collage van braamtakken Bomen en struiken

Eerherstel van de braam

Onlangs kon je een bramen-webinar bijwonen met als titel ‘De ene braam is de andere niet’. Omdat we tijdens lokale wandelingen deze struiken nogal eens tegenkomen en we de vitamine-C rijke bramen al een héle lange tijd eten – wat blijkt uit maagonderzoek van het veenlijk de ‘vrouw van Zweelo’ uit het begin van de jaartelling – leek het ons interessant voor onze mede-IVN’ers. collage van braambladeren van verschillende braamsoorten

De spreker was Rienk-Jan Bijlsma. Hij doet al sinds de jaren zeventig wetenschappelijk (veld)onderzoek naar bramensoorten in Nederland. Hierbij een klein verslag.

220 soorten
Het wordt tijd voor eerherstel van de braam in Nederland. Op dit moment is de eerste associatie dat bramen verslechtering van de natuur betekent, veroorzaakt door een overdaad aan stikstof. En om maar meteen met de deur in huis te vallen – dat blijkt in zijn algemeenheid niet het geval. Wat ik (ook) niet wist – dè braam bestaat niet, en Nederland is vanouds een Bramenland met meer dan 220 verschillende soorten! Zo zijn tal van bramensoorten karakteristiek voor oude cultuurlandschappen en bossen met hoge natuurwaarde. Bramen zijn lang niet altijd de ‘ecologische rampen’ waarvoor ze tegenwoordig versleten worden.

Biodiversiteit
De diversiteit aan bramen is op zichzelf al waardevol, maar bramen vormen ook een goed leefgebied voor verschillende dieren. Boomkikkers maken bijvoorbeeld gebruik van de bescherming die de stekels geven, reeën en herten eten de bladeren, vlinders en andere insecten halen nectar uit de bloemen en vogels en zoogdieren eten de vruchten, en soorten sprinkhanen gebruiken bramen als baltsplaats.

Oorzaken verbraming
En toch kan je op bepaalde plekken spreken van verbraming. Vooral waar vroeger nooit bramen groeiden en nu wel, gaat het vooral om aaneengesloten struiken zwarte braam of wasbraam. En waar ze altijd gestaan hebben, staan ze nu ook nog. Verbraming is een indicatie voor minder goede natuurkwaliteit. Maar als stikstof niet (alleen) de kwade genius is, wat is er dan aan de hand?

Allereerst is het goed om te weten – waar nog sprake is van intacte bossen, waar geen menselijk ingrijpen heeft plaatsgevonden, zijn nauwelijks bramen. En als ze er wel zijn, dan zijn ze laag en groeien samen met andere planten. Ze horen daar van oudsher thuis.

Waar de mens wel in de natuur en in de bossen heeft ingegrepen, daar kunnen veel bramen staan. Bijvoorbeeld door het graven van greppels, rabatten om (landbouw)grond te ontwateren. De opgegraven grond wordt dan opzij gelegd zodat mineralen naar boven komen waar bramen dol op zijn. Aangelegde, uniforme hakhoutbossen, kennen ook een bramenoverschot. Rienk-Jan Bijlsma noemde daarnaast verkaveling en verdroging als belangrijke oorzaken van bramengroei op plekken waar die voorheen niet was.

Ook zorgen open plekken, licht dus, bij uniforme bosbouw voor extra bramengroei. Je kan het verhelpen door meerdere boomsoorten erbij te planten zoals beuk en esdoorn. En breng een extra onderlaag aan van hazelaar en inheemse vogelkers bijvoorbeeld, was het advies.collage van braamtakken

Eerherstel
Rienk-Jan Bijlsma pleit voor eerherstel van de braam en sprak in dit kader over een nieuwe omgevingsregeling waarbij eerst goed en bewust naar het landschap gekeken moet worden en je eerst het e.e.a. moet afvragen. Heeft hier historisch gezien altijd bramen gestaan? Dan laten staan. Is het gebied sterk verdroogt waardoor er veel bramen groeien? Dan zit er niets anders op dan het waterpeil te verhogen. Is er een grote diversiteit aan bramen aanwezig? Dan laten staan. En neem alleen maatregelen tegen bramen voor onderhoud van paden en waar zeer kwetsbare natuur onder druk komt te staan.

Het was een boeiende lezing met zo’n 130 geïnteresseerde deelnemers waaronder natuurbeheerorganisaties en particulieren die om diverse redenen over het eerherstel van de braam wilden horen.

NB: Webinar van Kennisuur OBN, ontwikkeling beheer natuurkwaliteit. / Spreker: dr.ir. Rienk-Jan Bijlsma (vegetatie, bos- en landschapsecologie aan de WUR Wageningen Universiteit & Research) 

Martha van Nederpelt

Ontdek meer over

Deel deze pagina