eikel Insecten en bodemdieren

Knoppergalwesp

Het is winter, de bomen zijn kaal en de eikels liggen op de grond. Tussen die eikels vind je soms hele bijzondere exemplaren, die helemaal overwoekerd zijn. Dit is het werk van de knoppergalwesp, een klein, onopvallend wespje van 2 à 3 millimeter met een donkerbruin tot zwart lijf en gele pootjes en antennes. De vrouwtjes van de knoppergalwesp leggen eitjes tussen de eikel en het eikeldopje. Als reactie daarop ontstaan vergroeiingen, die de eikel deels of soms zelfs helemaal overwoekeren. De gallen zijn in de zomer groen en plakkerig, maar in het najaar zijn ze bruin en houtachtig. In die gal kunnen de wespenlarven veilig opgroeien, beschermd tegen hongerige vogels. Ondertussen eten ze van het weefsel van de eikel. Het zijn dus parasieten; ze leven van de boom en geven daar niets voor terug. Maar de eik heeft daar gelukkig geen last van. De larven brengen de hele winter in de gal door. Pas in de lente kruipen ze eruit als volwassen knoppergalwespen.

De insecten vliegen in twee generaties. De generatie die in het voorjaar uit de knoppergallen komt bestaat uit alleen maar vrouwtjes. Die leggen in het voorjaar zonder bevruchting eitjes, vaak op de katjes van de moseik. Als reactie daarop ontstaan kleine langwerpige gallen, die er heel anders uitzien dan de gal op de foto. Uit deze gallen komt de tweede generatie; mannetjes en vrouwtjes die wél paren. In reactie op de (bevruchte) eitjes die het vrouwtje legt ontstaan de typische knoppergallen.

Over de oorsprong van de naam van deze gal verschillen trouwens de meningen. Mogelijk is het afgeleid van het Duitse woord ‘Knoppern’, dat betekent: knoesten. Of het kan verwijzen naar ‘Knoppe’, de naam van een ouderwetse Duitse muts. In Nederland komen ruim duizend verschillende gallen voor.
Ze worden veroorzaakt door galmuggen, -wespen, -vliegen en -mijten, vaak met een voorkeur voor één of een paar plantensoorten. De zomereik is het populairst: daarop komen wel 80 verschillende soorten gallen voor. Gallen zijn er in allerlei soorten en maten. Soms zijn het bolletjes zo groot als een knikker, zoals de knikkergal en stuitergal. Andere hebben de vorm van een bladrozet, zoals de wilgenroosjesgal. Als je erop gaat letten, dan kom je ze ineens overal tegen!

Welk dier verdient volgens jou een ode? Laat het ons weten en wij gaan op zoek naar de interessantste feiten over dit dier. Mail naar mensennatuur@ivn.nl

Mens & Natuur magazine

mens_en_natuur_magazinesDit artikel verscheen eerder in de wintereditie van Mens & Natuur magazine 2023. Wil je ook het Mens & Natuur Magazine ontvangen? Voor € 25 per jaar ben je al lid van IVN en ontvang je naast 4x per jaar ons magazine ook korting in onze webwinkel (geldt niet voor boeken) en kun je gratis of met korting deelnemen aan onze activiteiten, cursussen en workshops.

Ja, ik word lid

Ontdek meer over

Deel deze pagina