Illustratie van bloemen, vlinders, bij, lieveheersbeestje en twee mussen op een witte achtergrond. Biodiversiteit

Nederland Heggenland

Bernheze 9 december 2025

De waarde van de heg wordt steeds meer erkend. Niet alleen om biodiversiteit te stimuleren, maar ook om een grotendeels verdwenen cultuurlandschap te reconstrueren.

Behoud en herstel van biodiversiteit in Nederland zijn vaak complexe kwesties. Maar niet alles is een project van de grote schaal en de lange adem. Soms kun je natuurherstel al stimuleren met iets simpels als het planten van een heg. ‘Een heg is het meest efficiënte landschapselement als je de natuur een handje wilt helpen. En wij Nederlanders houden natuurlijk van efficiënt.’ Dat zegt Jantine Schinkelshoek, landschapsarchitect en oprichter van Hoopheggen, een organisatie die op tal van plekken in Nederland heggen aanplant. Wat maakt een heg zo geschikt? ‘Heggen vormen een lint en verbinden daardoor per definitie het groen aan elkaar. Een heg biedt voedsel in de vorm van bladeren, bessen en bloesems, en daarnaast beschutting, nestgelegenheid en schaduw aan allerlei soorten.

Heggen zijn niet alleen goed voor biodiversiteit, maar ook om de waterberging te verbeteren, fijnstof tegen te houden, wind te keren, CO2 op te vangen, en om een groene omgeving te creëren waar mensen zich prettig in voelen.’ Wat verstaan we nu exact onder ‘heg’? ‘We nemen het ruim’, zegt Schinkelshoek. ‘Het kunnen houtwallen zijn, of singels, of heggen met overstaanders, dat zijn vrijstaande bomen. Je hebt knip- of scheerheggen, die jaarlijks worden gesnoeid, en struweelhagen die eens per vijf jaar worden gesnoeid. Die kunnen tot enorme joekels uitgroeien. Er zijn voederheggen, waar het vee van kan eten en dat daarmee een gevarieerder dieet heeft. Heel veel bomen en struiken kunnen tot heg gevormd worden, het hangt er maar net van af hoe je ze beheert.’ Hoewel het Schinkelshoek vooral gaat om de biodiversiteit, wil ze met Hoopheggen ook het oude cultuurlandschap herstellen. Want Nederland was ooit een uitgesproken heggenland.

Illustratie: Gita Pardoel

Knus landschap

Volgens schattingen van de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap kende ons land honderd jaar geleden meer dan 200.000 strekkende kilometer heg. ‘Met name in Oost- en Zuid-Nederland werden heggen geplant of in stand gehouden als veekering, of om percelen van elkaar te scheiden’, vertelt Schinkelshoek. ‘In West-Nederland werden daar vooral slootjes voor gegraven, maar mensen hadden natuurlijk ook hout nodig en daar werden bijvoorbeeld elzenhagen voor geplant.’ Van die heggen is nu nog slechts zo’n 30 procent over.

‘Heggen verdwenen door schaalvergroting in de landbouw en ruilverkaveling. Door de afname van gebruik van hout in het huishouden werden er ook steeds minder aangeplant. In de jaren 80 was er ook nog een plantenziekte, bacterievuur, en om die uit te bannen werden heel veel heggen gerooid.’ In steden speelt iets anders dan op het platteland; er zijn best veel tuinen met heggen, maar omdat steden steeds meer ‘verstenen’ neemt ook daar het aandeel groen af. Schinkelshoek benadrukt dat het landschap in de 19e eeuw geen ‘ongerepte natuur’ was. Het was cultuurlandschap ‘Maar het was geweldig goed  voor de biodiversiteit. Rond 1850 was die op zijn hoogst.

Kom naar de Lezing van IVN Bernheze

IVN Bernheze organiseert op Donderdag 11 december een lezing. Zie hier meer

 

Ontdek meer over

Deel deze pagina