Lange Bleek

De Lange Bleek is een natuurgebied van ongeveer 275 ha tussen de Herbertusbossen en de Somerense Heide. Aan de zuidzijde wordt het gebied begrenst door een landbouwgebied, dat in toenemende mate extensief wordt beheerd. De Lange Bleek bestaat voornamelijk uit naaldbos, waarin twee heidevelden zijn uitgespaard. Bovendien ligt er een ven, Bultven genaamd, in het gebied dat in 1994 werd opgeschoond. Hierin kan men Gagel, Moeraswolfsklauw en Kleine zonnedauw vinden. Het gebied wordt deels begraasd door runderen en schapen en is belangrijk overwinteringshabitat voor de Heikikker.

De Lange Bleek is vrij toegankelijk.

Geschiedenis

Omstreeks 1850 bestond het gebied nog geheel uit woeste heidegrond met daarin een aantal vennen (BultvenLange BleekPeelvenRouwvennen en Turfven). Ook lag er, ter hoogte van de huidige instelling Providentia, de buurtschap Braak.

Vanaf 1887 begon men met de aanplant van (vooral) naaldhout, en in 1900 was er reeds 125 ha aangeplant. Het gebied kwam in handen van de Eindhovense textielfabrikantenfamilie Elias, welke er een landhuis hebben gebouwd. Niet lang na 1900 werden de meeste vennen drooggelegd en ontgonnen voor de landbouw. Slechts het Bultven en enkele heidegebiedjes overleefden deze ingreep.

Het landhuis werd in 1944 door het verzet in brand gestoken. De fundamenten ervan zijn nog aanwezig.

In 1964 werd het gebied gekocht door het Philips Grondbedrijf. Ook nu werd er nog naaldhout aangeplant, maar uiteindelijk werd het gebied in 1981 gekocht door de Stichting Brabants Landschap. Sinds die tijd werd het beheer van het gebied op natuurbehoud gericht. Zo werden in 1995 Schotse hooglanders ingezet en werd de heide bij het Bultven in 2006 afgeplagd.