Biodiversiteit

Soort van de maand (bioblitz)

Apeldoorn 2 augustus 2025

Kijk bij het activiteitenmenu wanneer de eerstvolgende Bioblitz plaatsvindt.

Lees het artikel in Nieuwe Veluwe

Bekijk de resultaten op waarneming.nl

November: Bioblitzjaar afgesloten

Op 4 november hebben we het Bioblitz jaar afgesloten in de Heemtuin.
Het was best een intensieve, maar ontzettend leuke jubileumactiviteit. En we hebben de 650 soorten ruimschoots gehaald. We zijn hier al overheen en er moeten nog meerdere waarnemingen goedgekeurd worden. Ons doel is bereikt!
Joop Weijn, die meerdere Bioblitzen heeft bijgewoond, heeft een mooi en tevens nuttig aandenken gemaakt voor de Heemtuin. Een boomschijf met tekst: 65 jarig jubileum van IVN Apeldoorn. Hij heeft meerdere gaatjes in deze boomschijf geboord voor insecten. Dit aandenken werd enthousiast ontvangen. Het werd direct op een mooie, zichtbare plek geplaatst in de Heemtuin.

Hoe is het Bioblitzjaar 2025 verlopen in de Heemtuin?
(door: Carolien Londerman)
In februari heeft de Insectenwerkgroep onder leiding van Gerrian Tacoma, de eitjes van de Sleedoornpage vlinder geteld op de jonge takjes van de sleedoorn.
Er zijn een kleine 50 eitjes geteld.
De aftrap was in maart, onder begeleiding van een fotograaf en journalist van de Stentor voor de 1e Bioblitz, met de vrijwilligers van het IVN, Marieke op de nieuwe IVN bakfiets.
Er kwam een prachtig artikel met mooie foto’s in de krant
De 1e Bioblitz is gehouden op 23 maart, met als doel te kijken naar korstmossen.
De 2e Bioblitz is gehouden op 18 mei. Hier lag de nadruk op het kijken naar wilde planten en ook insecten. Hilde en ik raakten zelf ook meer thuis in het Bioblitzen.
De 3e Bioblitz was op 20 juli, weer wilden we naar insecten kijken. Nu was er een fotograaf tevens journalist van het magazine Nieuwe Veluwe.
De 4e Bioblitz was op 22 augustus, deze begon om 21.00 uur ’s avonds.
We hielden een nachtvlinder vangst.
Peter Londerman heeft op vrijdag 29 augustus een vleermuizen excursie gegeven.
De 5e Bioblitz op 30 augustus werd verzorgd door Luc Hoogenstein. Ook nu was de pers van de Stentor weer aanwezig.
De 6e en laatste Bioblitz was op 5 oktober, het paddenstoelen seizoen.

Hilde Ham heeft de meeste zeldzame soorten gevonden. Waren dat planten of vogels?
Het zijn 2 insecten: de boomkevercicade en de Schaarse muggenwants.
En ook Elsroest en het Kleverig lindebekertje en Kleinsporige platviltkorstzwam.
Waar heb je het over, denk je dan. Het zijn kleine verkleuringen in een blad of een uitsteeksel op een blad, een zogenaamde gal. Zijn die echt zo zeldzaam? Het Kleverig lindebekertje en Kleinsporige platviltkorstzwam zijn geen verkleuringen maar schimmels.

Ik had zelf ook een zeldzame nachtvlinder. Maar dat kwam omdat ik een mineer gangetje zag in een blad van de sleedoorn. Het rupsje van de Sleedoornhangmot had dat gangetje gemaakt, het bewijs dat er een eitje is afgezet door een nachtvlinder. Zo makkelijk kan het soms zijn. Maar het was niet altijd makkelijk.
Met zeldzame planten die wij doorgaven, kregen we meerdere malen als reactie terug: “Dit is in een heemtuin, dus aangeplant”. Discussie was niet mogelijk.

We hebben allerlei hulpmiddelen gebruikt om insecten te vangen: een sleepnet, een paraplu, om onder struiken te houden als je hier flink aan schudt.
Bij de nachtvlinder vangst zogenaamde smeer op bomen gesmeerd, een mierzoet mengsel met alcohol erin. De nachtvlinders waren er gek op.
Frans van den Born, de beheerder van de Heemtuin, heeft om de paden toegankelijk te houden, voor de Bioblitzen gemaaid met de zeis en een paadje gemaakt in het oud hout gedeelte, om bij de paddenstoelen te kunnen komen.

September: De R zit weer in de maand en dat betekent heRfst!

