2015 06 De Poel, Henk Glas

Een helling moet ik op als ik, fietsende vanaf de Sportlaan, de Bovenkerkerweg oversteek om in Bovenkerk te komen. Ik heb de Bovenkerkerpolder verlaten en bevind me nu op de Noorddammerweg. Links zie ik, tussen de huizen door, dat het land daarachter ook lager ligt. Maar rechts achter de huizen gaat het niet omlaag. In dat hogere gebied ligt de Amstelveense Poel. Vroeger had heel Amstelveen dat niveau. Maar het waardevolle veen is gewonnen en gebruikt als brandstof. Het meer dat hierdoor ontstond, is later drooggelegd. Ik rij door tot voorbij de Urbanuskerk. Het water komt hier tot vlak bij de weg.

Als er ’s winters geschaatst kan worden, is dit een goede opstapplaats. Het water van De Poel bevriest altijd snel, omdat het zo ondiep is. Ik neem het fietspad rechtsaf en geniet meteen van de bloeiende moerasplanten. Ook lijk ik al bloeiend riet te zien, maar ik weet dat riet pas in augustus gaat bloeien. Het moet rietgras zijn. Dan even stevig doortrappen, omdat de brug vrij hoog is. Van die hoogte heb ik vaak geprofiteerd, want voor schaatsers is dit de verbinding tussen de Amstelveense Poel en de Kleine Poel. Bovenop even stilstaan om naar de zwaluwen te kijken en van het uitzicht te genieten. De energie die het me koste om boven te komen, krijg ik weer terug bij de afdaling. Vanuit het kleine slootje rechts wordt luid gekwaakt door groene kikkers. Aan het eind rechtsaf en dan iets voorbij het huis kan ik mijn fiets parkeren, zodat ik lopend het gebied in kan gaan.

Te voet kan ik de planten wat beter bekijken en die zijn hier zeker de moeite waard. Aan de overkant van het water zie ik witte bloemschermen. Ze staan vast ook aan deze kant van de sloot, maar zijn niet goed te benaderen, omdat ze achteraan staan in de rand van oeverplanten. Bij een brug kan ik het beter bekijken. Het is de waterscheerling, de giftigste plant van onze flora, maar o zo mooi. Het bloemscherm is samengesteld uit een aantal kleinere schermpjes. Ik zie nu ook de gele lis van dichtbij. Deze groeit ook het liefst helemaal bij het water. Het is het inheemse zusje van de blauwe iris, die als snijbloem verkocht wordt.

Op stukjes schraalgrasland, die arm worden gehouden door in de zomer te maaien, staan oude ‘stoelen’ van de koningsvaren. Deze indrukwekkende planten, die we goed kennen van de Amstelveense heemparken, blijken dus dicht bij huis in het wild te groeien.

Wat ik verder allemaal nog zie tijdens het hele rondje, tot ik weer terug ben bij mijn fiets, is veel te veel om hier te noemen. 

Henk Glas
Natuurgids IVN Amstelveen

Het is verboden deze column te dupliceren of te gebruiken zonder uitdrukkelijke toestemming van de schrijver/fotograaf/tekena(a)res.