Soorten van De Pelen

De Pelen waren vroeger een groot en ondoordringbaar moeras. Weinig plantensoorten groeiden in het zuren, natte en voedselarme hoogveen. Door de tijd heen is het gebied flink veranderd. Delen verdroogden, het stikstofgehalte nam toe en turfstekers groeven op veel plaatsen het veen tot op de zandlaag af. Tegenwoordig zijn De Pelen waardevolle natuurgebieden die bestaan uit moeras, bossen en struikgewassen, kleine en grote waterplassen en een open landschap met heide en pijpenstrootje.

In dit gevarieerde gebied komen veel planten- en diersoorten voor. Sommige passend bij het gebied, maar ook algemenere soorten:

Vlinders

De Pelen is een uniek vlindergebied, omdat er veel soorten voorkomen, waaronder soorten die je in de rest van het land nauwelijks ziet. Een zeldzame soort is het spiegeldikkopje. Dit vlindertje houdt van natte gebieden en zet haar eitjes af op pijpenstrootje. De Peel vormt dus de perfecte habitat. Andere bijzondere soorten die hier fladderen zijn de phegeavlinder en het bonte dikkopje.

Libellen en juffers

De larven van libellen en juffers groeien onder water. De drassige Pelen zijn dus een goede kraamkamer. In het vroege voorjaar sluipen de eerste larven het water uit. Vanaf dan zie je ze pijlsnel door het hele gebied vliegen op zoek naar een prooi of partner om mee te paren.

Vogels

De rust, de afwisseling van het landschap, het vele water en de uitgestrektheid maken De Pelen een favoriet gebied voor allerlei vogelsoorten. Sommige soorten leven op en rond het water. Een perfect habitat dankzij een overvloed aan kleine waterdiertjes als voedsel en hun nest veilig tussen het riet. Andere vogels zoeken rust en privacy in de stille weides, waar ze tussen de soorgenoten hun eitjes uitbroeden. Weer andere soorten zie je hoog in de lucht, speurend naar hun prooi.

Planten

De Peelbodem is nat, zuur en voedselarm. Hierdoor groeien er maar weinig soorten planten. Daar zijn wel bijzondere soorten bij zoals de vleesetende zonnedauw, lavendelheide, kleine veenbes, eenarig wollegras en veenpluis. De belangrijkste hoogveenplant is veenmos. Dit plantje kan wel veertig keer z’n eigen gewicht aan water vasthouden. Het groeit aan de bovenkant door en sterft aan de onderkant af, waardoor er zich weer nieuw hoogveen vormt.

Amfibieën en reptielen

Amfibieën, zoals kikkers en padden, kunnen op zowel land als water overleven. Je vindt dan ook verschillende soorten in het moerassige landschap. Een leuke soort is de heikikker. In de paartijd, eind maart, kleuren de mannetjes blauw en maken ze een heel herkenbaar ‘ploppend’ geluid. De Pelen zijn ook het thuis van een aantal reptielen, waaronder de levendbarende hagedis en de gladde slang.

Zoogdieren

De zoogdieren die in De Pelen voorkomen worden niet door de bijzondere kenmerken van het gebied aangetrokken. Het zijn relatief algemene soorten. Omdat zoogdieren schuw zijn is het waarnemen vaak lastig. Bewijs van de aanwezigheid van een bepaalde soort vind je dan ook vooral in hun sporen. Omgewoelde grond door wilde zwijnen, prenten van reeën of poep met een ‘pluimpje’ van een vos.