2016 06 Veenpluis, futen en wollegras, Henk Breij
Het is begin juli. Diana heeft nog een column nodig voor de zomermaanden. Ik heb geen specifiek idee in mijn hoofd en besluit tot een experiment. Ik stap op de fiets, ga het Bos in en laat het lot beslissen wat ik allemaal tegen kom. Mijn eerste stop is op de Kippenbrug nabij de Urbanuskerk. Ik stop bijna altijd boven op de brug om wat rond te kijken. Hoewel het hoog zomer is roept de Rietgors nog steeds. Ik zie een futengezin, dat ik al gevolgd heb sinds de jongen uit het ei zijn. Ze proberen nog steeds wat voedsel van hun ouders te bemachtigen, maar die vinden het nu wel mooi geweest: “Ga zelf maar eens wat gaan doen”.
Ik fiets de brug af en sla bij het boswachtershuisje rechtsaf de Kleine Noorddijk op. De oeverlanden van de Amstelveense Poel behoren al heel lang tot mijn favorieten. Sinds het waterpeil is verhoogd en de sloten weer zijn geschoond, ligt het gebied er schitterend bij. De zompige percelen zien wit van de bloei-aren van het Veenpluis, of is het toch Wollegras, ik kan dat maar nooit onthouden. Terwijl ik wat sta te mijmeren hoor ik opeens de stemmen van Carla en Ida achter me, twee natuurgidsen van het IVN die een grassenexcursie aan het voorbereiden zijn. Zij weten me te vertellen dat het Veenpluis is. Voor het Wollegras moet ik naar het Thijssepark, ze leggen me precies uit waar. Van een doelloos lijkend fietstochtje krijgt de rit opeens een missie. Ik fiets verder langs de oeverlanden en sla rechtsaf richting Oude Dorp. Onder de A9 door en dan de Bleekerskade af. Ik besluit om de meest noordelijke ingang van het park te nemen. Als ik over het steile bruggetje het Bos weer wil verlaten hoor ik wederom jonge futen bedelen om voedsel, ze zwemmen vlak onder de brug. Een van de halfwas jongen klimt nog bij moeder op de rug, terwijl vader een veel te grote vis aan het andere jong probeert te voeren.
Ik daal het bruggetje af en besluit toch maar de ingang bij de Bernhardlaan te nemen, om zodoende dichter bij de door Carla en Ida beschreven plek uit te komen. Ik kom langs een bankje dat helemaal omgeven is door wilde bloemen. Wat een voorrecht dat we in een gemeente wonen met zulke mooie parken. Het Wollegras, de officiële naam is Eenarig wollegras, staat inderdaad op de beschreven plek te bloeien. Het is meer een plant van hoogveen en komt in ons deel van het land sporadisch voor. Missie volbracht en column bijna vol.
Ik fiets langs de Poel naar huis. Thuis aangekomen sla ik de laptop open en begin het stuk te typen dat U zojuist heeft gelezen.
Henk Breij
Natuurgids IVN Amstelveen
Het is verboden deze column te dupliceren of te gebruiken zonder uitdrukkelijke toestemming van de schrijver/fotograaf/tekena(a)res.