(Door Ingrid Canter Cremers)

Dat betekent natuurlijk dat de paddenstoelen met hun vruchtlichamen boven de grond komen. Of ze verschijnen op hout of ieder ander materiaal waar ze voedingsstoffen kunnen vinden.
Kijk maar eens of je de Gewone Zwavelkop of Gewone Franjehoed kunt vinden. Deze groeien op boomstronken, houtresten en in het gazon. Daar kan je ook de weidekringzwam vinden. Een mooie soort is het Hazepootje.
Maar ook is september vaak het hoogseizoen van spinnen – veel soorten zijn dan volgroeid, hun webben zijn goed zichtbaar door de dauw. Veel mannetjes verlaten hun web en lopen rond op zoek naar vrouwtjes en voedsel. Daardoor zie je ze vaker in huis of op het terras. De meest opvallende soorten die je tegen kan komen zijn: de in grote webben, wolfspinnen en springspinnen op de grond en muren, en krabspinnen of hooiwagens op bloemen. Daarnaast vallen grote huisspinnen op die ineens door de tuin of het huis lopen.

In september is er in tuinen nog veel insectenleven, al neemt de activiteit langzaam af richting de herfst. Veel soorten gebruiken deze maand om nog nectar en stuifmeel te verzamelen, eieren te leggen of zich klaar te maken voor de winter. De Honingbijen verzamelen nog nectar en stuifmeel op late bloeiers zoals klimop, asters, sedum en herfstasters. Ook de Hommels, vooral jonge koninginnen van soorten zoals aardhommel en akkerhommel zijn nog actief en tanken energie voor de overwintering.
Op de bloeiende planten in de tuin, composthopen (waar fruit ligt) en zonplekken in de tuin zijn de plekken waar je vlinders zoals de dagpauwoog, atalanta, kleine vos, gehakkelde aurelia kunt vinden. Zij voeden zich op nectarrijke planten en zoeken later een overwinteringsplek (schuur, houtstapel, bladeren).
Lieveheersbeestjes zijn nog actief op planten met bladluizen, later verzamelen ze zich op beschutte plekken voor overwintering. Wantsen (bijv. groene schildwants, pyjamaschildwants) zijn te vinden op planten, zaden en vruchten.

En let ook eens op de eikeltjes in de tuin. Misschien zie je een gaatje. Dat is het werk van de knoppergalwesp. Die legt eitjes tussen de eikel en het hoedje. Als gevolg daarvan ontstaan vergroeiingen. De gal vormt een huisje en de larven kunnen vandaaruit lekker het binnenste van de eikel opeten.
Zo langzamerhand gaat ook de vogeltrek ook van start. Veel zangvogels (zanglijster, fitis, grasmus, roodborst) en roofvogels vertrekken. Misschien landt er wel de eerste wintergast bij jou in de tuin. Bijvoorbeeld een koperwiek of een kramsvogel. Sijsjes en puttertjes komen graag op distels of uitgebloeide zonnebloemen naar voedsel zoeken.

Hazepootje

hooiwagen

gehakkelde aurelia

pyjamaschildwants

puttertjes

 

Soort van de maand augustus: de Roodsteel-fluweelboleet

(door Carolien Londerman)

Augustus is normaal gesproken de maand waarin de eerste paddenstoelen verschijnen, de boleten en de russula ‘s.
Boleten hebben onder de hoed geen lamellen, maar buisjes. De bolle hoed staat op een dikke, korte steel. De Roodsteel-fluweelboleet heeft een bruine, fluweelachtige hoed.
De steel is roodgekleurd tot het bovenste stukje, dit is geel. Boleten kun je vinden in het gras of langs de rand van een border. Er moeten wel bomen in de buurt staan. Boleten werken namelijk samen met loofbomen. De schimmel levert mineralen en krijgt van de boom suikers terug. Een mooie win-win relatie.

Er vliegen natuurlijk nog veel insecten. De nieuwe generatie vlinders komen de bloemen bezoeken in onze tuinen. Op de vlinderstuik, de Buddleia, komen zeker vlinders af, zoals de (vlnr) Atalanta, Dagpauwoog en Citroenvlinder. Het lukt vast om hier mooie foto’s van te maken als ze hun hongerige magen vullen met nectar.
Een soort die minder algemeen is maar steeds meer wordt gezien op de binnenlandse zandgronden is de Kleine parelmoervlinder. Wanneer je goed naar de onderkant van de vleugels kunt kijken, begrijp je waaraan hij zijn naam heeft te danken.

Doodskopzweefvlieg

Zowel op de vlinderstruik als op schermbloemen komen de grotere insecten af. Zij kunnen hier makkelijker op landen en nectar eten.

