Doe-tip: Maak van je tuin een Sponstuin
Onze tuinen moeten weer sponstuinen worden. Als we echt wat willen doen voor de natuur en de klimaatbestendigheid in de stad, dan begint dat namelijk bij de bodem. Met een sponsbodem houden wij droge voeten en zorgen we voor water voor planten en dieren.
Binnen de bebouwde kom is de bodem door al onze activiteiten steeds verder verdicht. In plaats van een bodem die lijkt op een spons, waar water makkelijk in kan worden opgenomen en opgeslagen, heeft onze stadsondergrond nu vaak meer weg van beton. Probeer maar eens een dunne stok een eindje de grond in te duwen. Dikke kans dat je niet ver komt. Maar daar kunnen we wat aan doen. En dat hoeft niet eens zo ingewikkeld te zijn.
Last van nattigheid én droogte
Klimaatverandering zorgt ervoor dat het weer extremer wordt. Dat merken we aan heftigere regenbuien, maar ook aan kurkdroge perioden. Met name in de bebouwde kom levert dat extra problemen op. Bij een stevige bui heeft onze riolering moeite met het afvoeren van het water – kelders overstromen en straten staan blank. Heel vervelend en het leidt soms tot gevaarlijke situaties, doordat bijvoorbeeld putdeksels wegspoelen of verzakkingen optreden. Ook hebben we steeds vaker te maken met droge periodes, waardoor bomen en tuinplanten hun kopjes laten hangen en stadsdieren, zoals vogels en vlinders, in de problemen komen.
Bodem als beton
De problemen die we in onze buurten ervaren hebben niet alleen met de klimaatverandering te maken, maar ook met onze eigen activiteiten. Door (zwaar) verkeer dat de bodem dicht trilt, betegeling en te snelle afwatering wordt de stadsbodem steeds compacter. Er zit weinig lucht meer in en wordt keihard. Dit is natuurlijk niet goed voor planten en dieren, maar heeft ook een groot effect op de waterregulering. Die dichtgestampte bodem kan namelijk maar heel weinig water opnemen, het is alsof je water over een baksteen giet. Overtollig water komt zo direct in het overbelaste riool terecht, in plaats van in de bodem. Dat leidt niet alleen tot wateroverlast in natte perioden, maar ook tot watertekorten in droge perioden. Stadbewoners staan tijdens warme periodes óf continue te sproeien óf ze geven het op en tegelen de tuin dicht, waardoor het probleem verder verergert.
Tuinbezitters kunnen helpen
Op de klimaatverandering hebben we niet zo veel directe invloed, dat is een groot monster waar we als individu slechts een kleine bijdrage aan kunnen leveren. Meer invloed hebben we op onze eigen tuinen. Daar kunnen we de situatie een heel stuk verbeteren – voor onszelf én de planten en dieren. De sponstuin is dan een goede bijdrage. Maar hoe pak je dat aan? Tegels verwijderen is een goed begin. Meer dan 40% van de Nederlandse tuinen is voor meer dan de helft betegeld. Dat kan gerust wat minder. En veel mensen willen dat ook. Meer dan 80% van de tuinbezitters geeft aan dat ze graag meer planten willen hebben. Het is niet voor niets dat initiatieven als het ‘NK Tegelwippen’ zoveel succes kenden afgelopen jaren.
Laat de bodem weer ademen
Maar met onttegelen zijn we er nog niet. Onder die tegels is de boden meestal nog erg verdicht. Er moet weer lucht en leven in die bodem. Het mooie is dat de natuur daar zelf aan mee helpt, als we haar tenminste de ruimte geven. Een beetje hulp kan ze echter best gebruiken. Als je bodem al best aardig is, dan kan je volstaan met het loswoelen van de grond met een spitvork.
In tuinen die erg verdicht zijn, of waar een laag zand onder de tegels ligt hebben we iets meer bodembewerking nodig. Je komt dan in de meeste gevallen al een heel eind door twee spades diep te gaan. Maak een sleuf en leg de bovenste 30 cm grond naast de sleuf. Vervolgens ga je met de spitvork aan de slag en maakt de laag eronder lekker los. De toplaag die je net naast de sleuf hebt gelegd kan je vervolgens mengen met (blad)compost en weer terugleggen. Je hebt dan een goed startpunt voor je planten en bodemleven. Het organische materiaal van de compost zorgt er niet alleen voor dat de bodem luchtig is en water doorlaat, maar het zorgt er ook voor dat er water vastgehouden wordt, zodat je planten ook tijdens droge periodes vocht krijgen.
Het bodemleven komt meestal snel genoeg vanzelf opdagen, nu de grond weer kan ademen en er voldoende voedsel te vinden is. Er zijn talloze nuttige bacteriën, schimmels en microscopische beestjes die hun weg terugvinden naar je tuin. Van de zichtbare dieren spreken wormen het meest tot de verbeelding. Met name de regenwormen zijn erg belangrijk. Zij leven tot wel drie meter diepen en maken heel veel kleine kanaaltjes tot aan de oppervlakte, die de doorlaatbaarheid van water vergroten.
Het doet er toe wat je plant
Als je planten uit gaat zoeken, let dan niet alleen op de kleur. Vaste planten en struiken of bomen wortelen lekker diep en zorgen daarmee voor meer sponswerking. Plant dus het liefst niet alleen gras of bloemen. Daarnaast is het goed om planten van hier (inheemse planten) te kiezen. Die passen het best bij onze bodemomstandigheden en trekken ook meer biodiversiteit aan. Biologische planten hebben vanzelfsprekend de voorkeur.
De natuur kunnen we ook een handje helpen met technische maatregelen. Iedereen kent natuurlijk de regenton. Maar tegenwoordig is er meer te vinden. Vooral drainagekratten zijn de laatste tijd erg in opkomst. Dat zijn kratten met speciaal doek eromheen die je ingraaft in je tuin. Het water wordt erin opgevangen en kan vanuit de krat langzaam in de grond doordringen.
Geniet van je (spons)tuin
De sponstuin zorgt voor meer natuur en een beter klimaatbestendigheid. Maar dat zal voor de meeste mensen niet de enige reden zijn om met de tuin aan de slag te gaan. Een groene en levende tuin is ook een tuin waar je graag bent en waar je van kan genieten. Zonder dat je ver hoeft te reizen. Afgelopen drie jaar heb ik mijn eigen betegelde tuin onderhanden genomen en met elke tegel die eruit gaat, zie ik het leven toenemen. Waar mijn tuin vroeger een fietsparkeerplek was met een zitje, heb ik tegenwoordig echt het buitengevoel en kan ik heerlijk ontspannen (of werken) in deze openluchtuitbouw van mijn huis. Dat gun ik elke tuinbezitter.
Groene groet,
Maarten Bruns