Kop naar binnen, kont naar buiten
Even een beeld, een weiland vol grazende koeien. Tussen de koeien door vliegen tientallen zwaluwen als acrobaten hun vlucht. Het zijn boerenzwaluwen herkenbaar aan langere staartpennen die een vorkje vormen. Er valt hier kennelijk veel te halen, insecten die opvliegen door de bewegingen van de grazers. Waarom die toeren? Ze hebben jongen te voeden en die zijn hongerig. Die zitten momenteel nog op het nest. De ouders vliegen nu af-en-aan met muggen en vliegen om de hongerige monden te voeden.
Boerenzwaluwen maken hun nesten van klei en andere modder op randen en richels in boerenschuren, stallen en zelfs onder bruggen, vaak in een los kolonieverband. In Nederland maken boerenzwaluwen per jaar zo’n twee nesten groot. De jongen uit het eerste nest helpen dan vaak met het grootbrengen van die van het tweede. Het zijn dus heel sociale dieren. Begin april arriveren ze in groepen vanuit Centraal Afrika om hier te broeden en als in augustus-september hun 2e legsel ook uitgevlogen is, komen ze ’s avonds in grote groepen voor de nacht bij elkaar op vaste roestplaatsen. Spektakel om te zien, dikke wolken met zwaluwen laten zich vallen in een rietveld, nog even ‘nababbelen’ met elkaar en dan is het ineens stil. Begin oktober vertrekken ze met z’n allen om retour naar het overwinteringsgebied te gaan.
Vorig jaar om deze tijd kampeerde ik bij een boer en zag ’s nachts op een bijzondere locatie vijf jonge boerenzwaluwen op hun nest slapen: onder aan het plafond in een nest aan een balk in de wasruimte. En in een heel bijzondere houding: allen met hun kop naar het midden. Lekker knus dus. Dat dacht ik, maar toen ik het besprak kwam iemand met de uitspraak: “kop naar ‘t midden en kont over de rand van het nest zodat het niet bevuild wordt”. En inderdaad, onder het nest had de boer een groot stuk karton geplaatst met daarop dik bezaaid de uitwerpselen van deze vogels. ’s Morgens waren de vogels weer gevlogen, maar in de avond zaten de jongen weer op het nest, een enkeling nog heen en weer vliegend, anderen nog met de kop naar buiten, maar ’s nachts zaten ze weer alle vijf in de geschetste houding, koppen naar binnen, kont over de rand. De beide ouders waren ook in deze ruimte, maar er leek geen plaats meer voor hen op het nest, ze zaten bewegingsloos op een tl-buis.
Wim Bax