De Doodskopzweefvlieg is er zo èèn. Hij heeft een afschrikwekkende naam, maar het is een onschuldige zweefvlieg. Hij leeft van nectar en stuifmeel. Je hebt wel enige fantasie nodig om in de tekening op het borststuk een doodshoofd te zien.
Een andere forse zweefvlieg is de Stadsreus, ook wel Hoornaarzweefvlieg genoemd. Deze reus is 2,5 cm groot, maar is daarmee wel de grootste zweefvlieg van Nederland.
Hij ziet er gevaarlijk uit met zijn geel-zwart gestreepte lijf, maar je hoeft niets te vrezen van deze Stadsreus. Heel bijzonder is dat het vrouwtje Stadsreus een wespen nest ingaat, om de eitjes af te zetten. De wespen doen haar niets, de larven die later uit de eitjes komen, worden ook met rust gelaten. Zij houden het wespennest schoon, zij eten dode wespen en etensresten op. De volgende zomer verpoppen ze. Het wespennest is dan verlaten, en wij zien een nieuwe generatie Stadsreuzen in de tuin!

Er is meer dan genoeg te zien in de tuin. Stuur een mooie, leuke of grappige foto op naar:  natuurfotografie@ivn-apeldoorn.nl

 

Biodiversiteit in juli 

(door Carolien Londerman)

Groot dikkopje

De maanden juni, juli en augustus zijn met uitstek de maanden dat er veel soorten insecten te zien zijn.  De grootste en meest opvallende zijn natuurlijk de vlinders. Na een dip van vlinders waarnemen in de juni maand, kun je nu de zomervlinders zien. Dit zijn dikkopjes en zandoogjes, de zogenaamde graslandvlinders. De vrouwtjes zetten hun eitjes af op grassen.  Maar om hun honger te stillen, bezoeken zij de bloemen in onze tuinen. Het Groot dikkopje is een algemene soort, die je kunt vinden in de tuin

Libellen kom je ook tegen, oude bekende soorten en nieuwe soorten.
De Smaragdlibel is een mooie verschijning met prachtige groenen ogen en lijf. Deze libel rust weleens uit op een blad.
De Grote keizerlibel kennen de meeste mensen wel. Een grote libel van 10 cm lang met een groen borststuk en blauw lijf. Deze scheert langs bomen en struiken en is vaak in tuinen te vinden, ook zonder vijver. Probeer die maar eens op de foto te zetten!
Als je goed tussen de bladeren van planten kijkt, kun je wantsen vinden. Er komen veel soorten voor in de tuin. De meeste hebben prachtige tekeningen en kleuren. De grootte varieert van 3 mm tot 2,5 cm.  Soms hebben ze een vaste plant waar ze op zitten, zoals de Brandnetelblindwants. Deze zit op brandnetel. Hij is niet blind, maar mist punt- of bij-ogen op het voorhoofd. Hiermee kan een wants licht en donker onderscheiden.
De Rode halsbandwants kun je overal vinden, deze is een stuk groter, 1,5 cm.

 

Smaragd libel

brandnetelblindwants

rode halsbandwants
solitaire bij

Bij de bijen zijn er ook nieuwe soorten verschenen. Het leven van de Rosse metselbij is over. Deze soort zagen we in april en mei.  Nu kun je andere solitaire bijen tegenkomen, zoals de Tronkenbij.
Het vrouwtje verzamelt stuifmeel aan de onderkant van het achterlijf. Met het achterlijf beklopt ze bloemen, zodat het stuifmeel loskomt. Met de gele verzamelharen op haar buik,
slaat zij dit stuifmeel op.
De Tronkenbij is een kleine soort, 7 tot 8 mm. Wanneer je op een bloem iets zwarts ziet, ter grootte van een mier, zou het best een solitair bijtje kunnen zijn.

Een andere leuke soort die nu vliegt is de Klokjesdikpoot. Deze bijtjes zitten in Campanula’s, klokjes.
De mannetjes overnachten in de bloemen van de klokjes, soms met meerdere bij elkaar.
Wanneer je ’s morgens vroeg op pad gaat, en je kijkt in de klokjes van de Campanula’s in de tuin, heb je kans om de Klokjesdikpoot op de foto te zetten. Je kunt het als tuinliefhebber vervelend vinden als bladen van planten door insecten zijn aangetast.
Kijk er eens met andere ogen naar. Je ontdekt mooie patronen in het blad. Een heel klein larfje van een mineermotje heeft het bladmoes tussen de bladnerven opgegeten. Er blijft een kunstwerkje over.

klokjesdikpoot

mineermotje

Vergeet niet om je mooiste, leukste of bijzonderste foto op te sturen naar: natuurfotografie@ivn-apeldoorn.nl

