Mijn eerste nachtvlinder

Het is lang geleden dat ik mij begon te interesseren voor vlinders. Ik kende de algemene soorten wel: de dagpauwoog, de atalanta en het koolwitje. Ik kwam niet verder dan dat er één soort koolwitje was. Nu ben ik inmiddels wel zover dat ik het klein en groot koolwitje en het klein geaderd witje ken. Ik heb zelfs, niet in Nederland, het groot geaderd witje wel eens gezien.
En natuurlijk ging ik op zoek naar vlinderplanten in mijn tuin. En ik keek onderweg naar vlinders tijdens wandelingen. Ik gebruikte mijn verrekijker niet voor vogels maar voor vlinders.
Ik keek naar hun vliegtijd, hun biotoop en hun bijzondere metamorfose van eitje naar vlinder. Want rupsen en vlinders horen bij elkaar. Eitjes en poppen zijn moeilijker te vinden.

De metamorfose van een vlinder, ook wel volledige gedaanteverwisseling genoemd, verloopt in vier stadia: ei, rups (larve), pop en volwassen vlinder (imago). Het proces begint met een ei, waaruit een rups komt die veel eet en vervelt. Vervolgens verpopt de rups zich, waarna in de pop de complete transformatie naar vlinder plaatsvindt. Wonderlijk !
Op een dag zag ik ook een vlinder die nogal zenuwachtig met zijn vleugels wapperde en die ik niet in mijn dagvlindergids kon vinden. Zo kwam ik op het spoor van de overdag vliegende nachtvlinders. Dat is een aparte groep. En zo kwam het dat ik me diverse jaren heb verdiept in de ‘nachtvlindermaterie’ met laken en speciale lamp. Er ging een wereld voor me open maar mijn eerste nachtvlinder, ook al vloog deze overdag, was de gamma-uil. Zijn naam(Autographa gamma )heeft hij te danken aan de bijzondere tekening op de veugel: die lijkt op de Griekse letter gamma.
Daarbij komt ook nog het feit dat deze vlinder een trekvlinder is uit het Middellandse Zeegebied. Al met al een bijzondere vlinder,
Je kunt de gamma-uil zien van april tot oktober, dus ook nú nog !

Elza Vis