Buurt vergroenen

Jacky vergroent de buurt

IVN’er Jacky Wetzels heeft het natuurvirus flink te pakken. Het begon bij één plantje en inmiddels vergroent ze haar hele eigen buurt – een oppervlakte van maar liefst 350m2!

De buurt vergroenen, dat gaat bij Jacky vanzelf. Met haar enthousiasme steekt ze iedereen aan. Jacky Wetzels van IVN Amsterdam vertelt: ‘Ik ben gewoon begonnen met één plantje m’n eigen stoepje dat werden er langzaamaan meer. Steeds meer buren deden mee. Nu komen hier zelfs mensen wonen omdat het zo groen is! Ik vind het belangrijk dat iedereen voor z’n deur plant wat ‘ie zelf mooi vindt, zolang het maar zonder gif of biologisch gekweekt is. Je wil natuurlijk niet dat een vlinder doodgaat als ‘ie van de nectar van zo’n plant vol gif drinkt.’

De ruimte eerlijk delen

Jacky is enorm enthousiast en weet veel over planten. Als meisje zwierf ze al langs sloten, door de weilanden en de bossen van de Achterhoek. Die liefde voor de natuur is altijd gebleven en geeft ze nu door. ‘We leven als mensen samen met dieren en planten op deze prachtige aarde. Ook in een dorp of stad kunnen we de ruimte die er is eerlijk delen met wilde dieren, bomen en planten. We hebben ze nodig. Als je beseft hoe belangrijk de natuur is en hoe prachtig, dan wil je die toch de ruimte geven?’

Eerste hulp bij tuinieren

Buren, vrienden en familieleden kloppen vaak bij Jacky aan voor advies, of ze nou een grote tuin hebben of een klein balkonnetje. Ze legt uit hoe dat gaat: ‘Als mensen meer kleur of groen in hun tuin of op hun balkon willen, vraag ik eerst: wat zou je graag willen? Hou je van kleur of is er een plant die je heel mooi vindt? Dat levert leuke gesprekken op. Dan vraag ik waar de planten komen te staan. Is er veel of weinig zon op de plek waar je ze wilt neerzetten? Ik leg dan uit dat er planten zijn die houden van zon, van schaduw of juist van beide een beetje. Dat de ene plant meer dorst heeft dan de andere, maar dat je elke plant wekelijks en soms wel vaker water moet geven. Dat helpt vaak al voor succes! Als je weet wat je moet doen en leert luisteren naar een plant is het eigenlijk heel eenvoudig. Je geeft wat nodig is en dan komt het altijd goed.

Wat te doen bij een zonnige plek?

We vragen Jacky voor een spoedcursus natuurlijk tuinieren. Hoe krijg je snel een bloeiende tuin, balkon of terras? Ze steekt meteen van wal: ‘Is er veel zon, zo’n vier tot zes uur per dag op de plek? Koop dan een zakje gemengde wilde inheemse bloemen, strooi het uit in een grote bak. Hou de aarde goed vochtig: de eerste vier weken elke dag water geven. Na vier tot zes weken heb je de eerste bloemen en vaak wel tot in november bloeiende planten. Wel elke dag watergeven als het zonnig of droog is! In november plant je biologische bollen. Blijf water geven, zet er nog een leuke wintergroene plant in – de helleborus bloeit ook prachtig in de winter! – en in het voorjaar zie je de eerste voorjaarbloemen al opkomen. Als de bollen uitgebloeid zijn, strooi je weer een zakje met bloemenzaadjes. Zo heb je het hele jaar wat leuks in je bak staan.’

Een mooie schaduwtuin

En een donkere, schaduwrijke tuin dan? Jacky weet raad: ‘Heb je een schaduwplek? Wat een mazzel! Er zijn zoveel prachtige varens en hosta’s. Al die kleuren bladeren geven echt een geweldig effect. Ook mos is steeds populairder en staan echt fantastisch. Zet ze in een bak bij elkaar geef ze elke week een flinke scheut water. De bodem moet wel vochtig blijven. Wil je liever iets bloeiends? Denk dan aan voorjaarsbloeiers zoals het gebroken hartje, hosta’s en akelei. En de schout bij nacht kan wel 1.20 meter worden, met bloeiende pluimen in juni-juli.’

5 tips van Jacky

  1. Do it yourself! Verzamel zaadjes en deel ze met elkaar, kweek stekjes en ga op zoek naar  een stekjesmarkt bij jou in de buurt. Wat je ook gaat kopen, stekken of zaaien: zorg dat het gifvrij is. Bij biologisch weet je het zeker, maar vraag het gewoon even aan de kweker of in de tuinwinkel.
  2. Kies inheemse planten. Die gaan beter samen met de andere planten en dieren die in ons land leven. Zo gaat het lekker zoemen van de bijen en insecten!
  3. Overweeg een boom. Dat werkt niet alleen super voor de bodem, maar ook voor vogels en insecten. Een gele kornoelje bijvoorbeeld, een olijfwilg of een vlier. Heb je nog meer ruimte? Denk dan eens aan een een Tuiny Forest (2x3m2). Dan zorg jij dat er meer ruimte is voor planten, heggen én bomen waarmee je heel veel biodiversiteit maakt. Er zijn kant en klare pakketten te koop, lekker makkelijk.
  4. Inheemse heggen zijn fantastisch. Ze bieden voedsel voor insecten, beschermen bomen tegen te felle zon op hun schors, ze zijn goed voor het vochtig houden van de bodem en kunnen prachtig bloeien. Vogeltjes kunnen zich erin verstoppen voor katten, ze kunnen van de bessen eten en er hun nest in maken. De meidoorn, vuurdoorn, sleedoorn, wilde liguster, wilde roos (egelantier) en haagbuik zijn super voor insecten, vogels en vlinders.
  5. Doe lekker kleurrijk en zet zoveel mogelijk verschillende planten in je tuin. Voor elke vlinder, bij, insect en elk jaargetijde iets anders. Als je groepjes maakt van bijvoorbeeld 3 of 5 planten bij elkaar, is het niet alleen mooi en goed voor de biodiversiteit.

Hoe nu verder?

Ontdek meer over

Deel deze pagina