Hommelkoninginnen

Heb je ze ook al gezien of gehoord? Vanaf februari vliegen er hommelkoninginnen rond en hoor je ze met hun gebrom al van verre aan komen. Ik kijk altijd met respect naar deze dames: als ze uit hun winterrust komen, wacht hun namelijk een drukke periode. Hommels zijn mollige, vrij grote bijen die in kolonies leven. Alleen bevruchte koninginnen overwinteren. Als ze tevoorschijn komen, moeten ze na maanden vasten allereerst op krachten komen. Hiervoor zijn ze afhankelijk van vroegbloeiende planten waar ze nectar en stuifmeel kunnen halen, zoals bijvoorbeeld de boswilg. Op de foto zie je bloeiende katjes met een aardhommelkoningin. Eenmaal op krachten gekomen gaat de koningin op zoek naar een nestplaats. Elke hommelsoort heeft zo haar eigen voorkeur. Aardhommels maken hun nest onder de grond, bijvoorbeeld onder een graspol of in een oud muizennest. Als je een koningin zigzaggend laag over de grond heen en weer ziet vliegen, dan weet je dat ze op zoek is naar de ideale plek. In het nest maakt de koningin van was nestcellen waarin ze eitjes legt. De larfjes die hieruit komen, voedt ze met stuifmeel. In april-mei ontpoppen de larven tot werksters. Die nemen het verzorgen van de hommellarven en de bouw en het onderhoud van het nest over. De koningin wijdt zich vervolgens volledig aan het leggen van eitjes. We zullen haar niet meer zien, want ze blijft in het nest en wordt daar door de werksters met nectar gevoed. In de loop van de zomer legt ze eitjes waaruit mannetjes en nieuwe koninginnen komen. Jonge bevruchte koninginnen zoeken vervolgens een schuilplek om de winter door te komen. Mannetjes, werksters én de oude koningin sterven voor de winter aanbreekt.
Maar zo ver is het nog niet. Eerst kunnen we genieten van rondvliegende en zoemende hommels. Het is belangrijk dat er jaarrond genoeg te eten is. In onze tuin vinden we nu hommelkoninginnen op krokussen, gevlekt longkruid, groot hoefblad en paarse dovenetel. Later in het jaar zien we hommels op o.a. paardenbloem, vingerhoedskruid, witte dovenetel, bosandoorn, smeerwortel, kamperfoelie, klavers, distels en kaardenbol. Ook komen ze op allerlei tuinkruiden en lavendel af. Vind je een uitgeputte of onderkoelde koningin? Je kunt die dan weer op de been helpen met een beetje suikerwater (geen honing!). Misschien zwaait ze dan wel naar je, al is dat niet uit dankbaarheid maar omdat ze zich bedreigd voelt.

Ineke Bams