Lezing over Korstmossen
Vanavond zal Peter Eenshuistra ons tijdens zijn lezing van alles kunnen vertellen over korstmossen. Aansluitend aan deze lezing is er op zaterdag 16 november een excursie. Locatie en tijd zullen nog bekend worden gemaakt.
Korstmossen zijn dubbelorganismen. Ze bestaan uit een schimmel, die vorm en soort korstmos bepaalt en één, soms twee soorten algen. Er zijn slechts een beperkt aantal groen en blauwalgen die met een schimmel samenleven. De schimmel neemt water en voeding uit de omgeving op, waar de alg ook van profiteert. Met fotosynthese kan de alg suikers produceren, die het aan de schimmel levert. Een prachtig voorbeeld van symbiose. De schimmel biedt de alg ook bescherming tegen omgevingsinvloeden. In droge omstandigheden kan het dubbelorganisme uitdrogen, maar als er weer voldoende vocht is, leeft en groeit het korstmos verder. Zo kunnen korstmossen leven op
plaatsen waar planten dit niet meer kunnen, bijvoorbeeld op stuifzand, op boomschors of op steen. Er komen rond 800 soorten in Nederland voor.
Voorbeelden van korstmossen in hei en stuifzand zijn rendiermossen, bekermossen en heidestaartjes. Daar gaan we in de lezing en op de excursie voorbeelden van zien. Heel anders zien de leermossen er uit. Ze vormen grote grijze, bruine of blauwgroene plakkaten. De kleur wordt bepaald door een blauwalg. Op bomen groeien schildmossen, struik en baardmossen en korsten. De soortsamenstelling wordt bepaald door de zuurgraad van de schors en de hoeveelheid beschikbare voedingsstoffen. Zo doet het gele Groot dooiermos het goed in onze omgeving, vanwege de hoge stikstofdepositie. Een derde groep korstmossen groet op steen. Op stoeptegels en dakpannen is de Gewone muurschotelkorst zeer algemeen. In het buitenland kun je prachtige mozaïeken van korstmossen tegenkomen. Op de avondlezing zal ik van alle types voorbeelden laten zien en meer vertellen over de ecologie van
deze bijzondere levensvormen.