Bronzen leguanenbeelden op stenen trottoir naast grasveld.

Column Rob le Febre #3: Blauw Jan en het Stedelijk

Noord-Holland 9 oktober 2024

door Rob Le Febre van IVN Gooi en Omstreken

“Misschien moeten we deze week maar weer eens een museum bezoeken”, opperde mijn wederhelft. “Dat is goed voor rust in je hoofd want als de blaadjes vallen….”  “Ja, ja, ik weet het”, zeg ik, ”ik ga al mee!”. Afijn, het Stedelijk Museum in Amsterdam werd ons doel.

Al lopend vanaf het Centraal Station naar het Museumplein, stuiten we in de omgeving van het Leidse plein opeens op een plantsoen vol met grote bronzen reptielen. Leguanen, varanen en agames kruipen daar al sinds 1994 met enige onderbreking rond. Ik had ze, gek genoeg, nog nooit eerder gezien. De beeldengroep luistert naar de naam Blauw Jan, vernoemd naar de achttiende-eeuwse menagerie Blauw Jan. Blauw Jan was de bijnaam van herbergier Jan Westerhof die net als zijn gasten, zelf ook wel van een neutje hield. Jullie begrijpen zijn bijnaam? Deze Jan was niet alleen herbergier maar had als hobby ook het verzamelen van exotische dieren waaronder leeuwen, tijgers, apen, een koningsgier, papagaaien en nog veel meer. De dieren kwamen binnen via schepen van de Vereenigde Oostindische Compagnie. Voor een paar centen mocht je dan de beestenboel van Jan bekijken. Zo verdiende hij ook nog wat aan zijn hobby! Het schijnt zelfs dat deze menagerie de voorloper was van het huidige Artis. Dat de bronzen reptielen nog niet zijn meegenomen en omgesmolten door een anonieme “handelaar in metaal” komt waarschijnlijk doordat de beesten verankerd zitten aan blokken beton in de grond. Mocht je de fraaie exemplaren willen bekijken: ze staan op het Kleine-Gartmanplantsoen.

Dóór naar het Stedelijk Museum. Het aardige van een museum voor moderne en hedendaagse kunst is dat er altijd wat bijzonders te beleven valt en de kunst haakt vaak in op misstanden of de actualiteit zoals de plastic afvalberg, de opwarming van de aarde etc. Het zet je dus ook aan het denken. Binnengekomen ging ik direct enthousiast aan de slag met een bak vol bier- en frisdrankdoppen om een mooie compositie te maken op de magnetische wand die daar speciaal voor bedoeld was. Na een eerste schuttingwoord van achttien letters, wel  uitgevoerd in zeven kleuren, kreeg ik van een suppoost te horen dat dergelijke uitingen niet helemaal de bedoeling was van het wandbord. Ik heb er toen maar snel IVN Gooi en Omstreken van gemaakt. Dat mocht nog net!

Het is verbazingwekkend wat je allemaal van afval kunt vervaardigen zoals bijvoorbeeld een prachtig wandkleed bestaande uit lege, platgeslagen blikjes en andere materialen (zie foto). Wil je je hersenen in beweging zetten en je kloppend hart voelen (mooie definitie van kunst toch?), dan is dit museum zeker een aanrader!

Na vele meters te hebben afgelegd, kwamen we erachter dat we enkele ruimten met werken van Chagall, Toorop, Matisse, Karel Appel en zijn COBRA-kornuiten compleet hadden overgeslagen. Ondanks onze inmiddels vermoeide voeten toch nog maar even bezocht. Op weg naar de uitgang van het museum sta ik ineens oog in oog met een jaargenoot van mijn IVN-gidsenopleiding. Hij werkt in dit museum. Dat is leuk! Even bijpraten en herinneringen ophalen. Hij zegt: “Ik lees altijd je columns en kijk uit naar de volgende”,  “Aha, in ieder geval één vaste lezer. Daar doe ik het voor!”, dacht ik blij tevreden. “Nou dit is ‘m dan, Martijn!”

door Rob Le Febre van IVN Gooi en Omstreken.

———

Elk kwartaal plaatsen we een column van Rob le Febre. Benieuwd naar zijn eerder column?

 

Deel deze pagina