 

Biodiversiteit in juni

(door Carolien Londerman)

Je ziet niet ieder jaar dezelfde soorten insecten in de maand juni.
We hebben een hele warme meimaand achter de rug, waardoor meerdere insecten sneller hun levenscyclus af hebben kunnen leggen.  Na de paring en het afzetten van de eitjes is het meestal gedaan met het leventje van insecten. Hun taak zit erop.
Wanneer je je verdiept in insecten, merk je dat er iedere keer andere soorten verschijnen.
Aardhommels verschijnen als eerste in maart. De koningin maakt een nestje en begint aan haar volk. Nu komen Koekoekshommels tevoorschijn. Net als de Koekoek- vogel wachten ze tot het nestje klaar is, en er eitjes zijn gelegd. Dan wordt de Koekoekshommel actief , legt haar eitjes in het nest erbij. Je raadt wel wat haar larfjes doen met de larfjes van de aardhommel. Je kunt een koekoekshommel herkennen. Ze hebben een iets langer lijf en het achterlijf is onbehaard, en glimt.
De Grote narcisvlieg doet je ook aan een hommel denken. Maar hij beweegt zijn vleugels heel snel, en hangt dan stil in de lucht.  Waarom heet hij narcisvlieg? Hij is niet geel, de narcissen zijn al uitgebloeid als hij verschijnt. Maar, het vrouwtje zet haar eitjes af in de bloembol van een narcis. In de bollenstreek wordt deze Grote narcisvlieg bestreden omdat hij schade veroorzaakt aan de bollen. In onze tuinen mag deze narcisvlieg zijn gang gaan. Er blijft vast nog wel iets over voor volgend voorjaar.

Vierkleurige koekoekshommel

Grote narcisvlieg

Nu de meikever periode over is, je vindt ze vaak dood op de grond, komen de rozenkevers tevoorschijn. Ze verschijnen met meerdere tegelijk. Ze zitten soms bij elkaar in een plant onder de blaadjes.
Een andere grote rover is de Bruinvleugelroofvlieg.  Deze verschijnt ook wat later.  De roofvlieg vangt kleine insecten en eet ze op.

Rozenkever

Bruinvleugelroofvlieg

Een vijver geeft leven in de tuin.  Vogels komen drinken, kikkers zetten hun eieren af. Nu komen de Echte libellen.  De juffers, de slanke tere beestjes, hebben we wat eerder kunnen zien. De vuurjuffer is een van de eerste in het voorjaar die verschijnt. Nu is deze soort al aan het paren en eitjes aan het afzetten.
De larven van de libellen, zoals de Viervlek, hebben soms twee jaar in het water geleefd. Wanneer ze volgroeid zijn, kruipen ze via een stengel omhoog, en sluipen uit het larve huidje.
Dit kost veel inspanning, als laatste worden de tere vleugels uitgevouwen. Het is echt een bijzonder moment als je dit ziet gebeuren!

Vuurjuffer Viervlek

uitsluipen uit het huidje

Vuurjuffer

Je ziet ook veel langwerpige zwarte en rode kevers. Dit zijn soldaatjes of weekschildkevers.
Bij somber, bewolkt weer, loont het de moeite om ook op tuin safari te gaan. Insecten zijn dan minder actief. Ze hebben immers warmte nodig om te kunnen bewegen.
Dan heb je kans om de kleine Gewone maskerbij te vinden. Deze zat verstopt in de bloemen van de tijm, zo klein is dit solitaire bijtje.

Zwart soldaatje

Gewone maskerbij

Er is genoeg te zien in de tuin, vergeet geen foto’s te maken! Stuur de mooiste op naar: natuurfotografie@ivn-apeldoorn.nl

 

Biodiversiteit in mei

De soort van de maand mei is natuurlijk de meikever. De meikever behoort tot de familie van de bladsprietkevers (Scarabaeidae). Het zijn best indukwekkende kevers met een luid zoemend geluid. Ze vliegen vooral in de avondschemering. De larven (engerlingen leven namelijk 3 tot 5 jaar in de grond en voeden zich met plantenwortels (vooral gras, aardappels, jonge boompjes). Daarna vliegen ze massaal uit. De volwassen kever leeft slechts enkele weken en eet bladeren van bomen zoals eik, beuk en berk.
Wist je dat mieren bladluizen melken?
Op stengels van een roos of andere plant in de tuin kan je ijverige mieren op en neer zien lopen bij een hoopje met zwarte puntjes. Dat zijn de mieren die een groepje bladluizen bezoeken. Door zachtjes met hun voelsprieten op de rug van de bladluizen te tikken laten de bladluizen een druppeltje zoete honingdauw los, waar de mieren dan van kunnen van drinken. Het lijkt best wel op melken. In ruil voor de honingdauw beschermden de mieren hun de bladluizen tegen hongerige lieveheersbeestjes en andere rovers. Zo hebben ze elkaar nodig, en werkten ze samen — een klein maar slim team in de grote tuin.


