bladgroenten

Op dit vak kweken we sla, prei, peterselie en courgette

Sla – Composietenfamilie

Je kunt heel veel soorten sla kweken. Dat doe je door in maart in potjes slazaad te zaaien, die potjes zet je in huis of in een kweekbak. Als de plantjes gekiemd en wat gegroeid zijn, dan ga je uitdunnen. Dat wil zeggen: je haalt voorzichtig kiemplantjes weg zodat je per potje 3 of 4 plantjes, verspreid over het potje, overhoudt. Die plantjes kweek je verder op tot ze groot genoeg zijn om uit te planten.

slasoortenEr is kropsla, dat is sla waarbij elk plantje nieuwe blaadjes rondom vormt. Al die blaadjes vormen een krop. Je oogst de complete plant.

Er zijn ook slasoorten waarvan de plantjes omhoog groeien, terwijl rondom het steeltje blaadjes worden gevormd. Die blaadjes haal je afzonderlijk van de steel. De plant blijft dus staan, groeit door en vormt weer nieuwe blaadjes, die jij weer kunt oogsten. Dat heet snijsla en pluksla. Die plantjes groeien onvermoeibaar door, want ze willen bloeien en zaadjes maken! Vaak worden ze zo hoog dat ze omvallen. Dat moet je dus  voorkomen door tijdig nieuwe plantjes te kweken, de te hoge planten te rooien en zo te zorgen dat je steeds nieuwe blaadjes kunt oogsten. Dus goed plannen!

Als het droog is moet je water geven. Niet op de blaadjes gieten maar rondom de planten op de grond. Onkruid wieden en let op de slakken, want die vinden jouw sla erg lekker!

Rucola – Kruisbloemenfamilierucola

Ook opkweken in potjes en uitplanten. Je oogst de blaadjes en laat de plant staan. Er komen steeds nieuwe blaadjes en later gaat de plant bloeien met mooie kleine bloempjes.

Om steeds verse rucola te kunnen oogsten, moet je ook tijdig nieuwe plantjes kweken.

De blaadjes smaken lekker- een beetje peperig – en groot voordeel: de slakken blijven er af!

Prei – Lookfamilie

Er is prei die vrij snel groeit en die je in de herfst kunt oogsten, Herfstprei dus. Die moet je voor de winter oogsten, want deze prei kan niet tegen vorst. Er is ook prei die wel tegen vorst kan, Winterprei, die groeit wat trager en kun je langer laten staan. Je kunt ze ook in de winter oogsten, maar je kunt de planten ook laten staan, want vroeg in het volgende jaar gaat de plant weer verder groeien.

Beide preisoorten kun je in april en mei voorzaaien in – bijvoorbeeld – een preibloembak. Die bak zet je dan in een kweekbak of op een luw, zonnig plekje.

Dun zaaien, dan hoef je minder uit te dunnen als de plantjes gekiemd zijn. De bedoeling is dat je de preiplantjes opkweekt in de bloembak totdat ze ongeveer zo dik zijn als een potlood. Dat duurt nogal even, daarom moeten de plantjes niet te dicht op elkaar staan. Dus zonodig uitdunnen, dat is kiemplantjes weghalen, zodat de overblijvende plantjes wat meer ruimte krijgen.

Als de plantjes stevig genoeg zijn ga je ze uitplanten op rijtjes. Rijtjes 30 a 40 cm. uit elkaar en in de rij 10 a 15 cm uit elkaar. Je maakt een gaatje , ongeveer  15 cm diep, daar stop je het preiplantje in en dan aangieten met water. Dus het gaatje open laten, de worteltjes houden van lucht. Als het droog is, dan regelmatig aangieten. Zo spoelen de plantgaatjes vanzelf dicht.

Onkruidvrij houden.

Als je de preiplanten dik genoeg vindt, dan kun je ze oogsten. Dat gaat het gemakkelijkst met een spitvork, dan wip je de plant op en trekt hem tegelijk omhoog. Je schudt de aanhangende grond af, knipt de wortels af, trekt het buitenste blad van boven naar beneden af. Dan houdt je een schone schacht over. Verse prei geurt heerlijk, je kunt er allemaal lekkere dingen mee maken.