Gekke aalscholvers

Er zit een aalscholver in mijn tuin. Dat is niet gek. Zij (of hij, bij aalscholvers is het verschil slecht te zien buiten het broedseizoen) zit op de rand van de tocht naast mijn huis. Dat is ook niet gek. Vaak zit daar een aalscholver na het vissen te drogen.

Maar deze droogt niet. En dát is raar. Geen aalscholver gaat met natte vleugels de lucht in. Dus na het vissen spreidt een aalscholver haar vleugels wijd uit om ze in de wind te laten drogen. Maar deze niet. Deze zit rustig en stil met haar vleugels naar beneden om zich heen te kijken. Best lang, maar niet verveeld. Zij speurt de hele tuin af.

En dan gebeurt er iets bijzonders. Daar komt een collega aalscholver, aalscholver 2. Komt even kijken, zwemt weg en vangt een visje. Heel gewoon. Maar ongewoon: aalscholver 2 eet het visje niet op, nee hij brengt het naar de aalscholver op de oever. Deze neemt het aan en slikt het naar binnen, zoals aalscholvers dat doen: het hele visje glijdt door de keel naar beneden.

Wat is dit? Altruïsme? Naastenliefde? Verleiding?

De tweede aalscholver zwemt weg en gaat uitgebreid vissen. Pas na een uur gaat ook hij op de kant zitten, zo’n 5 meter van “mijn” aalscholver. Ook hij spreidt de vleugels niet om te drogen! En besteedt geen enkele aandacht aan haar (?). En dat is wederzijds. Eindelijk gaat dan “mijn” aalscholver weer te water. Ze vist en houdt alle vissen voor zichzelf. Geen enkel teken van dankbaarheid. Of toch? Ze gaat naar de kant en gaat bij aalscholver 2 zitten, zo’n 50 centimeter van hem af.

Is dit toch een poging tot toenadering?

Áls ze een nest willen beginnen, moeten ze wel opschieten: de meeste aalscholvers beginnen al in februari te broeden. En ze moeten elkaar vooral geen gekke gewoonten leren, zoals vergeten te drogen!

Catherine