Biodiversiteit
Stikstofplan Kabinet zeer twijfelachtig
Kabinetsplan dat Nederland van stikstofslot moet halen juridisch zeer wankel, zegt Raad van State
Het is hoogst twijfelachtig of het plan waarmee het kabinet de vergunningverlening weer op gang wil brengen, stand zal houden voor de rechter. De Raad van State concludeert dat een ‘rekenkundige ondergrens’ waarschijnlijk niet de gedroomde oplossing is voor de stikstofcrisis.
Lees hier het artikel in de Volkskrant.
Femke Wiersma, Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur van Nederland, beroept zich in haar betoog op:
-
Een doctor in de atmosferische fysica, Arthur Petersen, die een wetenschappelijke onderbouwing leverde voor haar plannen. Dit houdt, samenvattend in:
- Bij gebruik van een model voor een bepaald (beleids)doel moet eerst worden bepaald wat het wetenschappelijke toepassingsbereik is van een model. Het toepassingsbereik geeft aan waar het model betrouwbare uitspraken kan doen (gegeven het doel waarvoor de rekenresultaten worden gebruikt). Als de resultaten te onzeker zijn (er is sprake is van ‘schijnzekerheid’), dan is het model onvoldoende betrouwbaar (niet geldig) voor gebruik. Er zit altijd een begrenzing aan een model. In de context van depositiemodellering van individuele bronnen is de grens waaronder resultaten onvoldoende betrouwbaar zijn (in de zin van een depositie die niet voldoende zeker van nul is te onderscheiden), niet eenduidig te bepalen – op basis van de best beschikbare wetenschappelijke kennis, rekening houdend met meetonzekerheid, kan echter worden beargumenteerd dat deze ligt tussen ongeveer 1 en 35 mol/ha/jaar. Rekenresultaten lager dan 1–35 mol/ha/jaar zijn wetenschappelijk gezien onvoldoende betrouwbaar voor gebruik in besluitvorming (de modelsystematiek is dan niet doelgeschikt).
- Lees hier de uitgebreide redenering van Petersen: dutch_-_expert_judgement_arthur_petersen_update_28-08-2024 (1)
- Als in de wet wordt vastgelegd dat er een wetenschappelijke ondergrens is, dan zou deze ondergrens er voor zorgen dat alle nu stilliggende aanvragen voor een vergunning, zowel voor boeren als voor bouwbedrijven, in een klap door kunnen gaan. Omdat het merendeel van de aanvragen niet over deze ondergrens heengaan. Het “wondermiddel” voor de regering, BBB, boeren en bouwbedrijven.
- Er is ook geen wetswijziging nodig. En alle bemoeienissen van tweede kamer, maar ook van natuurorganisaties, hebben dan geen zin meer en hebben ook geen effect.
De geschiedenis.
Programma Aanpak Stikstof
Als de redenering van de raad van State stand houdt: dan voltrekt zich hetzelfde scenario als in mei 2019, toen de hoogste bestuursrechter het Programma Aanpak Stikstof (PAS) afkeurde. Duizenden boeren en bedrijven die tussen de invoering van het PAS in 2015 en de RvS-uitspraak van vandaag zonder vergunning zaten, zitten nu met de gebakken peren. Zij moeten in principe de onder het PAS illegaal gebouwde veestallen en fabrieksgebouwen weer afbreken. Er lopen inmiddels tientallen rechtszaken over de handhaving van die afbreekplicht.
De Raad van State (RVS)
Maar dat blijkt dus niet het geval. ‘Het introduceren van de voorgestelde ondergrens brengt niet geringe risico’s met zich mee’, schrijft de RvS in haar advies. Elders noemt het juridisch adviesorgaan de invoering van zo’n ondergrens ‘kwetsbaar’. Dat het rekenmodel Aerius bij kleine stikstofemissies niet nauwkeurig kan berekenen waar die stikstof precies neerslaat, doet niets af aan het feit dát die stikstof vrijwel zeker in Natura 2000-gebied neerslaat.
Daardoor kan de overheid op voorhand niet uitsluiten dat die kleine emissies schadelijk zijn voor de beschermde natuur, zeker niet cumulatief over een tijdsbestek van vele jaren. Bovendien gaat een rekenkundige ondergens eraan voorbij dat veel kleine emissies bij elkaar opgeteld samen wél een significant hogere stikstofneerslag op Natura 2000-gebied kunnen veroorzaken. ‘Dat een depositiebijdrage kleiner is dan de empirische meetdetectielimiet betekent niet dat die bijdrage er niet is. Het negeren van zo’n bijdrage zal steeds leiden tot een onderschatting van de depositie en niet tot een overschatting.’
De RvS betwijfelt daarom of rechters de redenering van Petersen zullen volgen in de onvermijdelijke rechtszaken over een rekenkundige ondergrens. Het adviesorgaan wijst erop dat de wetenschappers die Petersens analyse hebben beoordeeld, het lang niet allemaal met hem eens zijn.
De tweede kamer
In Kamerbrieven en tijdens het stikstofdebat in de Tweede Kamer van vorige week donderdag schetsten Wiersma en minister-president Dick Schoof steeds het beeld dat de rekenkundige ondergrens een doorbraak zou betekenen in het stikstofdossier. Boeren, bedrijven en bouwers zouden na invoering van die ondergrens probleemloos al hun projecten kunnen uitvoeren, mits die minder dan 1 mol stikstof per hectare per jaar op Natura 2000-gebied deponeren (de nieuwe rekenkundige ondergrens voor vergunningverlening).
Vrijwel alle boeren en bouwbedrijven zouden daarmee geholpen zijn, omdat de stikstofneerslag van veehouderijen en woningbouwprojecten meestal onder die grens blijft. Het kabinet lijkt erop voor te sorteren de ondergrens dit najaar in te voeren. Daarvoor is geen wetswijziging nodig, en ook geen toestemming van de Tweede Kamer.
Voor de zekerheid (of beter gezegd: omdat coalitiepartij VVD dat eiste) heeft Wiersma de RvS nog wel om advies gevraagd. Het staat namelijk bij voorbaat vast dat milieuorganisaties en omwonenden de rekenkundige ondergrens bij de rechter zullen aanvechten. Als die eisers door de bestuursrechters van de RvS in het gelijk worden gesteld, zijn alle projecten die in de tussentijd met een beroep op de rekenkundige ondergrens zijn vergund, in één klap illegaal.
Wetenschappelijke consensus
Ten overvloede wijst de RvS Wiersma er nog eens op dat de wetenschappelijke consensus stelt dat de overheid éérst moet zorgdragen voor een geborgde, forse daling van de stikstofuitstoot vóórdat er weer op grote schaal vergunningen verleend kunnen worden voor nieuwe uitstoot. ‘Al met al levert toepassing van een ondergrens als voorgesteld een niet gering risico op voor de besluitvorming en de toetsing daarvan bij de bestuursrechter.’
Wiersma schrijft in een Kamerbrief dat ze ‘een aantal herkenbare aandachtspunten’ ontwaart in de kritiek van de RvS. De minister belooft dat ze de kritiek zorgvuldig zal meewegen in een vervolgbesluit, dat ze nog voor de zomer wil nemen.
Op haar sociale medium betoogt de minister dat ze de rekenkundige ondergrens nog steeds wil invoeren, zij het ‘op verantwoorde wijze’. De kern van het RvS-advies houdt in dat dit niet op verantwoorde wijze kan, maar Wiersma klampt zich op het sociale medium vast aan de argumentatie van Petersen – die de RvS dus niet volgt.