Catacomben in Valkenburg
Rond 1900 was Valkenburg een stadje waar het goed toeven was, althans voor de rijkeren. In die tijd verrees er een aantal villa´s van mensen met veel geld die daar van tijd tot tijd verbleven.
Daaronder Pierre Cuypers, de architect, en Jonkheer van der Maessen. maar ook de textielbaron Jan Diepen. Jan stamde uit een familie die al meer dan een eeuw wollen stoffen maakte voor uniformen en die op grote schaal exporteerde. De familie Diepen telde naast Jan nog een aantal invloedrijke personen, bestuurders en geleerden. Vader Armand bouwde tegen het eind van zijn leven Villa Alpha aan de Plenkertstraat en trok zich om gezondheidsredenen daar terug. (1880).
Na 1853 begon het toerisme zich te ontwikkelen, mede door de bouw van een treinstation. Armand kocht om zijn villa grond aan en liet daar het Rotspark en het Polferbos aanleggen als wandelgebied. (Polfer=buskruit dat gemaakt werd in de nog bestaande Polfermolen). Armand overleed in 1895 waarna Jan en twee broers de textielfabrieken overnamen. Ook Jan kwam geregeld naar Valkenburg in een poging te herstellen van depressieve klachten.
In 1908 ging hij wonen in de villa van zijn vader. Broer Karel ging naast hem wonen in de Villa Rozenheuvel en ook zus Mieta kwam naar Valkenburg. Dankzij het grote familiekapitaal konden ze uit liefhebberij studeren. Jan studeerde economie en archeologie en Karel rechten. Daarnaast of mede daardoor kreeg Jan interesse in de Romeinse catacomben, onderaardse begraafplaatsen die vooral door Christenen gebruikt werden in de eerste eeuwen van het Christendom. Men hakte eenvoudig gangen en nissen uit in de zachte tufsteen. Het beginpunt lag vaak in een glooiing van het terrein. (Catacombe = glooiing).Vaak bracht men allerlei versieringen, beelden en fresco’s aan of maakte men er kapellen. Later werden de gebeenten van heiligen er uit gehaald en naar kerken overgebracht. Wat er met de andere beenderen gebeurde is niet bekend. Mogelijk werden ze weggehaald en begraven toen bijzetten in catacomben in onbruik raakte. Vervolgens werden ze vergeten.
Catacomben kwamen op veel meer plaatsen voor dan Rome en niet alleen voor Christenen. Ook Etrusken, Joden, Romeinen en Noord Afrikanen gebruikten ze. Bijzetten in grotten en gangen in gesteente was toen heel gangbaar, net als begraven en cremeren.
NB. Het graf van Christus was ook een grot. De catacomben werden in tijden van vervolging ook gebruikt als vluchtplaats. Hoe het zo kwam is niet bekend maar rond 1908 kwam Jan Diepen op het idee om in Valkenburg een kopie te maken van de Romeinse catacomben. Pater Jan Hagen had destijds boekjes geschreven over christelijke martelaren en over de catacomben als vluchtplaatsen. Waarschijnlijk heeft dat een rol gespeeld. Jan en Karel Diepen waren zeer gelovige mensen die een uitgebreid netwerk hadden onder priesters, notabelen en kloosters tot in Rome toe. Dat zou hun goed van pas komen.
In 1909 trok Jan met een delegatie naar Rome om de catacomben daar te bekijken. Besloten werd delen daarvan nauwkeurig te kopiëren in Valkenburg en wel in de mergelgangen onder hun domein. In Rome vonden ze veel steun voor hun plannen, zelfs van de paus. Mogelijk heeft daarbij een rol gespeeld dat de katholieken in Nederland nog niet zolang weer vrij hun gang konden gaan en dat dit had geleid tot een grote opleving van de katholieke kerk in Nederland. Pierre Cuypers speelde daarbij een grote rol door de bouw van een groot aantal kerken. Toevallig woonde Cuypers een groot deel van het jaar in zijn eigen villa in Valkenburg. Hij wilde graag meewerken en men vond een aantal andere notabelen bereid dat ook te doen. Onder leiding van Pierre Cuypers werden tekeningen gemaakt van een aantal Romeinse catacomben en werden mensen aangetrokken die ze konden realiseren in de mergelgangen.
Net als in Rome was de steen gemakkelijk te bewerken. Cuypers zorgde voor een zorgvuldige opmeting en hield toezicht in Valkenburg. Uiteraard kon maar een klein deel nagebouwd worden van de honderden kilometers gangen in Rome. Men koos daarvoor de mooiste delen. En niet alleen gangen en grafnissen werden gekopieerd maar ook kapellen, muurschilderingen en beelden (St. Cecilia).
Op 12 juli 1910 werd het eerste deel geopend en in 1912 volgde de tweede fase. Er werd een toegangsgebouwtje neergezet in “Cuypersstijl” (neogotisch). Prins Hendrik en kardinaal van Rossum kwamen al snel een kijkje nemen evenals een groot aantal andere hoogwaardigheidsbekleders. Het aantal jaarlijkse bezoekers varieerde in de loop der jaren nogal. De top was in 1949 met 67000. Na een neergang in de volgende jaren is het nu weer redelijk stabiel op ongeveer 15000. De familie Diepen voelt zich nog steeds verbonden en heeft een zetel in het bestuur van de Katacomben Stichting Valkenburg.
Catacomben wordt ook wel als katacomben geschreven. Vanaf 2012 werden de catakomben en het zgn Cuypershuisje, de oude toegang, gerestaureerd.
door Wim Brouns
Bronnen:
B.H.W. Esser: Langs kerken en catacomben; een speurtocht in het oude Rome.
Paul Post: De Romeinse Katakomben in Valkenburg; het verhaal van een unieke kopie.
Wikipedia