn voor de vaak vroege hommels en bijtjes, de bestuivers.

Tussen de silhouetten van bomen die hun blad verloren hebben, kan je nu ook duidelijk zien welke overwinteringsmechanismen andere planten hanteren: de taxusstruiken en andere naaldbomen met hun compacte, met was bedekte bladeren, de beuk en de haagbeuk met blad, dat dood is maar wel de nieuwe knoppen in de bladoksel beschut.

Als straks het blad weer aan de bomen zit kan je door de bladeren de bomen niet meer herkennen, maar in de winter vallen veel kenmerken juist meer op, zoals de schors, de vruchten (katjes, peulen en samara’s of ‘helikoptertjes’) , de bladlidtekens (het kurklaagje op de plek waar de  bladsteel is afgevallen), de knoppen en hun knopschubben, de stand van de knoppen, en doorns en stekels. Alle reden om net nu er overal gesnoeid is in de gemeente een paar takken mee naar binnen te slepen en aan het determineren te slaan.

Een handige flora is ‘Winterflora: bomen en struiken’ van Dirk Slagter, uitgegeven door Natuurmedia in 2016.

Aleid Offerhaus
Natuurgids IVN Amstelveen

Het is verboden deze column te dupliceren of te gebruiken zonder uitdrukkelijke toestemming van de schrijver/fotograaf/tekenaar.

Deel deze pagina