2015 03 Het landje van Geijsel, Gert-Jan Roebersen

Aan de overkant van de Amstel ligt een gebied dat bij vogelaars in het hele land bekend is. Veehouder Jan Geijsel besloot kort na de eeuwwisseling om een stuk weiland in het vroege voorjaar gedeeltelijk onder water te zetten. Sindsdien is het ‘Landje van Geijsel’ een eldorado geworden voor duizenden vogels, vooral eenden, ganzen en steltlopers, maar ook diverse soorten meeuwen.

Een maand geleden beschreef Aleid in deze rubriek de aankomst van de eerste grutto’s; op het moment dat u dit leest zijn er duizenden aanwezig. Deze vogels komen op krachten na de trek uit Afrika en Zuid-Europa, dankzij het voedsel dat zij met hun lange snavels uit de rijk voorziene modder kunnen peuren. Voor grutto’s is het een toplocatie: in de Vogelbalans 2014 van Sovon Vogelonderzoek Nederland staat het genoemd als de grootste slaapplaats voor grutto’s: “Het Landje van Geijsel (NH) is vermaard, maar eigenlijk ‘zomaar’ een stuk grasland dat elk jaar plas-dras wordt gezet. Dat levert regelmatig meer dan 1000 slapende grutto’s op, in maart 2013 zelfs 6100.”

Wat is er omstreeks half maart te zien in dit gebied? In elk geval de bekende weidevogels kievit, grutto, tureluur en scholekster. De kieviten trekken nu verder de polder in, op zoek naar een geschikte broedplek. Een deel van de grutto’s is ‘IJslands’, een ondersoort die alleen kenners kunnen onderscheiden van de gewone grutto’s, die in Nederland broeden. De tureluur (kleiner dan grutto, rode poten) valt op door zijn onrustige, ‘tureluurse’ gedrag; dat geldt ook voor de kemphaan (korte snavel, meestal gelige poten), die niet meer In Nederland broedt, maar hier stopt op doortrek naar het noordelijk broedgebied. De meeste zijn hennetjes, met geluk ziet u een mannetje met zijn fraai gekleurde oorpluimen en kraag. De scholekster (zwart/wit, rode snavel, rode poten) is een laatbroeder; vaak zijn grote groepen, ook wel ‘scholekstersoos’ genoemd, bij Geijsel te zien.

In de diepere gedeelten zwemmen allerlei soorten eenden, zoals smienten, slobeend, berg­eend, krakeend, wintertaling, pijlstaart, zomertaling, en wilde eend, maar ook diverse ganzen. Misschien ziet u nog een pijlstaart, een grote eend met een opvallend lange, scherpgepunte staart, die boven water uitsteekt als de eend grondelt.

Wat later in het seizoen zijn steltlopers als oeverloper, bonte strandloper, kleine en bontbekplevier, zwarte ruiter (met rode poten) en groenpootruiter geregeld te zien.

Maar gaat u zelf eens kijken, en vergeet uw verrekijker niet! Het Groengebied Amstelland heeft een oude voorraadschuur van het waterschap geplaatst naast het gebied. U kunt in de luwte van deze schuur staan, maar bij regen of harde wind is het wel zo comfortabel om op de eerste verdieping van de schuur de vogels door een groot raam te bekijken. Aan het begin van het seizoen maakt de Vogelwerkgroep Ouderkerk de schuur schoon, en tot half mei doet Jan Geijsel overdag de deur open.

Komend uit Amstelveen op de fiets gaat u na de brug over de Amstel meteen rechtsaf (Hoger Einde Zuid, gaat over in Dorpsstraat); aan het eind rechts aanhouden (Julianalaan, gaat over in Holendrechterweg). Houd het water van de Bullewijk rechts tot u bij de kijkschuur uitkomt. Automobilisten kunnen na de brug beter doorrijden tot de volgende verkeerslichten en daar rechtsaf slaan. Bij rotonde rechtdoor, volgende rotonde rechtsaf en rotonde direct daarna linksaf, het water volgen.

Gert-Jan Roebersen
natuurgids IVN Amstelveen

Het is verboden deze column te dupliceren of te gebruiken zonder uitdrukkelijke toestemming van de schrijver/fotograaf/tekena(a)res.