Nachtvlinders
Ook leuk om eens te proberen is om met een vlinderval nachtvlinders te vangen. Met een beetje geluk vind je mooi vlinders met de meest bijzondere namen. Wat dacht je van de: Piramidevlinder (een algemene soort die je kunt vinden op planten zoals liguster, sleedoorn en eik, Witte tijger (de rupsen eten onder andere brandnetel en zuring) of de Wapendrager
Om nachtvlinders te spotten kan je een zaklamp gebruiken met rood folie. Nachtvlinders zijn minder gevoelig voor rood licht, waardoor je ze beter kunt observeren zonder ze te verstoren. Zie voor meer tips De Vlinderstichting
Wil je weten wat je in jouw tuin hebt gezien? Gebruik dan de app ObsIdentify of bezoek Waarneming.nl om je waarnemingen te registreren en te determineren.

Wat is er te zien in april?

In april begint de natuur in Nederland echt tot leven te komen. Je merkt dat aan steeds meer plantjes die spontaan opkomen in de tuin. Maar ook zie je steeds meer vogels met takjes en strootjes in hun snavel. Die zijn druk bezig met het maken van nestjes en het leggen van eieren. Doordat de bomen nog niet zoveel bladeren hebben kan je ze ook goed waarnemen. In april kan je dan ook een verrassend grote verscheidenheid aan wilde planten, dieren en insecten in je tuin aantreffen – zeker als je tuin wat groen en natuurlijk is ingericht.
Bekijk HIER de soorten die je in april/mei kunt tegenkomen.

April is ook de maand dat de wantsen tevoorschijn komen. De volwassen wantsen hebben overwinterd, soms in huis,
en gaan nu naar buiten om een partner te zoeken. Ze zitten vaak bovenop een blad, te genieten van het zonnetje.
Dat geldt zeker voor de Grauwe schildwants. Deze komt sinds 2000 in Nederland voor, en komt oorspronkelijk voor in Zuid-Europa.
Wantsen zijn prachtige beestjes, hun hele levenscyclus speelt zich af in de tuin. Gun ze hun plekje, ze zijn niet schadelijk.

(van links naar rechts: gewone kielwants – berkenkielwants – grauwe schildwants)

 

Bioblitz in maart

De eerste Bioblitz in de Heemtuin in het Matenpark.

Het was een geslaagde middag, zondag 23 maart. Het weer was prima, droog , en af en toe zon.
Er verzamelde zich een leuke groep van ongeveer 18 mensen.  We verdeelden ons in 3 groepjes, begeleid door Hilde, Frans en mij , Carolien.
In mijn  groepje zat een moeder met haar 7-jarig zoontje, Daan.  Het was heel leuk hoe geïnteresseerd hij was in wat er verteld over korstmossen en andere bezienswaardigheden.
Wanneer de deelnemers door een loepje keken naar de korstmossen, hoorde je regelmatig : wat mooi als je het door een vergrootglas ziet !
We kregen de tip dat er een kievietsbloem bloeide, en gingen op zoek hiernaar. De jongste deelnemer, Daan zag het mooie bolgewas als eerste staan.
Volgens Frans staan er binnenkort tientallen te bloeien. We zagen al de eerste wilde planten, en wat vlinders op deze zonnige dag.

Na afloop kregen de mensen allen een zoekkaart korstmossen, zoekkaart hommels en een zoekkaart mossen, grassen en varens.
Het mooie thema nummer van Groenvoer: Ode aan de parken werd ook uitgedeeld. Dit extraatje werd erg op prijs gesteld.
De stand na deze dag  op de site van Waarneming.nl is 100 soorten. Het eerste begin is er. De 650 soorten gaan we vast halen!

Iedereen kan meekijken op de site van Waarneming.nl, via de volgende URL:  https://waarneming.nl/locations/users/129752
De volgende Bioblitz is op zondag 18 mei van 13.30 tot 16.00 uur. Dan willen we ons focussen op wilde planten en bodembeestjes.

Iedereen die op eigen gelegenheid in de mooie Heemtuin gaat wandelen, kan soorten doorgeven aan waarneming.nl.

Deze tellen ook mee voor de Bioblitz.

Ontdek meer over

Deel deze pagina