Ontwerpen, aanleggen en onderhouden

  1. Ontwerp
  2. Hoe leg ik groen aan
  3. Wanneer moet ik planten en snoeien
  4. Hoe en wanneer moet ik extra water geven?
  5. Hoe ga ik slim om met regenwater?
  6. Wat kan ik doen tegen onkruid?
  7. Permacultuur

1. Ontwerp

Het ontwerpen van een tuin kan best lastig zijn, hoe klein of groot deze tuin ook is. Voordat je begint met het ontwerp van een tuin is het belangrijk dat je een zicht krijgt op de bredere omgeving van je tuin. Daarnaast moet je een zicht krijgen op de kenmerken van je tuin zelf. Welke randvoorwaarden legt je uitgangssituatie aan je op? Hier kun je in je verdere ontwerp veelal niet om heen. Een lange schaduwrijke smalle tuin moet nu eenmaal anders worden ingericht dan een korte, brede, zonnige tuin.  Het bepaalt allemaal in grote mate je verdere doen en laten. Verder is het belangrijk dat de tuin voldoet aan je persoonlijke wensen! Welke vormgeving wil je? Welke functies moet je tuin voor jou waarmaken? Hoeveel tijd heb je over voor het beheer? En hoe kun je al die verwachtingen waarmaken?

Verder lezen:

2. Hoe leg ik groen aan?

‘Waarom kwijnt mijn lavendelstruik weg, terwijl hij ergens anders zo mooi staat?’ Voor velen een herkenbare vraag, al gaat het vaak over een andere plantensoort. De oorzaak is meestal te vinden in het feit dat de plant in uw tuin niet op een goede plaats staat.

Elke plantensoort heeft specifieke behoeften aan een bepaald bodemtype, vochtigheidsgraad en lichtcondities. Zet je de juiste plant niet op de juiste plaats, dan zijn planten erg kwetsbaar voor ziekten en plagen. Wanneer je bij de plantenkeuze rekening houdt met deze voorkeur van de plant zal deze goed aanslaan, groeien en bloeien. Laat je niet in verleiding brengen om ‘goede’ tuingrond aan te voeren: elke grond is goed (behalve sterk vervuilde), maar vraagt een aangepaste plantenkeuze. Voor elk type grond, voedselarm of –rijk, stenen of geen stenen, vochtig of droog, zijn diverse mogelijkheden. Ook de groeivorm en de volwassen grootte van de planten speelt een belangrijke rol bij de aanplanting: wanneer planten te dicht op elkaar staan, zal snoeien noodzakelijk zijn. En dan zit u niet alleen opgescheept met veel werk, maar ook met een berg groenresten waar u een oplossing voor moet vinden. Wil je nieuwe planten in de grond zetten? Zoek dan vooraf uit welke planten geschikt zijn voor jouw tuinsituatie:

Het uiterlijk van planten geef ook al veel prijs over de beste plant-locatie. Hieronder een aantal voorbeelden:

  1. Bekers, blaasjes of vangbladeren zijn zo gevormd om extra voedsel te bemachtigen op voedselarme groeiplaatsen.
  2. Beharing op het blad zorgt ervoor dat de uitdrogende wind minder vat heeft op de verdamping van het blad. Deze planten zijn geschikt voor drogere plaatsen.
  3. Grote, gladde en donkergroene bladeren horen bij planten die meestal te vinden zijn op schaduwrijke plaatsen. Zo kunnen zij met hun extra oppervlak het schaarse zonlicht beter opvangen.
  4. Lichtgekleurde bladeren, wit of geel, zijn gevoelig voor te veel zon. Verbranding kan voorkomen worden door te planten op een beschutte plaats.
  5. Blauw-grijsbladigen daarentegen hebben zich gewapend tegen het felle schadelijke zonlicht.

Om inspiratie op te doen voor jouw tuin kan je ook  een andere tuin een bezoek brengen

Verder lezen:

Het samenstellen van een plantenlijst voor je tuin kan met de Plantenzoeker van Velt. De plantenlijst vind je in het boek Stappen naar een ecologische tuin.

 

 

 

3. Wanneer moet ik planten en snoeien?

Om optimaal te (blijven) genieten van je vergroende buurt is regelmatig onderhoud noodzakelijk. Het is handig hier een schema voor op te stellen, zodat er op de juiste momenten wordt geplant en gesnoeid, en er op die momenten genoeg buren klaar staan om aan de slag te gaan. Zoek je informatie over een specifieke plant? Op internet is (zeer) veel informatie te vinden per plantensoort!

Wanneer en hoe snoeien

Over het algemeen moet je je ervan bewust zijn dat planten niet vragen om gesnoeid te worden: het is de mens die zijn eisen aan de plant stelt. Als je voor de juiste planten kiest met de correcte plantafstand, dan kan je het snoeiwerk sterk beperken.

Met snoeien bepaal je niet alleen de vorm van de plant (respecteer altijd de natuurlijke vorm); maar je kan hier ook de hoeveelheid bloemen en vruchten en de kleur/vorm van het blad en de twijgen beinvloeden. Voor je gaat snoeien is het belangrijk dat je inzicht hebt in de opbouw, groei, bloei en de reactie van de plant.

Probeer de plant zo weinig mogelijk te beschadigen. Gebruik scherp, schoon en doelmatig gereedschap. Tijdig snoeien met de schaar voorkomt snoeien met de snoeizaag. Als de planten te dicht bij elkaar staan, verwijder er dan een paar in plaats van ze te snoeien.

