Fluiten
Zoals de eerste zwaluw zomer brengt, betekent de komst van de smient het begin van de winter. Begin oktober begint het, het melodieuze gefluit van overvliegende smienten. Piieuw piieuw. Iemand benoemde dit fluitende geluid alsof er op een badeendje wordt gestapt. Het zijn wintergasten uit het hoge noorden die tot begin van de lente hier verblijven. Als je momenteel een winterse avondwandeling langs de polder maakt, hoor je vaak dit fluitend geluid in de verte. Fluiteendjes worden ze daarom wel genoemd.
Smienten zijn eenden die ’s nachts in grote groepen op de weilanden verblijven om te eten. Daarom zijn boeren wat minder blij als de smienten weer terug zijn. Maar als je wilt weten hoe ze eruit zien en je gaat overdag in dezelfde weilanden kijken, zijn ze lastig te zien. Dan bevinden ze zich op open water. In onze regio zijn de Groene Jonker en de Ouderkerkerplas hotspots. Als ik in de auto op de A9 rij, moet ik altijd even naar de Ouderkerkerplas kijken, vele duizenden zie je slapend dobberen. Ik heb dan altijd een beetje het gevoel dat je over de eenden naar de overkant kunt lopen. Dat zal overigens nooit lukken, deze vogels zijn erg gevoelig voor verstoringen. Telkens als de smienten schrikken, vliegen ze op. Ze verbruiken hierdoor energie die juist hard nodig is, een smient moet voldoende kracht en vet opslaan om in het voorjaar weer de oversteek naar de arctische gebieden in Scandinavië en IJsland te kunnen maken. Toch lijken ze van het constante verkeerslawaai weinig last te hebben. Ze zitten er kennelijk graag. Ze kunnen hier ook blijven als het kwik onder nul zakt, want de plas vriest zelden helemaal dicht omdat deze zandafgravingsplas heel diep en een beetje brak is. En in de omgeving zijn voldoende weilanden om voedsel te verzamelen.
De smient-man is het makkelijkst te herkennen. Hij heeft een kastanjebruine kop met witgele streep op zijn voorhoofd, zijn borst roze en een wit buikje met grijsblauwe flanken. Vrouwtjes zijn minder opvallend gekleurd en vaak grotendeels bruin of grijsachtig. Dit is hun prachtkleed en zo trekken ze ook terug naar hun broedgebieden.
De meeste smienten arriveren vanaf eind september tot november in Nederland om te overwinteren, zo’n 850.000. Zij vertrekken weer in de periode februari-april en beginnen in mei met broeden in het hoge noorden. Nog even, dan kan ik hen uitwuiven en nafluiten als een piepend badeendje.
Wim Bax

Foto: Carola Jansen