Buiten de perken

Op een dag was ik een beetje aan het rommelen in mijn mini-voortuintje. Er groeit bij mij nogal wat buiten de perken. Ik hou daarvan, niet zo recht en strak langs de trottoirband. Om het een beetje in het gareel te houden, je wilt geen gekrakeel met de buren daarover, heb ik lage hekjes gevlochten van takken van mijn vlinderstruik. Die afgeknipte en afgezaagde takken werden door mij gepromoveerd tot vlechthout en de dikkere tot paaltjes. Hoe heet zoiets ? Hergebruik !? Nu worden mijn plantjes aan de rand  een beetje in toom gehouden.

Maar zo bleek, toen ik wat verder keek dan mijn eigen trottoirband, dat er een alleraardigs plantje was gaan buurten en de voegen tussen de tegels van mijn buurman had gevonden alsof tie gelopen of gesprongen was over een paar tegels. Wonderlijk, de natuur.

Nu ben ik niet altijd zo netjes met het opruimen van en in toom houden van plantjes. En de plant waar ik het over heb heeft twee manieren van voortplanten: met zaad en vegetatief. Dus ik weet bijna zeker dat mijn favoriete plantje zich vegetatief meester gemaakt heeft van de voeg tussen de tegels van mijn buurman. Een stukje stengel is, door mijn slordige manier van tuinieren, in die voeg terecht gekomen en had genoeg ‘in huis’ om zich daar te nestelen. ‘In huis’ wil zeggen dat er een stukje stengel is geweest met een knoop, de plek waar de blaadjes aan de stengel zitten, een verdikking, waaruit worteltjes groeien als er substraat aanwezig is. Dat substraat is de zanderige voeg tussen de tegels, voldoende om weelderig te gaan groeien en te bloeien.

De andere manier van voortplanting is via zaad. De bloem buigt na de bloei naar binnen, waardoor de zaden naar binnen vallen en in spleten tussen stenen in het donker kiemen. De Muurleeuwenbek(Cymbalaria muralis), want daar hebben we het over,  prefereert beschaduwde, vochtige plaatsen zoals verweerde muren en zerken van oude graven. Oude dijkbeschoeiingen en kademuren zijn ook ideaal.

De naam Cymbalaria slaat waarschijnlijk op het slaginstrument cimbaal, een soort bekkens waarvan je er twee tegen elkaar slaat. Twee cimbalen op elkaar doen denken aan de zaadknop of zaaddoos van de plant.

Dit is ook een pleidooi voor een beetje slordig tuinieren.

Elza Vis