Snoei matig, maar regelmatig om de tegenreactie van de plant zo klein mogelijk te houden. Verwijder eerst het dode en gekwetste hout. Ook de takken die naar de binnenkant van de struik groeien, kunt u zonder problemen verwijderen. Daarna knipt u de kruisende takken. Kies daarbij de slechtst geplaatste takken om te verwijderen.

Snoei nooit bij vriestemperaturen, ontsmet regelmatig het snoeimateriaal en maak de wonden zo klein en glad mogelijk. Let er bij geënte planten vooral op dat er zich geen wilde scheuten ontwikkelen vanop de onderstam.

Verder lezen:

4. Hoe en wanneer moet ik extra water geven?

Als de juiste planten op de juiste plaats staan (bv. vochtminnende planten op een vochtige plaats en droogteminnende planten op een droge plek), kunnen zij meestal uitstekend voor zichzelf zorgen. Doordat ze door de eeuwen heen zijn aangepast aan hun omgeving, kunnen planten tegen een stootje en zijn ze weinig vatbaar voor ziekten of plagen. Een volledig vergeeld gazon wordt snel weer frisgroen na een fikse regenbui. Het is dan ook onnodig om water te geven aan de planten, tenzij in een erg droge periode of bij het aanplanten..

Als je je planten water geeft, doe dit dan met regenwater. Dit is gratis, het is beter voor de planten dan leidingwater, omdat het minder kalk bevat en je verbruikt geen drinkwater voor de tuin. Hou ook rekening met het volgende:

Geef rondom de wortels water, liefst met een gieter. De sproeier kan worden gebruikt voor het gazon.

Het is best om vroeg in de ochtend te sproeien. Overdag verdampt er te veel water in de volle zon en lopen de planten het risico te verbranden door de zon die op de waterdruppels schijnt. ‘s Avonds blijft de grond en de plant natter; dit trekt slakken aan.

Meer humus in de bodem heeft een gunstig effect op de  waterhuishouding. Humusrijke gronden kunnen veel meer water vasthouden, dit kan je zelf positief beïnvloeden door je eigen compost toe te voegen.

5. Hoe ga ik slim om met regenwater?

Regenwater is te waardevol om direct het riool in te laten lopen. Vang het op en gebruik het goed, bijvoorbeeld in je tuin! Er zijn verschillende manieren om water op te vangen voor (her)gebruik. Een greep uit de mogelijkheden:

Een regenton heeft een inhoud van zo’n vijftig tot driehonderd liter. Het water van het dak loopt via de regenpijp in de regenton en is dan te gebruiken om bijvoorbeeld de planten water te geven. Een regenton kan per jaar wel 7.000 liter drinkwater besparen.

Een vijver in een foliebak vangt veel regenwater op. Wel is het noodzakelijkom te zorgen voor een wegloopplaats aan een van de oevers. Dit is een natuurlijke begroeiing waar het water bij overstromen in kan weglopen.

De regenzuil is een systeem dat vierhonderd liter regenwater kan bevatten. Dankzij de hoogte van de zuil is er voldoende druk om een tuinslang  aan te sluiten.

Een waterschaal op een grindbak vangt op een sierlijke manier regenwater op, dat via de lucht of de regenpijp naar de schaal wordt geleid. Wanneer de schaal overstroomt zorgt de grindbak voor een goede afvoer.

Een ondergrondse regenpijp met gaatjes zorgt ervoor dat het regenwater direct de grond instroomt. Het ondergrondse gedeelte is gemakkelijk te koppelen aan de bestaande regenpijp.

Verder lezen:

6. Wat kan ik doen tegen onkruid?

Van onkruid is eigenlijk geen officiële definitie te geven. Een plant is onkruid als mensen het zo noemen. De meeste mensen zien brandnetels als onkruid en paardenbloemen ook. Maar vergeet-me-nietjes? Of boterbloemen? Meestal is het een plant die het erg goed doet, te goed eigenlijk. Je wilt er van af, maar weet niet zo goed hoe.

Er zijn twee soorten onkruid: wortelonkruid en zaadonkruid. Wortelonkruid is door de vorming van een hardnekkig wortelstelsel of ondergrondse stengels een ernstige vorm van onkruid. Wortelonkruid dient met wortel en al weggehaald te worden en of het dan volledig weg is nog maar de vraag. Zaadonkruid kan zich razendsnel verspreiden doordat zij veel zaden produceren en verspreiden. Vaak houden deze planten het maar een jaar uit en ze zijn dan ook makkelijk weg te schoffelen.

Er zijn diverse (ecologische) producten op de markt om onkruid te bestrijden op een manier die niet schadelijk is voor het milieu. Wanneer je onkruid op een natuurlijke manier wil verdelgen, dan moet je toch echt zelf aan de slag. Een aantal manieren om wortelonkruid te verwijderen op een rij:

Verder lezen:

7. Permacultuur

Permacultuur is een manier waarop je zo efficiënt mogelijk gebruik maakt van je tuin zonder deze uit te putten. Je maakt gebruik van wat er al is en waar nodig herstel je de ecologie. In praktijk betekent dit dat je sommige gewassen juist bij elkaar plant of juist niet om zo de verschillende eigenschappen van de planten zo goed mogelijk op elkaar aan laat sluiten.

Verder lezen: