Gezondheid
Uitgebreid verslag lezing Meten=Weten van 25 feb.
Impressie van bijeenkomst van onze afdeling over gewasbestrijdingsmiddelen door Peter Kwast
Een dertigtal meer dan normaal betrokken mensen -niet alleen leden maar ook een aantal gasten van o.a. de Raad van de gemeente Tynaarlo en van Extinction Rebellion afdeling Drenthe- is aanwezig. Om kennis te nemen van de bijdrage van Guido Nijland van de inmiddels befaamde vereniging Meten=Weten. Het initiatief te komen tot M=W is genomen in 2018.
Er is al veel bereikt. Maar de aan de orde gestelde kwestie vergt een lange adem, zoveel is wel duidelijk. Waar komen we vandaan? Over een onderzoek van RIVM naar middelen die van de akkers daarbuiten belanden wordt in 2019 gerapporteerd. Inhoud van Nederlandse versie van het rapport: Weinig aan de hand. De later verschenen buitenlandse versie bevat meer verontrustende signalen. Waarom duurt het allemaal zo lang? Omdat je te maken hebt met belangen van LTO, die ook doorwerkt in regering en ministeries. En doorwerking in rapporten van CBTG. (Dat is de groep mensen die middelen onderzoekt en aangeeft of het gebruikt kan of niet.) En natuurlijk is er de agro- en chemische industrie met machtige spelers. En die partijen pakken ieder gaatje dat ze zien, of proberen dat.
Om een stem te hebben moet je weten waarover het gaat. De missie van M=W. Enige tijd geleden is een grote meting opgezet. Met 4 meetpalen in Drenthe (waarvan één bij Oudemolen, de andere rond Westerveld en het Dwingelderveld) en 3 op de Veluwe. Om jaarrond te meten. Elke locatie wordt eens per 6 weken voorzien van een nieuw filter, de gebruikte filters gaan naar een gecertificeerd laboratorium voor onderzoek. Tegelijkertijd wordt dan eikenblad uit de omgeving verzameld en gras. Ook deze beide worden geanalyseerd. Omdat glyfosaat op die manier verkeerd bepaald zou worden wordt de aanwezigheid daarvan eens per 18 weken bepaald. Vóórkomen in de lucht betekent nog niet neerslaan of hechten aan eikenblad of in gras. Daar zitten de nodige verschillen tussen. Soms meer in blad of gras, maar minder komt ook voor.
Waardoor blijven die middelen niet op de akker waar deze gebruikt worden? Vermeld worden o.a.
– wind bij het sproeien veroorzaakt drift (wegblazen) maar ook verdamping. De verdamping gaat na het sproeien nog enige tijd door. De gifstoffen hechten zich dan aan fijnstof, en komen daardoor ook in de wolken terecht.
– uit de wolken valt regen. Deze vloeit af -sneller (met drainage) of langzamer- en komt dan in oppervlaktewater terecht, maar de stoffen bereiken ook het grondwater. En alle water pleegt te stromen …
Tot nu toe is geen (systematisch) onderzoek gedaan naar vóórkomen in water. Want dat vergt andere technieken, andere laboratoria. De laboratoria die ingeschakeld worden zijn alle geaccrediteerd. Zonder accreditatie worden de resultaten gewoon onderuit gehaald en kun je opnieuw beginnen. En het is ook een kostbare zaak. Analyse van watermonsters is duurder dan van lucht en grond. Opgemerkt wordt dat er overigens geen normen zijn voor vóórkomen in lucht of grond. Wel voor water! Ondanks dat gegeven worden de middelen rustig goedgekeurd voor gebruik.
Weer iets anders is onderzoek aan mensen, al was het maar via dossiers gebruik maken van werk van medici. Er zijn genoeg aanwijzingen dat Parkinson door de middelen wordt veroorzaakt. Prof. Bas Bloem, neuroloog (Radboudumc), komt tot 95% van deze aandoening met een relatie naar giffen. Maar bewijs? Nee. Doordat Parkinson na blootstelling via stapeling eerst na 10 jaren blijkt is bewijs moeilijk. Guido citeert een uitvaartondernemer: nu 10 keer zoveel overlijdensgevallen van mensen die geleden hebben aan Parkinson dan toen deze begon. Ook dat is geen bewijs. Je zou wel een kaart kunnen maken van vóórkomen van Parkinson over Nederland. De gegevens daarvoor heeft de GGD. Maar die moet ze dan wel vrij geven … Ook zijn er aanwijzingen dat hartritmestoornissen een relatie hebben met de middelen. (De beroepsgroep medici gaf de derde plaats van veroorzakers aan de middelen.) Maar onderzoek op mensen kan natuurlijk niet (zomaar). Daarop zijn fruitvliegjes blootgesteld. Die ontwikkelden inderdaad de stoornissen.
Gebruik maken van gegevens van onderzoek Lifelines van UMCG dan. Zelfde verhaal: je moet wel eerst die gegevens krijgen. Daarvoor is een andere werkgroep nodig, namelijk met medische expertise. Kortom, allemaal goede suggesties, maar het moet wel kunnen.
Is lelieteelt de enige boosdoener? Nee, maar wel een heel grote. Er wordt driemaal zoveel gespoten als gemiddeld op andere gewassen. Maar voor die andere gewassen zoals b.v. aardappelen en tulpen, fruit, etc. zijn ook middelen nodig. Niet altijd dezelfde. Als voorbeeld: bij teelt van aardappelen wordt een kiemremmend middel gebruikt. Nabij fiets- en wandelpaden wordt ‘ons’ Deet gemeten! Maar de beroepsgroep blijft lelies omarmen. Deze brengt veel geld op. Verreweg de meeste bollen gaan naar China. Ook in een ander opzicht betekent lelieteelt nogal wat. Vaak worden in Drenthe de essen rond de dorpen gebruikt. Die worden eerst geëgaliseerd, terwijl daar van oudsher reliëf in zit. Dan volgt de teelt die eindigt met rooien in december. Dan is de akker vaak nat, en wordt met zware machines daarop gewerkt. Gevolg: structuurschade. De bollen met (veel) aanhangende grond wordt afgevoerd naar de teeltbedrijven. Die spoelen daar de bollen schoon. De daarbij vrijkomende grond wordt weer teruggebracht naar Drenthe en aldaar over akkers verspreid. Ziedaar een hele keten. En ja, het is waar dat je maar eens in de 6 of 7 jaar een akker voor de teelt kan gebruiken. Dat komt door ziektes, maar zeker ook door uitputting van grond.
Wat doet dan het bevoegde gezag? Laat ik zeggen: veel te weinig. Dat komt in van alles tot uiting. Nabij Natura2000 gebieden moet je voorzichtiger zijn. De Habitatrichtlijn moet bij vergunningverlening worden toegepast. Er geldt dan onder omstandigheden een omgekeerde bewijslast. Maar die moet je dan wel inroepen. Kun je zonering (waarover straks nog meer) toepassen? Via de Omgevingswet kan dat heel goed, en zou een eerste stap kunnen zijn. Onze gemeenteraad is wel bezig, dat betreft vooral de fracties van PvdA, GL en D66. M=W heeft de 12 provincies gevraagd om een verbod op gebruik van 14 middelen. Inmiddels is van 8 een antwoord gekomen. Njet. Overheden mogen voorwaarden stellen via het pachtbeleid. Maar ook daar moet je een meerderheid voor zien te vinden.
Dan nu maar eens -ik heb het lang uitgesteld- naar een paar meetresultaten.
In de genomen monsters komen 714 verschillende gifstoffen voor. De hoeveelheden aangetroffen stof variëren door het jaar heen. En natuurlijk bij een bespoten veld meer dan verder weg, maar 4 kilometer verderop werden van de ruim 700 middelen nog 100 gemeten. Dus zonering werkt wel, maar je kunt er niet alles van verwachten. (Anders dan CBTG meldde: geen drift buiten 3 tot max. 5m!)
Tot slot. Wat kunnen wijzelf doen?
– Heel dichtbij. Gebruik voor plant- en zaaigoed biologisch geteelde spullen. Dat is de beste garantie dat je beter (veiliger) zit. Maar dit is niet absoluut.
– Hetzelfde geldt voor je voedsel. Biologische boeren gebruiken de spullen niet, maar hun grond komt door natuurlijke processen ook in aanraking met de gifstoffen.
– Doe mee met een actiegroep. Demonstreer mee met Extinction Rebellion.
– Als het onderwerp voor een vergadering van de gemeenteraad (of een commissie daarvan) op de agenda staat: ga inspreken. Hoe dat moet staat op de site van de Raad.
– Word lid van M=W https://metenweten.nl/ Kost eenmalig (!) € 5. Inmiddels 1800 leden.