Mijn fuut niet

Een paar jaar geleden vertelde ik over ‘mijn’ fuut. Hij is in de tochtsloot vlak bij mijn huis geboren. Als enige uit het nest van toen bleef hij hier achter. Een mooie fuut zoals alle futen prachtig zijn.

Na een jaar wist hij een vrouw te lokken en begon hij voor het eerst aan de balts. (Hij kan ook een zij zijn. Bij futen zijn de rollen amper verdeeld. Ook de vrouw neemt het initiatief. En het verschil tussen man en vrouw is amper te zien. Maar deze fuut is zo dom dat het toch eigenlijk alleen een hij kan zijn).

Maar hij wist niet goed hoe de balts moest.. Als  ‘normale’ futen baltsen,  doen ze dat in een aantal vaste episodes. Mijn collega Wim Bax schreef er een paar weken geleden al over.

Maar ‘mijn’ fuut niet. Hij begon in het midden van het ritueel. Even, een kwartiertje. Dan stopte hij weer. En de vrouw droop af. Een paar dagen of een week later probeerde hij het nog een keer. Maar het bleef een rommeltje. Ach, dacht ik de eerst keer, hij moet het nog leren. Maar eigenlijk wist ik wel beter. Elke fuut beheerst het baltsritueel van nature. Geen nest dus.

Ook de jaren daarna werd het niet beter. En ook dit voorjaar ging het niet volgens het boekje. Hij leert het nooit, was mijn conclusie.

En toen, plotseling, op 30 mei een grote verrassing. Mijn fuut kwam aanzwemmen met een vrouw. En een piepklein pulletje. Hij deed zijn best om visjes te verzamelen. En die voerde hij aan het jong. Dus het was toch gelukt!  Hij kon het wel! Het was feest bij mij thuis.

De volgende dag zag ik ze weer. En nu begreep ik waarom de vrouw er zo bol uitzag: onder haar veren staken drie kleine ronde kopjes uit. Er waren vier pullen! En ze werden alle vier gevoerd.

De volgende dag kwam het paartje weer langs zwemmen. Ik zag nog maar drie jongen. Jammer. Opeens zag ik de man wegracen. Een kwartier later kwam hij terug, met een visje.

De pulletjes begonnen ook zelfstandig ronde te zwemmen.  Ook de volgende dag zag ik de man telkens wegracen. Natuurlijk, hij kwam na een tijdje wel terug, met een visje. Maar echt zorgen deed hij niet.

Na nog weer twee dagen was hij weer alleen.

Alle futen kunnen het. Alleen ‘mijn’ fuut niet.

Catherine